Grammar 10: articles the, a, an

Articles
Chapter 1
MH1
1 / 15
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Articles
Chapter 1
MH1

Slide 1 - Slide

Learning goal
I can use the articles in an English sentence. 

Ik kan de lidwoorden in een Engelse zin gebruiken.

Slide 2 - Slide

Kun je een Engels lidwoord benoemen?
Denk aan de, het, een.

Slide 3 - Open question

Articles - lidwoorden
The 

An

Slide 4 - Slide

An
An= een

Gebruik je voor woorden die in de uitspraak met een klinker (a,e,i,o,u) beginnen.

I bought an apartment.
It took us an hour to find it.

Slide 5 - Slide

A
A = een

Gebruik je voor woorden die in de uitspraak met een medeklinker (zoals b, d, k) beginnen.

This is a nice neighbourhood.
He always wears a uniform.

Slide 6 - Slide

The
The = de, het

She is on the plane.
The houses in this street all look the same.

Slide 7 - Slide

Geen 'the'

- Je laat 'the' ook weg voor namen van meren, winkels, straten en landen.
They went to Albert Heijn for some salads.

Slide 8 - Slide

Geen 'the'
Aanvulling: 
Soms hoort 'the' bij de naam van het land. 

The Netherlands
The United States

Slide 9 - Slide

Geen 'the'

Gebruik geen 'the' na:

- Both (beide)
- All (alle, de hele)
- Most (de meeste)


Both countries are very nice to visit.

Slide 10 - Slide

Paul has ____ terrible headache.
A
an
B
a
C
the
D
-

Slide 11 - Quiz

This car goes 50 km ____ hour.
A
an
B
a
C
the
D
-

Slide 12 - Quiz

Where's ____ book I lent you yesterday?
A
an
B
a
C
the
D
-

Slide 13 - Quiz

Ik kan de lidwoorden in een Engelse zin gebruiken.
A
Yes
B
Not yet
C
I need more practice.

Slide 14 - Quiz

Exercises
De volgende opdrachten maak je na deze uitleg:
exercise 29, 30, 31 (page 26).

Slide 15 - Slide