v4 la semaine 38

v4 la semaine 38
GRAMMAIRE III et PARLER
A faire :U1 24,25, 26, 31 (livre)
27,28,30 (en ligne)
À apprendre: vocabulaire unité 1.
Herhalen werkwoorden

A: les objectifs de la semaine
B: corrigez vos devoirs! Avez-vous bien appris?
C: Grammaire III
D: parlons français
E: encore des verbes: verbuga
1 / 26
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

v4 la semaine 38
GRAMMAIRE III et PARLER
A faire :U1 24,25, 26, 31 (livre)
27,28,30 (en ligne)
À apprendre: vocabulaire unité 1.
Herhalen werkwoorden

A: les objectifs de la semaine
B: corrigez vos devoirs! Avez-vous bien appris?
C: Grammaire III
D: parlons français
E: encore des verbes: verbuga

Slide 1 - Slide

les objectifs
lundi : corrigez vos devoirs et faisons grammaire III : vous aurez des répères ....

mercredi : vous allez parler français! enfin! 
En classe : u1 : GRAMMAIRE III et PARLER
A faire :U1 24,25, 26, 31 (livre)
27,28,30 (en ligne)
À apprendre: vocabulaire unité 1.
Herhalen werkwoorden

Slide 2 - Slide

corrigez les devoirs
15 : 1 J’habite à Toulouse.
2 Je porte souvent un vieux jean et un T-shirt noir.
3 Mes passe-temps préférés: regarder la télé (surtout le sport), discuter avec mes amis sur Internet, jouer au foot le samedi et rencontrer des jeunes de tous les pays du monde.
4 Camille a quinze ans.
5 Camille est nulle en langues.
6 Camille joue de la guitare.

Exercice 16 – reconstruire
1 Je m’appelle …
2 J’ai … ans.
3 Je suis en seconde.
4 J’ai les cheveux … et les yeux …
5 J’habite à …
6 Mes passe-temps préférés sont …
Exercice 17 – mise en pratique
Voorbeeldantwoord:
Salut Robert / Camille,
Je voudrais correspondre avec toi, parce que …
Je voudrais correspondre en français, parce que …
Je me présente: je m’appelle …, j’ai …ans, je suis en seconde et j’habite à …
J’ai les cheveux … et les yeux …
Je ne suis pas très grand(e) / Je suis petit(e).
J’aime porter …
Mes passe-temps préférés sont: …
Envoie-moi vite un e-mail / une réponse et une photo.
À bientôt!
Nom





LA SEMAINE DERNIERE  u1: 15-17 en 18a tm D (livre)
 U1: 19 tm 23 (en ligne)
 Woots : trainen luistervaardigheid ( 20 min)
À apprendre: vocabulaire: blz 103
 

Slide 3 - Slide

Exercice 18A
                    présent           imparfait         passé composé            futur
CHERCHER
             cherches /vous cherchiez/ j’ai cherché/ on cherchera
OUBLIER
               ils oublient /nous oubliions / elle a oublié/ ils oublieront
FAIRE
           vous faites/   tu faisais/   ils ont fait /  je ferai
ALLER
             on va /  nous allions /  elles sont allées  / tu iras

18B.1 a rencontré = heeft ontmoet
2 allons = gaan / zullen
3 fais / feras = doe / ga doen
4 sommes = zijn
5 vas = ga
6 avais = had
7 serai = zal zijn
8 a fait = was

Exercice 18C
1 fera
2 étions
3 vont
4 ferais
5 ai eu
6 ai rencontré
7 cherchait
8 aimerait

D : EIGEN ANTW
LA SEMAINE DERNIERE  u1: 15-17 en 18a tm D (livre)
 U1: 19 tm 23 (en ligne)
 Woots : trainen luistervaardigheid ( 20 min)
À apprendre: vocabulaire: blz 103
 

Slide 4 - Slide

het leerwerk : P103
ik heb nog niets geleerd (behalve dat wat we in de les geoefend hebben)
af en toe leer ik wat maar nog lang niet alles
ik probeer t bij te houden maar ken het nog niet
ik houd het leerwerk bij, dat scheelt straks heel veel werk

Slide 5 - Poll

flexsupport Frans, iets voor jou?
nee, kan het best zelf
zou wel willen maar het is op een ongelukkig moment in mijn rooster
goed plan, ik schrijf me in
ben al geweest

Slide 6 - Poll

Grammaire II
- getallen
- rangtelwoorden
-datum
- breuken
-kloktijden

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Le deuxième jour
A
de eerste dag
B
de tweede dag
C
de derde dag
D
de vierde dag

Slide 11 - Quiz

pour la quatrième fois.
A
voor de vierde keer
B
voor de veertiende keer
C
voor de vijfde keer
D
voor de derde keer

Slide 12 - Quiz

Lundi, notre premier jour à l'ecole.
A
Maandag, onze tweede dag op school
B
Donderdag, onze derde dag op school
C
Maandag, jullie eerste dag op school
D
Maandag, onze eerste dag op school

Slide 13 - Quiz

Het rangtelwoord vorm je door achter het hoofdtelwoord .......... te zetten.
A
ème
B
eième
C
ième
D
aime

Slide 14 - Quiz

vijfde
A
cinqième
B
quatrième
C
cinquème
D
cinquième

Slide 15 - Quiz

derde
A
troisième
B
troizième
C
treizième
D
treizeième

Slide 16 - Quiz

negende
A
huitième
B
neuvième
C
neufième
D
neuvème

Slide 17 - Quiz

Les nombres ordinaux
  • Je maakt een rangtelwoord door achter het hoofdtelwoord 'ième' te zetten.
  • Als een hoofdtelwoord eindigt op een 'e' dan valt deze 'e' weg. Bijvoorbeeld: quatre -> quatrième (en niet quatreième).
  • Uitzonderingen:
    un - premier, première
    cinq -> cinquième
    neuf -> neuvième

Slide 18 - Slide

Attention !
  • Eenentwintig = vingt et un 
     dit geldt voor elke 'un'.
  • Tweeëntwintig = vingt-deux (met een streepje ertussen)
       dit geldt voor alle samengestelde getallen zonder 'un'.

Slide 19 - Slide

Après soixante-neuf
70 = soixante-dix (60 + 10)
71 = soixante et onze (60 + 11)
80 = quatre-vingts (4 X 20)
Let op: 81 = quatre-vingt-un
90 = quatre-vingt-dix (4 X 20 + 10)
91 = quatre-vingt-onze (4 x 20 + 11)
100 - cent
202 - deux cent deux
1528 : mille cinq cent vingt-huit
2000 : deux mille

      
rangtelwoorden : attention : 
1e - premier/première/premiers/premières
2e - deuxième
3e - troisième
5e - cinquième
9e- neuvième


Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

zelfstandig werken
24 a tm c in je werkboek

Slide 24 - Slide

d: PARLONS FRANÇAIS
U1 :25: EN CLASSE
26, 31 : EN DUO ET AU CAHIER (
27,28,30 (en ligne)

Slide 25 - Slide

e:encore des verbes
entrainez-vous sur verbuga.fr

Slide 26 - Slide