4M- §2.2 - Neutraal Nederland

Deze les
1. H2.1 nakijken en formatieve afsluiting.
2. Uitleg paragraaf Neutraal Nederland
Je kan:
De invloed van de WO I op Nederland toelichten.
Belangrijke veranderingen van de grondwet tussen 1917 en 1919 opsommen.

1 / 33
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Deze les
1. H2.1 nakijken en formatieve afsluiting.
2. Uitleg paragraaf Neutraal Nederland
Je kan:
De invloed van de WO I op Nederland toelichten.
Belangrijke veranderingen van de grondwet tussen 1917 en 1919 opsommen.

Slide 1 - Slide

H2 De Eerste Wereldoorlog (1914-1918)
STARTOPDRACHT: KIJK H2.1 NA.
KLAAR? LEES H2.2 EN ONDERSTREEP DE BELANGRIJKE BEGRIPPEN.
   §2.2 Nederland blijft neutraals

Slide 2 - Slide

13. Welk begrip (A-F hoort bij welk stukje tekst (1-6)? Maak de juiste combinaties.
1. In Oost-Afrika vochten de duitsers met vooral Afrikaanse soldaten tegen Engelsen, Fransen en Zuid-Afrikanen.
2. Volgens Von Schlieffen had Duitsland geen andere keus. Het Duitse leger moest eerst Frankrijk verslaan en daarna Rusland.
3. In oorlogen ontwikkelt men vaak nieuwe wapens. Dit vonden soldaten in de Eerste Wereldoorlog een verschrikkelijk wapen.
4. Uit een Duits gedicht: Wat doet Engeland beven? Wat vervaagt zijn roem op zee? Wat brengt de vijand een zekere dood? Dit is de onderzeeboot.
5. Eind 1914 werden de greppels beschermd met prikkeldraad tegen een aanval van de vijand.
6. Alle beschikbare mankracht moest worden ingezet. In de industrie kreeg de productie van militaire goederen totale voorrang.
A  Duikbotenoorlog
B  Gifgasoorlog
C  Loopgravenoorlog
D Totale oorlog
E  Tweefrontenoorlog
F Wereldoorlog

Slide 3 - Drag question

1914
1914-'18
1915
1916
1917
1918
1919
Frans Ferdinand vermoord
Russische revolutie
Eerste Wereldoorlog
opvang Belgische vluchtelingen
verdrag van Versailles
onbeperkte duikbootoorlog
VS doet mee
Wapenstilstand
loopgravenoorlog

Slide 4 - Drag question

Zet in de juiste volgorde...
Moord op Frans Ferdinand
Duitsland verklaart de oorlog aan Rusland
Von Schlieffen-plan wordt uitgevoerd
Soldaten graven zich in, in loopgraven
Bond-genootschap Duitsland en Oostenrijk-Hongarije

Slide 5 - Drag question

Nederland blijft neutraal

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

   §2.2 Neutraal Nederland
Gevolgen Nederland

  • Nederland tijdens WO1 neutraal
  •  
  • Gevolgen:
  • - 1 miljoen Belgische vluchtelingen
  • - Mobilisatie leger
  • - Dodendraad
  • - Handelsbelemmeringen
  • --> Invoering Distributiesysteem



Slide 8 - Slide

De tekening kwam op de voorpagina met de tekst: 

‘In de verdrukking. Holland: “De heeren oorlogvoerenden laten me niet veel ruimte om mijn boodschappen te doen.”

Slide 9 - Slide

   §2.2 Neutraal Nederland
Gevolgen Nederland

  • Nederland tijdens WO1 neutraal
  •  
  • Gevolgen:
  • - 1 miljoen Belgische vluchtelingen
  • - Mobilisatie leger
  • - Dodendraad
  • - Handelsbelemmeringen
  • --> Invoering Distributiesysteem



Slide 10 - Slide

De dodendraad
Om de grens tussen Nederland en België beter te kunnen bewaken, werd de elektrische dodendraad aangelegd. Hierdoor kon smokkel, spionage en desertie beter worden tegengegaan.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

H2 De Eerste Wereldoorlog (1914-1918)
   §2.2 Nederland blijft neutraal

Slide 16 - Slide

Deze les
1. Herhaling

2. Uitleg paragraaf 2.2: Neutraal Nederland

Slide 17 - Slide

Opdracht
1. Wat betekent het als een land neutraal is tijdens een oorlog?
2. Hoeveel Belgische vluchtelingen werden er opgevangen tijdens de Eerste Wereldoorlog?
3. Wat was de Dodendraad en waarom werd dit aangelegd? 
4. Wat deed de Nederlandse regering aan de schaarste tijdens de Eerste Wereldoorlog?
5. Noem nog een neutraal land tijdens de Eerste Wereldoorlog.

Slide 18 - Slide

   §2.2 Neutraal Nederland
1917:

  • Drie politieke zaken zonder oplossing:
  • - Kiesrecht
  • - Manier van verkiezen
  • - Schoolstrijd



Slide 19 - Slide

   §2.2 Neutraal Nederland
1917

  • Kiesrecht



Slide 20 - Slide

   §2.2 Neutraal Nederland
1917

  • Manier van verkiezen



Slide 21 - Slide

   §2.2 Neutraal Nederland
1917

  • Schoolstrijd



Slide 22 - Slide

   §2.2 Neutraal Nederland
De Grondwet van 1917

  • Oorlog leidde tot nationale verbondenheid
  • Hierdoor meer eenheid in politiek
  •  
  • 1917 Pacificatie:
  • Politiek akkoord om over:
  • - Algemeen mannen kiesrecht
  • - Passief vrouwen kiesrecht
  • - Financiële gelijkstelling bijzondere scholen (schoolstrijd opgelost)
  • - Evenredige vertegenwoordiging



Slide 23 - Slide

Censuskiesrecht
Naast Censuskiesrecht was er ook een Districtenstelsel.

Elk district kiest zijn eigen vertegenwoordiger voor het parlement.

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Voordelen districtenstelsel:

  • Kandidaten persoonlijk bekend bij kiezers
  • Kandidaten kennen het gebied, de bevolking en de problemen
  • Vergroten politieke interesse
Nadelen districtenstelsel:

  • The winner takes it all: uitgebrachte stemmen op verliezers tellen niet meer mee
  • Kleine partijen maken vaak weinig kans

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Pacificatie van 1917
  • Pacificatie = vrede
  • In 1917 worden de twee grote problemen opgelost
  • Schoolstrijd: bijzonder onderwijs krijgt nu ook subsidie
  • Kiesrechtkwestie: algemeen kiesrecht wordt ingevoerd

Slide 28 - Slide

Evenredige vertegenwoordiging
In 1917 werd dit stelsel gewijzigd.
Er kwam evenredige vertegenwoordiging.
Alle stemmen uit hele land werden bij elkaar opgeteld.
De zetels worden naar verhouding verdeeld.
Verandering in de grondwet.

Slide 29 - Slide

Pacificatie
Passief kiesrecht
Dodendraad
Mannen
kiesrecht
Vluchtelingen
Districtenstel-sel
1917

Slide 30 - Drag question

   §2.2 Neutraal Nederland
De Mislukte revolutie

  • Leider socialisten wilde macht grijpen met revolutie
  • (Pieter Jelles Troelstra) 
  •  
  • Mislukt --> Geen aanhangers



Slide 31 - Slide

Slide 32 - Video

2.2 - Nederland blijft neutraal
Aan de slag met de volgende opdrachten van paragraaf 2.2:
4, 5, 7, 8 en 10
Klaar? Oefentoets

Slide 33 - Slide