What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Het Hart- en Vaatstelsel: Bouw en Werking
Leerdoelen
Je kunt de bouw en functie van het hart- en vaatstelsel beschrijven en verklaren hoe de bloedstroom, de bloeddruk en het weefselvocht ontstaat.
1 / 28
next
Slide 1:
Slide
Anatomie Fysiologie pathologie
MBO
Studiejaar 3
This lesson contains
28 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Leerdoelen
Je kunt de bouw en functie van het hart- en vaatstelsel beschrijven en verklaren hoe de bloedstroom, de bloeddruk en het weefselvocht ontstaat.
Slide 1 - Slide
Wat weet je al over de bouw en werking van het hart?
Slide 2 - Mind map
Bouw en Werking van het Hart
Ligging, bouw, en functie van het hart en de grote en kleine circulatie.
Slide 3 - Slide
Wat is de betekenis van 'capillairen'?
A
Slagaders
B
Kringslagaders
C
Haarvaten
D
Longslagaders
Slide 4 - Quiz
Wat is de 'systole' in het hart?
A
Natuurlijke pacemaker
B
Contractiefase
C
Ontspanningsfase
D
Vaatvernauwing
Slide 5 - Quiz
Wat wordt bedoeld met 'embolus'?
A
Losgeschoten bloedprop
B
Vaatvernauwing
C
Longader
D
Haarvat
Slide 6 - Quiz
Wat is de functie van de 'sinusknoop'?
A
Contractiefase
B
Vaatvernauwing
C
Natuurlijke pacemaker
D
Regelcentrum voor bloeddruk
Slide 7 - Quiz
Wat is de betekenis van 'aorta'?
A
Longslagader
B
Bekkenslagader
C
Hersenslagader
D
Lichaamsslagader
Slide 8 - Quiz
Wat vervoert het circulatiestelsel naar alle cellen in het lichaam?
A
Lymfevloeistof en afvalstoffen
B
Bloed met zuurstof en voedingsstoffen
C
Zuurstof en stikstof
D
Water en koolstofdioxide
Slide 9 - Quiz
Hoe wordt koolstofdioxide uit het bloed verwijderd?
A
Door het spijsverteringsstelsel
B
Door de huid
C
Via de bloedstroom door de longen
D
Via de nieren
Slide 10 - Quiz
Welk orgaan werkt als een pomp voor de bloedstroom?
A
De nieren
B
Het hart
C
De lever
D
De longen
Slide 11 - Quiz
Wat zijn de vitale functies van het hart?
A
Het produceren van hormonen
B
Het afbreken van voedingsstoffen
C
Het leveren van stuwkracht voor de bloedstroom
D
Het reinigen van het bloed
Slide 12 - Quiz
Wat zijn de twee delen waaruit het hart is opgebouwd?
A
Twee boezems (atria) en twee kamers (ventrikels)
B
Twee kamers en drie boezems
C
Drie boezems en één kamer
D
Eén boezem en één kamer
Slide 13 - Quiz
Wat is de functie van de kleine circulatie?
A
De nieren bedienen
B
De darmen bedienen
C
De lever bedienen
D
De longen bedienen
Slide 14 - Quiz
Wat zijn de bloedvaten die stoffen uitwisselen tussen het bloed en de cellen?
A
Aders (venen)
B
Slagaders (arteriën)
C
Haarvaten (capillairen)
D
Kleine slagaders (arteriolen)
Slide 15 - Quiz
Wat gebeurt er als er een stoornis is in een vitale functie?
A
Het leidt tot chronische gezondheidsproblemen.
B
Het leidt tot een acute en levensbedreigende situatie.
C
Het veroorzaakt een milde reactie.
D
Het heeft geen invloed op de gezondheid.
Slide 16 - Quiz
Welk orgaan is afhankelijk van een goede hartwerking?
A
De nieren.
B
De lever.
C
De longen.
D
De maag.
Slide 17 - Quiz
Wat is een voorbeeld van een vitale functie naast de hartwerking?
A
De spijsvertering.
B
De lichaamstemperatuurregeling.
C
De spierkracht.
D
De ademhaling.
Slide 18 - Quiz
Hoeveel atria en ventrikels heeft het hart?
A
Drie atria en één ventrikel
B
Eén atrium en één ventrikel
C
Twee atria en drie ventrikels
D
Twee atria en twee ventrikels
Slide 19 - Quiz
Welke slagaders behoren tot het hart?
A
Aorta en arteria pulmonalis
B
Carotis en brachiocephalische arterie
C
Radiale en ulnaire arterie
D
Femorale en renale arterie
Slide 20 - Quiz
Hoeveel vena cava's heeft het hart?
A
Bovenste en onderste holle ader
B
Linker en rechter holle ader
C
Vier stuks vena cava
D
Geen vena cava's
Slide 21 - Quiz
Wat is de functie van de hartkleppen?
A
Transporteren van zuurstof naar de organen
B
Reguleren van bloeddruk in het hart
C
Voorkomen van terugstromen van bloed
D
Aanmaken van rode bloedcellen
Slide 22 - Quiz
Wat is de functie van het endocard?
A
Zorgen voor pompkracht van het hart
B
Zorgen voor gladde binnenbekleding waar bloed langs stroomt
C
Zorgen voor kleppen in het hart
D
Zorgen voor dikste laag van het hart
Slide 23 - Quiz
Uit welke lagen bestaat de wand van het hart?
A
Pericard, endocard, hartzakje
B
Epicard, endocard, myocard
C
Endocard, myocard, pericard
D
Myocard, hartzakje, epicard
Slide 24 - Quiz
Wat is de functie van het pericard?
A
Vormen van een dubbele laag om het myocard
B
Zorgen voor kleppen in het hart
C
Zorgen voor pompkracht van het hart
D
Zorgen voor gladde binnenbekleding waar bloed langs stroomt
Slide 25 - Quiz
Welke ventrikel heeft een dikkere spierlaag?
A
Atrium
B
Linkerventrikel
C
Rechterventrikel
D
Myocard
Slide 26 - Quiz
Tijdens welke fase van de hartcyclus neemt de druk in de ventrikels af?
A
Systole
B
Slagaders
C
Atria
D
Diastole
Slide 27 - Quiz
Wat veroorzaakt het openen van de aortaklep en de pulmonalisklep?
A
Sluiting van de atria
B
Toenemende druk in de ventrikels
C
Samentrekking van de atria
D
Afname van ventriculaire druk
Slide 28 - Quiz
More lessons like this
Het circulatiestelsel N4
June 2023
- Lesson with
15 slides
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 1
Het circulatiestelsel N4
September 2024
- Lesson with
18 slides
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 1
Periode 2 - Les 1 - Introductie AF Hart
November 2024
- Lesson with
28 slides
Anatomie
MBO
Studiejaar 2
Circulatie les 1
March 2022
- Lesson with
19 slides
anatomie
MBO
Studiejaar 2
VO les anatomie
October 2024
- Lesson with
28 slides
Mentorles
MBO
Studiejaar 1
Anatomie van het hart en het circulatiestelsel
May 2023
- Lesson with
35 slides
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 2
Anatomie van het hart en het circulatiestelsel
June 2023
- Lesson with
42 slides
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 2
Bloeddrukregeling
December 2021
- Lesson with
32 slides
biologie
Secundair onderwijs