Modern Klassiek lessenreeks (3 lessen)

Muziekgeschiedenis
Modern Klassiek
1900-nu
1 / 37
next
Slide 1: Slide
MuziekMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5,6

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Muziekgeschiedenis
Modern Klassiek
1900-nu

Slide 1 - Slide

Na deze lessenreeks:
  • Ken en herken je de technische termen / compositie technieken uit de Modern Klassieke muziek:
    > Atonaliteit
    > Dissonanten
    > Polyritmiek / Polymetriek
    > Bitonaliteit / Polytonaliteit
    > Dodecafonie / seriële technieken (ANALYSE)
    > Onregelmatige maatsoorten
    > Kreeft / omkering / verdichting / verdunning
    > Grafische parituur
    > Gedempte instrumenten / vervormde klankkleuren
  • Herken je de verschillende stromingen uit deze tijd: Impressionisme - Neoclassicisme - Expressionisme - Elektronische muziek - Avant-Garde - Minimal Music
  • Belangrijkste componisten: Schönberg - Berg - Webern ('2e Weense School')

Slide 2 - Slide

Dit weet ik al over muziek uit
de Modern Klassieke periode:

Slide 3 - Open question

Maatschappij
De modern-klassieke muziekperiode (ca. 1900–heden) brak met traditionele harmonieën en structuren. Componisten zoals Schönberg, Stravinsky en Debussy experimenteerden met atonaliteit, dissonantie, polyritmes en invloeden uit volksmuziek, jazz en exotische tradities. Technologieën zoals elektronische muziek werden geïntroduceerd.

De muziek van deze periode weerspiegelt de grote veranderingen in de wereld, zoals de impact van de wereldoorlogen en de snelle technologische ontwikkelingen. Door urbanisatie en contact met andere culturen kreeg de muziek invloeden van over de hele wereld. Daarnaast lieten componisten zich inspireren door moderne kunst en filosofie, waardoor ze durfden te breken met oude regels en tradities.
Alles kon en mocht, componisten hadden geen compositietechniek regels meer. 
Maar houden ze dit vol?....

Slide 4 - Slide

Compositie technieken 
uit de Modern Klassieke muziek
Tijdens de Modern Klassieke periode experimenteerden componisten met nieuwe technieken zoals atonaliteit, dissonantie, polyritmes en twaalftoonmuziek. Ze lieten traditionele structuren los en gebruikten invloeden uit volksmuziek, jazz en nieuwe technologieën zoals elektronische muziek.

Slide 5 - Slide

Atonaliteit
Atonaliteit betekent het loslaten van een vaste toonsoort, waardoor de muziek geen duidelijke "thuisbasis" of centrum heeft. In plaats van een hiërarchie tussen tonen, zoals in traditionele harmonie, worden alle tonen gelijkwaardig behandeld - er was geen grondtoon meer (dit valt niet geheel toevallig samen met de uitvinding van het vliegtuig).

In de modern-klassieke muziek was atonaliteit een belangrijke innovatie, vooral ontwikkeld door componisten zoals Arnold Schönberg. Hij gebruikte technieken zoals de twaalftoonstechniek, waarbij alle twaalf tonen van de chromatische toonladder in een specifieke volgorde worden gebruikt, zonder herhaling van een toon totdat alle andere zijn gespeeld. Dit zorgde voor een onvoorspelbaar, expressief en vaak abstract klankbeeld dat typerend is voor de modern-klassieke stijl.
VOORBEELD volgende slide:

A. Schönberg - a Survivor from Warschau

Slide 6 - Slide

1

Slide 7 - Video

02:58
Welke bewering is onjuist?
A
De technische term voor deze zanglijn is 'spreekgezang'
B
De man mag zelf bepalen wanneer en hoe hij de tekst voordraagt
C
Het ritme van de tekst staat uitgeschreven
D
De melodie van de tekst staat uitgeschreven

Slide 8 - Quiz

Consonanten / dissonanten
Consonante samenklanken zijn tonen die samen een aangename, stabiele en ontspannen klank vormen, zoals een reine prime, reine kwart, reine kwint en octaaf. Deze klanken klinken harmonieus en worden vaak gebruikt om rustpunten in muziek te creëren.

Dissonante samenklanken
zijn tonen die wringend, onrustig of spanningsvol klinken. Ze roepen vaak een gevoel van beweging of behoefte aan oplossing op. Dit zijn samenklanken die spanningen veroorzaken in een compositie.

Opsomming van dissonante samenklanken:
    Kleine secunde
    Grote secunde
    Tritonus (verhoogde kwart of verminderde kwint)
    Kleine septiem
    Grote septiem

In de modern-klassieke periode werden dissonanten vaker als gelijkwaardig aan consonanten beschouwd en niet per se "opgelost."

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Polyritmiek / polymetriek
Polyritmiek





Polymetriek

Slide 11 - Slide

Bitonaliteit / Polytonaliteit
Polytonaliteit is het gelijktijdig 
gebruiken van meerdere toonsoorten 
in een compositie.

