H3 par. 3.5 De islam in Europa

Memo brugklas T/H
H3. De tijd van monniken en ridders
Vorsten, monniken en boeren
par. 3.5 De islam in Europa
1 / 25
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Memo brugklas T/H
H3. De tijd van monniken en ridders
Vorsten, monniken en boeren
par. 3.5 De islam in Europa

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Aan het eind van deze paragraaf:
  • Kun je uitleggen hoe de islam is ontstaan.
  • Weet je wie Mohammed was.
  • Weet je hoe de god van de moslims heet.
  • Kun je uitleggen waarom Mekka en Medina belangrijke plaatsen voor moslims zijn.
  • Ken je de vijf zuilen van de islam.
  • Weet je welke gebieden moslims veroverden.

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Aan het eind van deze paragraaf:
  • Kun je uitleggen hoe moslims om gingen met mensen in de veroverde gebieden.
  • Ken je de begrippen en jaartallen uit deze paragraaf.

Slide 3 - Slide

Het ontstaan van de islam
  • Monotheistische godsdienst: 1 god.
  • In de 7e eeuw ontstaan.
  • In het gebied wat we nu kennen als Saudi-Arabie.
  • In de stad Mekka kreeg Mohammed een boodschap van de Engel Gabriel: geloof in 1 god: Allah.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Het ontstaan van de islam
  • Mohammed probeerde deze boodschap te verspreiden onder de bevolking van Mekka.
  • Dit lukte niet, mensen bleven in hun natuurgoden geloven.
  • Mohammed werd weggejaagd.
  • In 622 vertrok Mohammed van Mekka naar Medina.
  • Begin Islamitische jaartelling.

Slide 6 - Slide

De inhoud van de islam
  • Moslims zijn mensen die in Allah geloven.
  • Mohammed is de laatste en belangrijkste boodschapper (profeet) van Allah.
  • Mohammed vertelde de mensen hoe ze moesten leven.
  • Je kunt in de hemel komen als je volgens de regels van Allah leeft.

Slide 7 - Slide

De inhoud van de islam
Vijf zuilen:
  • geloven in de enige god Allah.
  • vijf keer per dag bidden, met je gezicht naar Mekka.
  • armen en zieken helpen.
  • niet eten en drinken van zonsopkomst tot zonsondergang in de vastenmaand ramadan.
  • een bedevaart maken naar Mekka.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

De inhoud van de islam
Wat mogen moslims niet?
  • alcohol
  • varkensvlees
  • afbeeldingen maken van Momammed 
  • afbeeldingen maken van Allah

Slide 10 - Slide

De verspreiding van de islam
  • Mohammed wilde zoveel mogelijk mensen bekeren tot de islam.
  • Vanuit Medina veroverden moslims grote delen van het Midden-Oosten, Noord-Afrika en Spanje.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

De verspreiding van de islam
  • Mensen waren niet verplicht om moslim te worden.
  • Wel moeten niet-moslims een extra belasting betalen.
  • Als je moslims werd, hoefde je dit niet te betalen.
  • Alleen moslims konden een belangrijke baan in het bestuur of leger krijgen.

Slide 13 - Slide

De verspreiding van de islam
  • Mohammed overleed in 632.
  • Tot zijn dood bestuurde hij het islamitische rijk.

Slide 14 - Slide

Hoe heet het heilige boek van de moslims?
timer
0:20
A
De Bijbel
B
De Koran
C
De Thora

Slide 15 - Quiz

Op vrijdagmiddag komen moslims bijeen in hun gebedshuis.
Hoe heet dit gebedshuis?
timer
0:20
A
Een kerk
B
Een moskee
C
Een synagoge

Slide 16 - Quiz

Welke godsdienst is ouder?
timer
0:20
A
Christendom
B
Islam

Slide 17 - Quiz

Naar welke plaats moeten moslims een bedevaart maken?
timer
0:20
A
Mekka
B
Medina
C
Jeruzalem
D
Rome

Slide 18 - Quiz

In welke plaats kreeg Mohammed een boodschap van de engel Gabriel?
timer
0:20
A
Medina
B
Mekka
C
Jeruzalem
D
Rome

Slide 19 - Quiz

Naar welke plaats vlucht Mohammed?
timer
0:15
A
Mekka
B
Medina
C
Jeruzalem
D
Rome

Slide 20 - Quiz

Hoe gingen moslims om met de inwoners van de veroverde gebieden?
timer
0:20
A
Zij moesten verplicht moslim worden
B
Niet-moslims moeten een extra belasting betalen
C
Mensen mochten hun eigen geloof behouden
D
Niemand mocht meer varkensvlees eten

Slide 21 - Quiz

Welke gebieden veroverden moslims?
timer
0:20
A
Noord-Afrika
B
Midden-Oosten
C
Spanje
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 22 - Quiz

Schrijf 2 dingen op die je vandaag geleerd hebt.

Slide 23 - Open question

Wat vind je nog lastig?

Slide 24 - Open question

Aan de slag
Wat? Eerst ga je de tekst van par. 3.5  lezen  en daarna maak je de opdr. van par. 3.5 tot de toepassingsopdracht.
Hoe? Alleen 
Hulp? Bij je buurman/buurvrouw. Kom je er samen niet uit? Dan bij je docent. 
Tijd? Tot het einde van de les. 
Klaar? Dan ga je de toepassingsopdracht maken. Daarna werk je de leerdoelen uit van par. 3.5. Je kunt ook de TestJezelf maken in SOM.

Slide 25 - Slide