Het veenlandschap

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo k, t
• Leerjaar 2

Les 6 het veenlandschap

Rond Hoogeveen vind je het

1. laagveenlandschap
2. hoogveenlandschap
3. kleilandschap
4. losslandschap

Rond Hoogeveen vind je het

1. laagveenlandschap
2. hoogveenlandschap
3. kleilandschap
4. lösslandschap

1. zandlandschap
2. laagveenlandschap
3. hoogveenlandschap
4. duinlandschap

1. laagveenlandschap
2. hoogveenlandschap
3. zandlandschap
4. kleilandschap

1. Laagveen komt voor in Limburg
2. Hoogeveen komt voor in Flevoland

1. Beide zijn goed
2. Beide zijn fout
3. 1 is goed en 2 is fout
4. 1 is fout en 2 is goed

1. Hoogveen ligt boven NAP
2. NAP = normaal algemeen peil

1. Beide zijn goed
2. Beide zijn fout
3. 1 is goed en 2 is fout
4. 1 is fout en 2 is goed

Veen is een dikke laag klei

1. Goed
2. Fout

Veen ligt niet opgebouwd uit gesteente resten

1. Goed
2. Fout

Langgerekte dorpen vind je bij het hoogveen en laagveenlandschap

1. Goed
2. Fout

Laagveen ligt boven NAP

1. Goed
2. Fout

In gebieden waar veel hoogveen is vind je nu veeteelt

1. Goed
2. Fout

In gebieden waar laagveen vind, kom je akkerbouw tegen

1. Goed
2. Fout

Hoogveenlandchappen en laagveenlandschappen zijn gesloten landschappen.

1. Goed
2. Fout

Alleen in het hoogveen werd turf afgegraven.

1. Goed
2. Fout

De wegen lopen in hoogveen en laagveenlandschappen recht.

1. Goed
2. Fout

In het hoogveenlandschap had je te maken met inklinking

1. Goed
2. Fout