Instructie bijvoeglijk naamwoord
Zo maak je de lange vorm van een bijvoeglijk naamwoord:
Zet een -e achter het woord: klein → kleine; sterk → sterke; nieuw → nieuwe.
Let op, soms moet je daarnaast:
een -f- in een -v- veranderen (de f/v-regel): lief → lieve; naïef → naïeve;
een -s- in een -z- veranderen (de s/z-regel): grijs → grijze; serieus → serieuze;
de laatste letter (medeklinker) verdubbelen: fris → frisse; glad → gladde;
een a, e, o of u (klinker) weghalen: traag → trage; zuur → zure.