Luistervaardigheid jaar 2

Luistervaardigheid
1 / 26
next
Slide 1: Slide
SpaansMBOStudiejaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Luistervaardigheid

Slide 1 - Slide

Onderdeel A 
Het volgende onderdeel bestaat uit 5 opdrachten. 
Je gaat 5 fragmenten beluisteren en vervolgens de vragen beantwoorden in het Nederlands.

Slide 2 - Slide

Opdracht 1 – Audio 1.1
Je luistert zo naar een fragment. Hierover ga je de volgende vragen beantwoorden:
1. waarover gaat het gesprek?
2. Wat is de achternaam?
3. Hoe oud is de man?
4. Waar komt hij vandaan?
5. Waar woont hij?
6. Wat is zijn adres?
7. Wat is zijn postcode?
8. Wat is zijn telefoonnummer?
9. Wat is zijn e-mailadres?
10. Welke talen spreekt hij?


Slide 3 - Slide

Opdracht 1 – Audio 1.1
Klik hieronder op de link.
Luister naar het fragment en beantwoord de vragen op de volgende slides in het Nederlands.


Slide 4 - Slide

Waar gaat dit gesprek over?

Slide 5 - Open question

Wat is de achternaam van de man?

Slide 6 - Open question

Hoe oud is hij?

Slide 7 - Open question

Waar komt hij vandaan?

Slide 8 - Open question

Waar woont hij?

Slide 9 - Open question

Wat is zijn adres?

Slide 10 - Open question

Wat is zijn postcode?

Slide 11 - Open question

Welke talen spreekt hij?

Slide 12 - Open question

Wat is zijn e-mailadres?

Slide 13 - Open question

Wat is zijn telefoonnummer?

Slide 14 - Open question

Opdracht 2 – Audio 1.2
Je luistert zo naar een fragment. Hierover ga je de volgende vragen beantwoorden:

1. waarover gaat het gesprek?
2. Waar woont de heer Álex?
3. Welke landen bezoekt hij?
4. Wat voor andere activiteiten doet hij?
5. Welke taal is hij nu aan het leren?
6. Wat voor beroep heeft Tony?


Slide 15 - Slide

Opdracht 2 – Audio 1.2
Klik hieronder op de link.
Luister naar het fragment en beantwoord de vragen op de volgende slides in het Nederlands.


Slide 16 - Slide

Waar gaat dit gesprek over?

Slide 17 - Open question

Waar woont Álex?

Slide 18 - Open question

Welke landen bezoekt Alex?

Slide 19 - Open question

Welke andere activiteiten doet hij?

Slide 20 - Open question

Welke taal leert hij nu?

Slide 21 - Open question

Welke beroep heeft Tony?

Slide 22 - Open question

En el hotel

Slide 23 - Slide

El salmorejo (g / f)
  1. Es una especialidad mexicana.
  2. Se toma de primer plato.
  3. Se toma en enero o febrero.
  4. Se toma caliente.
  5. Lleva muchas verduras.
  6. Los vegetarianos lo pueden comer.
  7. Se come con jamón y huevo. 

Slide 24 - Slide

Kies tussen es of está
1 Menorca es/está una isla en el Mar Mediterráneo.
2 Valladolid es/está en el centro de España.
3 Camarero, la sopa es/está fría.
4 Lo siento, el señor Wandel no es/está .
5 ¿Cuánto cuesta el menú? Son/Están 25 euros por persona.
 

Slide 25 - Slide

Kies tussen hay of está(n)
1 Señorita, ¿hay/está una mesa libre?
2 Señor, aquí hay/está la llave para su habitación.
3 ¿ Hay/Están muchos restaurantes en Lloret de Mar?
4 El Alhambra hay/está en Granada.
5 Los hoteles hay/están en primera línea de la playa.


Slide 26 - Slide