Bitonaliteit is een vorm van polytonaliteit 
waarbij precies twee toonsoorten 
tegelijkertijd klinken.

Beide technieken creëren een complexe, 
vaak spanningsvolle klank en werden 
veel gebruikt in de modern-klassieke muziek.

Slide 12 - Slide

Het Modern klassieke symfonie orkest

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Nieuwe instrumenten
Buisklokken
'Prepared piano'
Gedempte instrumenten

Slide 15 - Slide

De Modern Klassieke muziek periode kan onderverdeeld worden in verschillende stromingen:

1. Impressionisme
2. Neoclassicisme
3. Expressionisme
4. Elektronische muziek
5. Avant-Garde
6. Minimal Music

Deze stromingen moet je kennen / kunnen herkennen a.d.h.v. muzikale kenmerken
en kunnen ook terugkomen in analyses tijdens het C.E.
STROMINGEN 20E EEUW

Slide 16 - Slide

Melodisch:
- Doorbreken van periodische zinsbouw - nog meer chromatiek + modulaties
Ritmisch:
- Vrijer gebruik van het metrum > zeer rubato
Klankkleur:
- Verglijdende instrumentatie
- Technieken en speelmanieren: 
> Sonore zachte klanken
> Gedempt koper
> Arpeggio
> Gebruik van glissando
Componisten:
Debussy
Impressionisme

Slide 17 - Slide

Melodisch / ritmisch / klankkleur:
- Terugkomen van vroegere structuren, bijv. oude dansvormen 
en cantus- firmuszettingen maar verwerkt in een 'modern jasje'

Veel balletmuziek

Componisten:
Stravinsky
Grieg


Neoclassicisme
Stravinsky - Pulcinella

Muziek voor een ballet - modern orkest - richting modern ballet maar met oude structuren

Slide 18 - Slide

Melodisch:
- Grillige, vaak complexe melodiebouw  - klankkleur is belangrijker dan melodie - uitdrukking van emoties
Metrisch:
- Maatwisseling / onregelmatige maatsoorten / ritme is zeer belangrijk!
Harmonisch:
- Atonaliteit
- Veelvuldig voorkomen van dissonanten
Structuur:
- Ostinate figuren (melodisch / ritmisch / bas)
- Ontstaan van de dodecafonie
Klankkleur:
Nieuwe instrumentaties:
> Uitbreiding van het slagwerk
> Belangrijke rol voor blazers en slagwerk
> Onconventioneel gebruik van instrumenten en stem ('Sprechgesang')
Componisten:
2e Weense School: Schönberg - Berg - Webern


Expressionisme
Schönberg - Erwartung

Vrouwelijke zangstem (verwarde vrouw) + orkest. Vrouw zoekt haar geliefde en treft hem dood. 

Slide 19 - Slide

Op zoek naar een systeem binnen de systeemloze atonaliteit, ontwikkelde Arnold Schönberg (1874 - 1951) een ordeningsprincipe: de twaalftoonstechniek, ook wel dodecafonie genoemd. 
In het kort: hij zette de twaalf tonen van c tot c in een reeks, waarbij elke toon even belangrijk was. Een toon uit de reeks mocht pas weer worden gebruikt als alle andere 11 tonen geweest waren. 
Op deze manier ontstaat er een serie > seriële muziek

Reeksen kondon op verschillende manier gebruikt worden >>> 
1. Originele reeks
2. Kreeftengang (van achter naar voren)
3. Omkering / spiegeling (intervallen worden omgekeerd)
4. Combinatie van deze technieken
5. Getransponeerd (bijv. alles een terts hoger)
Er bestaan ook stukken waarbij dynamiek, ritme, toonduur enz. vastgelegd worden in de reeks!
DODECAFONIE

Slide 20 - Slide

1

Slide 21 - Video

Een groep componisten had in reactie op de Tweede Wereldoorlog sterk de behoefte aan een wereld aan nieuwe geluiden, ervaringen en technieken. De studio's van de Europese radiozenders en geluidslaboratoria zetten hun deuren open voor de
onderzoekers en hun experimenten.
Musique concrète versus elektronische klanken
De componisten en klanktechnici die in de studio's experimenteerden hadden twee soorten geluidsbronnen tot hun beschikking, die die het basismateriaal vormden voor klankcomposities:
• Musique concrète: natuurlijke geluiden die waren opgenomen en op allerlei
manieren werden bewerkt.
• Elektronisch geproduceerde geluiden en het bewerken daarvan tot
klankcomposities.
Elektronische muziek
Ligeti - Artikulation

Een elektronisch geproduceerd muziekstuk uitgeschreven in een GRAFISCHE PARTITUUR 

