This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Aandoeningen aan het voortplantingsstelsel
Deel 2
Slide 1 - Slide
Eerst
Jullie
kennis
even
opfrissen
Slide 2 - Slide
Het slijmvlies aan de binnenkant van de baarmoeder heet het emdometrium.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 3 - Quiz
Waar mondt de urinebuis uit?
A
Tussen de vaginaopening en de anus.
B
Tussen de vaginaopening en de clitoris.
C
Onder de anus.
D
Boven de clitoris.
Slide 4 - Quiz
Follikels rijpen onder invloed van FSH. Terwijl follikels rijpen produceren ze het hormoon:
A
Testosteron.
B
TSH
C
Oestrogeen.
D
LH
Slide 5 - Quiz
Beeldvormende techniek. Wat wordt er bekeken bij een hysteroscopie?
A
De eileiders.
B
De eierstokken.
C
De baarmoederholte.
D
De baarmoedermond.
Slide 6 - Quiz
Curettage is het afschrapen van baarmoederslijmvlies. Wanneer wordt dit toegepast?
A
Behandeling van baarmoederhalskanker.
B
Diagnostiek van baarmoederhalskanker.
C
Zowel antwoord A en B
D
Beide antwoorden; A en B niet.
Slide 7 - Quiz
Beeldvormende techniek. Wat wordt er bekeken bij een colposcopie?
A
De eileiders.
B
De eierstokken.
C
De baarmoederholte.
D
De baarmoedermond.
Slide 8 - Quiz
Wat is het belangrijkste symptoom van een cervixcarcinoom?
A
Koorts.
B
Pijn in de onderbuik.
C
Abnormaal vaginaal bloedverlies.
D
Schrijnende pijn in de schede.
Slide 9 - Quiz
Wat is een risicofactor voor het krijgen van een cervixcarcinoom?
A
HPV infectie.
B
Roken.
C
Zowel antwoord A en B.
D
Beide antwoorden; A en B niet.
Slide 10 - Quiz
Welk symptoom past bij endometriumcarcinoom?
A
Geen gewichtstoename.
B
Pijn in de onderbuik.
C
Niet bloederig vaginale afscheiding.
D
Koorts.
Slide 11 - Quiz
De oorzaak van een vleesboom:
A
Pilgebruik in combinatie met roken.
B
Onbekend.
C
Hormonale onevenwichtigheid.
D
Erfelijk.
Slide 12 - Quiz
Hoeveel procent van de vrouwen, ouder dan 30 jaar, heeft één of meer vleesbomen?
A
20
B
30
C
40
D
50
Slide 13 - Quiz
Waarom wordt de pil gegeven ter behandeling van een vleesboom?
A
Het vermindert het bloedverlies.
B
Het vermindert de pijn.
C
Zowel antwoord A als B.
D
Beide antwoorden; A en B zijn niet juist.
Slide 14 - Quiz
Bekende risicofactoren zijn leeftijd ( boven de 60 jr) en erfelijke belasting. In sommige families komt eierstokkanker in combinatie met een ander soort kanker voor. Welk soort kanker is dit?
Slide 15 - Open question
Borstkanker verspreidt zich primair via het.......
A
Bloedvatenstelsel.
B
Lymfestelsel.
C
Antwoord A en B zijn juist.
D
Beide antwoorden; A en B zijn niet juist.
Slide 16 - Quiz
Waarmee wordt de diagnose borstkanker bevestigd?
A
CT-scan.
B
MRI-scan.
C
Biopsie.
D
x-thorax.
Slide 17 - Quiz
Wat is geen goedaardige aandoening van de borst?
A
Ziekte van Paget.
B
Fibroadenoom.
C
Cyste.
D
Fybrocystische veranderingen.
Slide 18 - Quiz
Hoe wordt een fibroadenoom doorgaans behandeld?
A
Radiotherapie.
B
Chemotherapie.
C
Chirurgie.
D
Geen behandeling nodig.
Slide 19 - Quiz
Hoeveel procent van de vrouwen tussen de 15 en 45 jaar heeft last van PMS? (premenstrueel syndroom)
A
4
B
14
C
24
D
34
Slide 20 - Quiz
Hoe wordt de diagnose van PMS gesteld?
A
Echo en CT scan.
B
Hysteroscopie en laparoscopie.
C
Psychiatrisch onderzoek en MRI.
D
Anamnese en klachtenanalyse.
Slide 21 - Quiz
Endometriose kan op verschillende manieren behandeld worden. Wat is een van de behandelopties?
A
Een spiraaltje.
B
Hormonale behandeling.
C
Corticosteroïden.
D
Radiotherapie.
Slide 22 - Quiz
Een ectopische zwangerschap (EUG) is een zwangerschap waarbij de bevruchte eicel zich buiten de baarmoeder innestelt. Waar ontstaat de meeste EUG 's?
A
In de eierstokken.
B
In de buikholte.
C
In de baarmoederhals.
D
In de eileiders.
Slide 23 - Quiz
Wanneer verergeren de symptomen bij een buitenbaarmoederlijke zwangerschap?
A
Als de eileider scheurt.
B
Als de vrucht wordt afgestoten.
Slide 24 - Quiz
Hoe ontstaat zwangerschapsdiabetes?
A
De insulinebehoefte neemt toe.
B
De gevoeligheid van insuline neemt af.
C
Er is een acute immuunreactie tegen de pacreas.
Slide 25 - Quiz
Aandoeningen van het mannelijke voortplantingsstelsel.