This lesson contains 29 slides, with text slides and 2 videos.
Items in this lesson
Licht en lenzen
Natuurkunde 3 havo
Mevrouw Ruysink
Slide 1 - Slide
Wat gaan we deze les doen?
Start hoofdstuk licht en lenzen
Doelen Aan het einde van de les kun je uitleggen -hoe lichtstralen breken -wat het verband tussen de invalshoek en hoek van breking is -wat het brandpunt bij lenzen is
Uitleg
Practicum en Aan de slag
Slide 2 - Slide
Lichtbreking
Licht beweegt in rechte lijnen.
Maar wanneer licht door een doorzichtig materiaal gaat (glas, kunststof of water), geldt die regel niet meer. De lichtstralen worden dan afgebogen (gebroken).
Slide 3 - Slide
Breking van licht
Naar de normaal, van de normaal af
hoek van inval: hoek i
hoek van breking: hoek r
Slide 4 - Slide
Theorie in praktijk brengen
We maken proef 1 en 2
Slide 5 - Slide
Hoe werkt een lens?
-Lens verbuigt lichtstralen -Lenzen hebben een brandpunt (f) -creert een beeld van een voorwerp -bolle lens=positieve lens, convergeren -holle lens=negatieve lensen, divergeren
Slide 6 - Slide
Theorie in praktijk
uitvoeren proef 3
Slide 7 - Slide
Wat gaan we deze les doen?
Terugblik
Doelen
aan het einde van de les kun je constructiestralen tekenen en uitleggen hoe holle en bolle lenzen werken
Uitleg
Aan de slag
Slide 8 - Slide
Soorten lenzen
Slide 9 - Slide
Positieve lenzen (convergerende werking)
Slide 10 - Slide
Negatieve lenzen (Divergerende werking)
Slide 11 - Slide
Stappen constructiestralen :
1. Teken lens met hoofdas en brandpunt (F)
2. Voorwerp en pijl V1 V2 juiste afstand.
3. Twee constructiestralen, B1 waar stralen samen komen.
4. Beeld B1 B2.
Beeld ondersteboven.
Slide 12 - Slide
Demonstratie
Werking bolle lens en holle lens
Proef 3: brandpuntsafstand bepalen
Slide 13 - Slide
Aan de slag
Maak de opdrachten van paragraaf 2
Slide 14 - Slide
Wat gaan we deze les doen?
Terugblik, herhaling vorige week
Doelen -Aan het einde van de les kun je uitleggen hoe een fotocamera werkt
rekenen met de lenzenformule
Uitleg
Aan de slag
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Video
Lenzenformule
Met behulp van constructie kun je de beeldsafstand, voorwerpsafstand of brandspuntsafstand van een lens bepalen.
Slide 17 - Slide
Lenzenformule
Met de lenzenformule kun je de brandpuntsafstand (f), de voorwerpsafstand (v) of de beeldsafstand (b) berekenen als je twee van de drie gegevens hebt.
Slide 18 - Slide
Berekenen van de vergroting van een lens
N = vergroting
v = voorwerpsafstand N = b / v
b = beeldafstand
V = grootte voorwerp N = B / V
B = grootte beeld
Slide 19 - Slide
Aan de slag
Maak de opdrachten van paragraaf 3 uit je boek
Voor wie wil: samen opdrachten maken
Klaar? Kijk de opdrachten na en laat controleren
Slide 20 - Slide
Wat gaan we deze les doen?
Terugblik
Doelen -Aan het einde van de les kun je uitleggen hoe je oog werkt en hoe deze ervoor zorgt dat je scherp kunt zien
Uitleg
Aan de slag
Slide 21 - Slide
Het oog
Slide 22 - Slide
Werking oog
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Video
bijziend of verziend
Slide 25 - Slide
Oudziend
Ooglens is minder elastisch
Je hebt een positieve lens nodig
Slide 26 - Slide
Dioptrie
We drukken de lenssterkte van brillen en lenzen uit in Dioptrie.
Het symbool hiervoor is S en de afkorting dpt.
We kunnen de dioptrie uitrekenen met de volgende formule:
S = 1/f (met f in meters)
Slide 27 - Slide
Aan de slag
Opdrachten maken van paragraaf 3.4
Klaar? Laat controleren en kijk de opdrachtenna van paragraaf 3.1 t/m 3.4 .