Slide 22 - Slide

Experimentele muziek of avant-gardemuziek 
is een aantal soorten muziek waarin wordt
gebroken met de gebruikelijke opvattingen over wat 
muziek eigenlijk hoort te zijn. Als zodanig vormt het 
een ondervorm van wat algemeen als de avant-garde 
wordt aangeduid, een vernieuwing die zich vanaf 
het begin van de 20e eeuw op alle kunstzinnige 
gebieden manifesteerde, inclusief de muziek.
Avant-Garde
Sripsody - Cathy Berberian

Uitgeschreven in een GRAFISCHE PARTITUUR 

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

Eind jaren zestig ontstond in Amerika de flower-power. De aanhangers van deze beweging werden hippies genoemd. 
Deze jongeren hadden een eigen cultuur en manier van leven: hippies leefden vaak in communes, rookten wiet, protesteerden tegen oorlog, honger en armoede, waren gekleed in fleurige kleding met haarbanden en slippers en luisterden naar muziek waarmee ze in een soort trance raakten.

In happenings werd muzikaal geïmproviseerd met steeds herhalend, minimaal materiaal
Het muziekstuk In C van Terry Riley is een mooi voorbeeld. Hierin improviseert een groep spelers op 53 motiefjes in C. 
De spelers zetten na elkaar in en spelen de motiefjes in verschillend tempo, waardoor verschuivingen optreden.

In de jaren zeventig verdween het experimentele, improvisatorische element van deze muziek, die 'minimal music' wordt genoemd. Componisten schreven hun muziekstukken met vele herhalingen en verschuivingen volledig uit.
Minimal Music

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video



MELODISCH
   Doorbreken van periodische zinsbouw
   Grillige, vaak complexe melodiebouw
   Dissonanten
HARMONISCH
   Atonaliteit
   Veelvuldig voorkomen van dissonanten  
DYNAMISCH
    Overgangsdynamiek

INSTRUMENTEN
 verglijdende instrumentatie
- technieken en speelmanieren:
- sonore zachte klanken
- gedempt koper
- arpeggio
- gebruik van glissando

SYMFONISCHE STRUCTUREN
Atonale werken 
Dodecafonie
Grafische partituren
Elektronische muziek
Vrijer gebruik van het metrum (geen maatsoort, of geen gevoel van maatsoort)

STIJLEN binnen de Modern Klassieke muziek:
1. Impressionisme
2. Neoclassicisme
3. Expressionisme
4. Elektronische muziek
5. Avant-Garde
6. Minimal Music
Muzikale kenmerken
COMPONISTEN
Debussy
Stravinsky 
John Cage
 
Schönberg
Berg
Webern
>> 2e Weense School
- uitbreiding het van slagwerk
- belangrijkere rol voor blazers en slagwerk
- onconventioneel gebruik van
instrumenten en stem

Slide 27 - Slide

00:22
Kun je aan een stuk horen dat het dodecafonisch is?

Slide 28 - Open question

De volgende vragen zijn:
Examenvragen over de stijlperiode 
Modern Klassiek

Slide 29 - Slide

In dit fragment spelen 4 hoorns.
Op welke manier bewegen de hoorn 1 (hoogste partij) en hoorn 4 (de laagste partij) zich ten opzichte van elkaar in de tweede helft van het fragment?
Geef de technische term.
Luisterfragment 4 hoorns

Slide 30 - Open question

Geef de volledige naam van de drie akkoorden
die de hoorns achtereenvolgens spelen.
Let op de sleutels!
Denk aan de sneeuwpoppetjes.

Slide 31 - Open question

De melodie van fragment 2 is hetzelfde als de melodie van fragment 1, maar lager.

Wat is het verschil in toonhoogte tussen
melodie 1 en melodie 2?
Fragment 1
Fragment 2
A
Een grote secunde lager
B
Een reine kwart lager
C
Een groot octaaf lager
D
Een reine priem lager

Slide 32 - Quiz

In het begin van het fragment speelt de hoorn het weergegeven stijgende motief. Daarna wordt het motief een aantal keren, al dan niet gevarieerd herhaald.
Hoe vaak wordt het motief (al dan niet gevarieerd)
in totaal gespeeld?
Let op: tel het eerste (weergegeven)
motief mee en ga alleen uit van de stijgende motieven.

A
6 keer
B
7 keer
C
8 keer
D
9 keer

Slide 33 - Quiz

Het fragment bestaat uit twee gedeeltes: A - A'
In zowel A als A' vindt een spanningstoename plaats, maar in A' is de spanningstoename groter.
Noem twee verschillen tussen A en A' die bijdragen aan een grotere spanningstoename in A'. Ga in je antwoord uit van A'.

Slide 34 - Open question

Het fragment is het slot.
Het deel sluit drie keer af met dezelfde samenklank.

Met welke samenklank sluit het deel af?
A
Unisono
B
Grondtoon + kwint
C
Majeur akkoord
D
Mineur akkoord

Slide 35 - Quiz

Dit weet ik nu over muziek
uit de Romantiek

Slide 36 - Mind map

Extra uitlegvideo's

Slide 37 - Slide