This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Items in this lesson
Bevolking
Slide 1 - Slide
Dunbevolkt
* Lage bevolkingsdichtheid
- weinig mensen per vierkante kilometer
* Dunbevolkte gebieden:
- niet vruchtbaar
- te koud of te warm
- te hoog
- niet of moeilijk bereikbaar
Slide 2 - Slide
Dichtbevolkt
* Hoge bevolkingsdichtheid
- veel mensen per vierkante kilometer
* Dichtbevolkte gebieden:
- vruchtbaar
- aan de kust of een rivier
- vlak
- met grondstoffen
- aantrekkelijk klimaat
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
Noem drie redenen waarom de Himalaya dunbevolkt is.
Slide 5 - Open question
Wat is bevolkingsdichtheid?
Slide 6 - Open question
Slide 7 - Slide
Welk werelddeel heeft de hoogste bevolkingsdichtheid?
Slide 8 - Open question
Noem twee redenen waarom de Gangesvallei in India een dichtbevolkt gebied is.
Slide 9 - Open question
Waarom woont de bevolking daar?
* Bevolkingsspreiding verschilt:
- de verdeling van de bevolking over een gebied of land
* Bevolkingsspreiding en bevolkingsdichtheid veranderen door:
Natuur:
- klimaat
- hoogteverschillen
- ligging bij water
Slide 10 - Slide
Waarom woont de bevolking daar?
Ook de mens speelt een belangrijke rol waar mensen wonen:
- rijke gebieden trekken mensen aan
- veel werk en voorzieningen
- andere gebieden stoten mensen af
- oorlog
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Video
Vul het juiste woord in. In het ene gebied van een land wonen veel meer mensen dan in het andere gebied. De verdeling van de bevolking over het land is dus niet regelmatig. Er is een ongelijke .......
Slide 13 - Open question
Migratie
- Immigratie (vertrekken)
- Emigratie (aankomen)
- Push & Pull factoren (weg duwen en aantrekken)
Slide 14 - Slide
Redenen om te migreren
1. Economisch
2. Politiek
3. Ecologisch
4. Sociaal
Slide 15 - Slide
Noem een reden waarom mensen vertrekken uit een land en noem een reden waarom mensen zich willen vestigen in een land
Slide 16 - Open question
Pushfactoren (duwen)
Reden dat je weggaat
Pullfactoren (trekken)
Reden die je aan trekken
Slide 17 - Slide
Push & Pull factoren
Redenen om te vertrekken / Redenen om ergens heen te gaan
Slide 18 - Slide
Pushfactoren
Politieke pushfactoren
Economische pushfactoren
Sociale pushfactoren
Milieu pushfactoren
Slide 19 - Slide
Pullfactoren
Politieke pullfactoren
Economische pullfactoren
Sociale pullfactoren
Milieu pullfactoren
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Welke van deze factoren is een push-factor?
A
Werkgelegenheid
B
Oorlog
C
Klimaatverandering
D
Familie die in het land van bestemming woont
Slide 22 - Quiz
Push factoren zijn:
A
Alle redenen om naar een gebied of land te gaan.
B
Alle redenen om weg te gaan uit een gebied of land.
Slide 23 - Quiz
Wanneer er oorlog is in jouw land is dit een...
A
Pull factor
B
Push factor
Slide 24 - Quiz
Een vluchteling heeft altijd alleen maar push-factoren
A
waar
B
niet waar
Slide 25 - Quiz
Mensen uit Syrië vertrekken naar Turkije vanwege de oorlog. Wat is die oorlog?
A
Een push-factor
B
Een pull-factor
C
Vertrekgebied
D
Emigratie
Slide 26 - Quiz
Wanneer er veel werkgelegenheid is in jouw gebied is dit een ...
A
Pull factor
B
Push factor
Slide 27 - Quiz
Cultuur is
de manier waarop een groep mensen samen leeft.
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Video
Cultuurelementen:
Taal
Godsdienst (geloof of religie)
Gewoonten (aardappelen/groeten/vlees)
Tradities (Koningsdag, Elfstedentocht)
Slide 30 - Slide
Taal
Religie
Gewoonten
Hoge hakken dragen
Boeddhisme
Oktoberfest
Engels
Spaans
Jodendom
Olliebollen eten met oud en nieuw
Slide 31 - Drag question
Cultuurvermenging
De cultuurelementen van verschillende culturen worden door elkaar gebruikt.
Slide 32 - Slide
Cultuurspreiding = diffusie
Diffusie = cultuurelementen verspreiden zich
Bv Europese cultuur heeft zich over de andere continenten (werelddelen) verspreid. Dat kwam door het kolonialisme.
Vroeger hadden Europese landen koloniën, bv. Nederland was baas over Suriname.
Slide 33 - Slide
Cultuurvermenging vroeger:
door
Kolonialisme
Cultuurvermenging nu:
door
Media
Migratie
Handel
Toerisme
Slide 34 - Slide
Amerikanisering
Cultuurelementen van de VS veroveren de wereld.
Voorbeeld: Coca Cola en MacDonald's zijn in de hele wereld bekend.
Slide 35 - Slide
Cultuurelementen zijn
A
Amerikanisering, religie en taal
B
Taal, religie en gewoonten
C
Geloof, taal en koloniën
D
Cultuurvermenging en cultuurspreiding
Slide 36 - Quiz
Cultuurverspreiding
Cultuurvermenging
Slide 37 - Drag question
Welk begrip past hierbij?
A
Cultuur
B
Geloof
C
Cultuurelement
D
Amerikanisering
Slide 38 - Quiz
Cultuurgebieden:
De culturen lijken op elkaar: Gemeenschappelijke elementen (geschiedenis, ideeën, religie, taal).