Herhaling grammatica

Herhaling grammatica

- avoir et être 
- lidwoorden : un/une/le/la/l'
- il/elle/ils/elles als vervanging 
- getallen 1 t/m 20

1 / 15
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Herhaling grammatica

- avoir et être 
- lidwoorden : un/une/le/la/l'
- il/elle/ils/elles als vervanging 
- getallen 1 t/m 20

Slide 1 - Slide

Voorbeeld: Paul et Marc sont amis. Paul a treize ans 

Slide 2 - Slide

Nous (avoir)
A
avez
B
avons
C
sommes
D
êtes

Slide 3 - Quiz

Paul et Marc .... au collège
A
est
B
sommes
C
sont
D
es

Slide 4 - Quiz

Elles .... (avoir)
A
a
B
es
C
est
D
ont

Slide 5 - Quiz

Tu .... 13 ans
A
avons
B
es
C
as
D
suis

Slide 6 - Quiz

J' .... (avoir)
A
ai
B
as
C
ont
D
avons

Slide 7 - Quiz

Lidwoorden "de" en "het"
le = mannelijk 
la = vrouwelijk 
l' = als er een klinker of een stomme "h" achter komt 
les = meervoud 


Voorbeeld:
la fille, le garcon, l'ami, les campings

Slide 8 - Slide

Lidwoord "een"
un = mannelijk 
une = vrouwelijk 
des = meervoud 


voorbeeld : 
une fille, un garcon, des amis 

Slide 9 - Slide

il/elle/ils/elles als vervanging

Je kunt personen of voorwerpen vervangen.


Mannelijk 
Vrouwelijk 
enkelvoud 
il
elle
meervoud 
ils 
elles

Slide 10 - Slide

il/elle/ils/elles als vervanging


Le camping est petit.

Le camping                mannelijk, enkelvoud 
= il est petit 
Is het mannelijk of vrouwelijk?
Is het enkel of meervoud? 

Slide 11 - Slide

(Les restaurant) .... sont beaux

Slide 12 - Open question

(Paul, Sophie et Tamare) ... sont amis

Slide 13 - Open question




getallen 1 t/m 20 

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video