4.1 Van de bergen naar de zee

1 / 36
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Fluviaal schaalniveau

Slide 2 - Slide

Stroomgebied
Een stroomgebied (1) wordt begrensd door de waterscheiding (2).

De neerslag wordt afgevoerd door het stroomstelsel (3).

Slide 3 - Slide

Stroomgebied A       Stroomgebied B
Stroomgebied
het verzamelgebied van een rivier waarbinnen alle neerslag en grondwater via de zijrivieren uiteindelijk in de hoofdrivier stroomt

Slide 4 - Slide

Een stroomstelsel
het geheel van de hoofdrivier met al zijn zijtakken
Blauw = Stroomstelsel
Rood = Stroomgebied

Grens = Waterscheiding

Slide 5 - Slide

Lengteprofiel
1. Bovenloop
2. Middenloop
3. Benedenloop

Slide 6 - Slide

Bovenloop
Middenloop
Benedenloop

Slide 7 - Slide

1. De bovenloop: hoog in de bergen, waar de rivier ontspringt. Door het grote hoogteverschil stroomt de rivier snel en is de erosieve kracht groot.

2. De middenloop: het middelste deel waar de rivier door een dal loopt waar hij zich heeft ingesneden.

3. De benedenloop: dicht bij de monding waar de rivier door een riviervlakte stroomt. De stroomsnelheid is laag en hierdoor neemt de sedimentatie toe.

Slide 8 - Slide

1.Reliëf

2. Stroomsnelheid

3. Processen

4. Sediment

Bovenloop
Middenloop
Benedenloop
Veel

Weinig
Overgang hoog naar laag


Laag
Sedimentatie
Fijn zand, klei
Hoog
verticale 
erosie
stenen
hoog/laag
Erosie/sedimentatie in evenwicht
Grof zand, grind

Slide 9 - Drag question

Verval en verhang

Verval: Hoogteverschil tussen twee plaatsen aan een rivier.

Verhang: Het verval per kilometer


Slide 10 - Slide

Verval=
hoogteverschil=
2500-2000= 500 m

Slide 11 - Slide

Verhang
Het verhang (of helling) van de rivier bereken je door het hoogteverschil(verval) te delen door de lengte langs de rivier.

Slide 12 - Slide

Wat is het verval van een rivier?
A
hoeveelheid water (m³/s)
B
stroomsnelheid (m/s)
C
verticaal hoogteverschil langs de rivier (m)
D
helling van de rivier (m/km)

Slide 13 - Quiz

In de bovenloop is het verhang groot. Welk proces treedt hier op?

Slide 14 - Open question

Slide 15 - Slide

Regiem:
Het verschil in waterafvoer van een rivier gedurende het jaar 
(hoog=groot verschil)

Debiet:
De totale hoeveelheid water die een rivier op een bepaald punt (op een bepaald moment) afvoert

Slide 16 - Slide

Type rivier (herkomst water)
1. Gletsjerrivier (=smeltwaterrivier)
2. Regenrivier
3. Gemengde rivier
Regenrivier
De rivier ontvangt niet het gehele jaar door smeltwater. De bron ligt dus niet hoog genoeg.
Gletsjerrivier
Hoog in de bergen bij de bron bestaat het rivierwater grotendeels uit smeltwater. Dit deel van de rivier mag je een gletsjerrivier noemen.
Gemengde rivier
De gletsjerrivier hoog in de bergen is inmiddels aangevuld met regenwater. Nu spreken we over een gemengde rivier.

Slide 17 - Slide

In welke periode heeft een gletsjerrivier de hoogste afvoer (piekafvoer)?
A
januari-maart
B
april-juni
C
juli-september
D
oktober-december

Slide 18 - Quiz

Welk type rivier (herkomst water) is de Maas?
A
Regenrivier
B
Gletsjerrivier
C
Smeltwaterrivier
D
Gemengde rivier

Slide 19 - Quiz

Regiem
Het regiem van de rivier is de waterafvoer door het jaar heen.
Gletsjerrivier

Slide 20 - Slide

Regenrivier
Gemengde rivier
Opvallend
De afvoer van de rivier is in de zomer het laagst terwijl de neerslag door het jaar heen constant is.

Slide 21 - Slide

Geef een reden waarom de afvoer van de rivier in de zomer lager is terwijl dan vaak veel neerslag valt?

Slide 22 - Open question

Maar
Verschillen in de afvoer ontstaan ook door veranderingen in het klimaat en veranderingen in onze leefomgeving.
Daarover gaan de volgende slides

Slide 23 - Slide

Neerslagregiem
Gemiddeld zien we een toename van de hoeveelheid neerslag in NL

Daarnaast valt de neerslag onregelmatiger: in pieken en droge periodes

Het neerslagregiem (het verschil in neerslag in een jaar) verandert dus

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Verstening
We bebouwen steeds meer. Er is hierdoor weinig ruimte meer voor groen in de stad.
Dit is verstening
Het regenwater zakt normaal door de bodem richting het grondwater --> naar de rivier.
Door de verstening kan dat niet meer

Slide 26 - Slide

Vertragingstijd
Door de verstening + ontbossing loopt al het regenwater in stedelijke gebieden direct via het riool naar de rivieren.

Water wordt hierdoor snel naar de rivier afgevoerd.

Slide 27 - Slide

Vertragingstijd
Neerslag in een stroomgebied komt in de rivier terecht en er treedt een piekafvoer op ==> vertragingstijd

Wat gebeurt er met de piekafvoer wanneer verstedelijking/verstening/ ontbossing optreedt?

Slide 28 - Slide

Vertragingstijd
Bij verstedelijking/verstening/ ontbossing: 
- piekafvoer komt eerder
- piekafvoer is hoger

Slide 29 - Slide

Na verstening/ontbossing zal de piekafvoer in de rivier.....
A
Later komen en groter zijn
B
Eerder komen en kleiner zijn
C
Later komen en kleiner zijn
D
Eerder komen en groter zijn

Slide 30 - Quiz

Het water dreigt!
Extra gevaar bij een combinatie van:
- springtij
- storm
- piekafvoer rivieren

waterstand zee > rivier

Gevolg: rivieren kunnen water niet meer op zee lozen

Slide 31 - Slide

Bodemdaling
Bodemdaling = het zakken van de bodem tov NAP

Verschillende oorzaken, zowel tektonisch, als door gaswinning als door de landbouw
Landbouw --> door het aanleggen van akkers in veenlandschap + afwatering in de akkers, zakt de bodem langzaam in.

Hierdoor komen we steeds lager --> absolute bodemdaling

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Bodemdaling
Zeespiegel stijgt --> bodem ligt t.o.v. zee lager = relatieve bodemdaling

Bij een hoge zeespiegel, stroomt een deel van het water de monding van de rivier in
De rivieren kunnen hierdoor hun water niet goed naar zee afvoeren, waardoor de waterstand in de rivieren stijgt

Dit is problematisch in het geval van een hoge piekafvoer

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Hoe op te lossen?
Stroomgebied van de rivieren vergroten zodat ze meer water aankunnen
Meer groen in de stad en eromheen om de vertragingstijd te vergroten en de piekafvoer te verkleinen
Tegengaan bodemdaling --> bv minder water uit de bodem halen

Slide 36 - Slide