3. A3 Beeldanalyse

• Kunst
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Beeldanalyse

Let op!

De volgende slides dienen ter verdieping/uitleg bij het beeldanalyseformulier. 

Houdt dit formulier aan als basis! 

De beeldanalyse

1. Je kiest een kunstenaar.

2. Je kiest een kunstwerk van deze kunstenaar.

3. Je analyseert het kunstwerk m.b.v. het formulier.

4. Je schrijft een analyse van 400-600 woorden, waar je jouw informatie in verwerkt.

(Post)modern

Vincent van Gogh

Frida Kahlo

Gustav Klimt

Renée Magritte

Charley Toorop

Otto Dix

Pegeen Vail

Hedendaags

Sam Andrea

Luc Tuymans

David Hockney

Marcel van Eeden

Jill Mulleady

Iris Kensmill

Yayoi Kusama

Zanele Muholi

Kinke Kooi

Afra Eisma

Afra Eisma

Sam Andrea

Yayoi Kusama

David Hockney

Iris Kensmil

Marcel van Eeden

Jill Mulleady

Kinke Kooi

Zanele Muholi

Egon Schiele (1890-1918)

Frida Kahlo (1907-1954)

Inleiding

Eisen inleiding: 

In de inleiding vertel je kort over welk kunstwerk jouw analyse gaat. Hier kun je al informatie vertellen over de kunstenaar, maar dat hoeft niet.

Wat er in ieder geval in moet staan:

Afbeelding van het kunstwerk.

Verschijningsvorm kunstwerk + afmeting

Check de handleiding voor een goede richtlijn.

Voorstelling

Beschrijf aan iemand die het kunstwerk niet kan zien, hoe het kunstwerk eruit ziet in 

+- 50 woorden. 

(Dit mag in de inleiding)

Materialen en technieken

Waar is jouw kunstwerk mee gemaakt? Welk formaat heeft het? Zijn er speciale technieken gebruikt?

Beschrijf de materialen en technieken apart van de beeldaspecten!

Vormgeving

Nadat je de voorstelling hebt beschreven, beschrijf je de vormgevingsaspecten (3x)

Kleur

Licht

Vorm

Ruimte

Compositie

Vorm

2D of 3D ? (Ruimtelijk of vlak)

Abstract of figuratief

Gestileerd of gedetailleerd

Organisch of geometrisch

Ruimte

Vertel over en de suggestie van dieptewerking of plasticiteit in tweedimensionale werken (als dat aanwezig is). Als het niet aanwezig is vertel je dat.

Kan je een van de volgende begrippen vinden in het kunstwerk? Lijnperspectief, atmosferisch perspectief, overlapping, afsnijding, repoussoir, voorgrond/achtergrond, groot/klein.

En zo ja: benoem ook hoe je dat kan zien!

Ruimte

Plasticiteit: suggestie van ruimte door eigen- en slagschaduwen.

Perspectief: 1-punts of 2-puntsperspectief

Atmosferisch perspectief: perspectief door de kleuren van de atmosfeer

Diepte door: overlapping, afsnijding of repoussoir

Wat is het verschil tussen de voorgrond en de achtergrond?

Wordt er gebruik gemaakt van groot-klein? (Objecten vooraan zijn groter dan de objecten achteraan).

Is er optisch bedrog?

Eisen

• Je schrijft op basis van al jouw verzamelde informatie deze analyse. 
• Je kan de volgorde aanhouden van de stappen of je eigen draai eraan geven. Je analyse heeft een voorblad met een afbeelding van je kunstwerk. 
• Je schrijft tussen de 400 en de 600 woorden in lettertype 12. 
• Je gebruikt minimaal drie verschillende bronnen en jouw gebruikte bronnen zet je aan het einde van je tekst. 
• Om een voldoende te halen moeten de principes en beeldaspecten goed gebruikt zijn.

Goede series, podcasts en websites om kunstwerken te vinden:

https://www.mistermotley.nl/

Kunst is lang (podcast)

Man en kunst (programma op de NPO)

Tip bij overige begrippen: google is je bestie.