DEF@ctO | VO2 | les 23 | deel 1 | luisteren

Nieuw logo

VO 2

les 23 deel 1

1 / 20

Slide 1: Slide

NederlandsLuisteren+1Middelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Introduction

Doel: ik kan informatie uit een luisterfragment halen en hierover praten. Ik kan over typisch Nederlandse dingen praten.

Instructions

De lesstof van les 23 & 24 zijn onder andere gebaseerd op les 12 van Vlot Nederlands

Thema: traditie en vernieuwing (typisch Nederlandse producten en gewoonten, de Canon, Sinterklaas en Kerstman, festivals, werelderfgoed)

De les start met het liedje ’15 miljoen mensen’ - bespreek de tekst nadat de leerlingen het lied gehoord hebben.

Deze les gaat over Nederlandse tradities. De leerlingen praten 2 minuten over hun ervaringen met Nederlandse tradities.

Daarna krijgen ze een luistertekst met vragen.

De les eindigt met de vraag: wat vinden de leerlingen typisch Nederlands?

Probeer verder te komen dan alleen het eten (dropjes – haring – snacks). Hoe zijn Nederlanders qua karakter (open / gesloten – sociaal? – actief? …).

Zouden de leerlingen in Nederland willen wonen? Waarom?

Instructions

Items in this lesson

Nieuw logo

VO 2

les 23 deel 1

Slide 1 - Slide

Bezoek ook eens onze website

http://www.defact-o.nl

Les 23 deel 1

luisteren

Doel: Ik kan informatie uit een luisterfragment halen en hierover praten.

Ik kan praten over typisch Nederlandse zaken.

Slide 2 - Slide

Bespreek de doelen van deze les.

Bron afbeelding.

Kijk en luister naar de videoclip.

Bron: https://youtu.be/wftARWunM2I; xdrmusicvidz

Slide 3 - Slide

Kijk en luister samen naar de video '15 miljoen mensen' van Fluitsma en van Tijn.

Deze les gaat over 'Nederlandse tradities'.

Praat in tweetallen over je ervaringen met Nederlandse tradities. De ander mag vragen stellen. Ieder moet 2 minuten volpraten. Gebruik te timer.

timer

2:00

Slide 4 - Slide

De leerlingen praten over Nederlandse tradities.

Je luistert één keer naar het luisterfragment.

Daarna lees je de luistervragen.

Dan luister je nog een keer naar het fragment en maak je aantekeningen terwijl je luistert.

Vervolgens beantwoord je de luistervragen.

Luisteren ...... wat gaan we doen?

Slide 5 - Slide

Lees samen de uitleg hoe we in stappen het audiofragment gaan aanpakken.

Je kan de luistervragen mondeling in de klas laten beantwoorden.

Je kan ze ook op de volgende dia's laten beantwoorden.

Luister één keer naar de dialoog.

Marieke komt bij de Engelse William op ziekenbezoek. Ze kennen elkaar van de studie. Marieke heeft bloemen en drop voor William meegebracht.

Slide 6 - Slide

Luisteren zonder aantekeningen te maken. De volgende dia laat het luisterfragment nogmaals horen. Dan pas worden aantekeningen gemaakt.

Bron: ‘Vlot Nederlands’ van Fros van der Maden (Edutekst 2018/2019). p. 155.

Luistervragen

1 Wat voor bloemen geeft Marieke aan William?

2 Waar komen deze bloemen oorspronkelijk vandaan?

3 Waarom vindt Marieke molens niet typisch Nederlands?

4 Hoe komt het volgens William dat hij ziek is geworden?

5 Is hij zich inmiddels helemaal beter?

6 Wat vinden buitenlanders van het gedrag van Nederlanders, volgens Marieke?

7 Wat vindt William van Marieke?

Lees nu de luistervragen hieronder. Maak een aantekeningenblaadje klaar.

Vervolgens luister je nog een keer naar het fragment en beantwoord je de vragen op de volgende dia's.

Slide 7 - Slide

De leerlingen luisteren na het lezen van de vragen nog een keer naar het audiofragment. Ze maken aantekeningen. Vervolgens beantwoorden ze de vragen op de volgende dia's.

Antwoorden: 1 rode tulpen, 2 Turkije, 3 omdat de eerste molens in China en Perzië stonden, 4 William zegt dat hij ziek is geworden doordat hij te hard heeft gewerkt en te weinig heeft geslapen en te slecht heeft gegeten. 5 Nee, want hij moet nog vaak hoesten. 6 Ze vinden afspraken nakomen en op tijd zijn belangrijk en ze zijn nogal direct. 7 Hij vindt haar inderdaad direct, maar ook heel gezellig.

bron: ‘Vlot Nederlands’ van Fros van der Maden (Edutekst 2018/2019). p. 155.

Wat voor bloemen geeft Marieke aan William?

gele tulpen

rode rozen

rode tulpen

gele rozen

Slide 8 - Quiz

Antwoord: rode tulpen.

Waar komen deze bloemen oorspronkelijk vandaan?

Turkije

Nederland

China

België

Slide 9 - Quiz

Antwoord: Turkije.

Waarom vindt Marieke molens niet typisch Nederlands?

Slide 10 - Open question

Antwoord: omdat de eerste molens in China en Perzië stonden.

Hoe komt het volgens William dat hij ziek is geworden?

Slide 11 - Open question

Antwoord: William zegt dat hij ziek is geworden doordat hij te hard heeft gewerkt en te weinig heeft geslapen en te slecht heeft gegeten.

Is hij inmiddels helemaal beter?

nee, hij heeft nog koorts

nee, hij moet nog vaak hoesten

nee, hij heeft nog pijn in zijn buik

Slide 12 - Quiz

Antwoord: nee, hij moet nog vaak hoesten.

Wat vinden buitenlanders van het gedrag van Nederlanders, volgens Marieke?

Slide 13 - Open question

Antwoord: ze vinden afspraken nakomen en op tijd zijn belangrijk en ze zijn nogal direct.

Wat vindt William van Marieke?

Slide 14 - Open question

Antwoord: hij vindt haar inderdaad direct, maar ook heel gezellig.

1 Marieke vertelt over drie dingen dat ze veel minder typisch Nederlands zijn dan je zou denken. Welke drie dingen zijn dit?

2 Welke dingen vindt Marieke wél typisch Nederlands?

3 Noem twee dingen die jij typisch Nederlands vindt. Noem ook twee dingen die je typisch voor jouw geboorteland vindt.

4 Welke karaktereigenschappen vind jij typisch Nederlands? Welke karaktereigenschappen zijn typisch voor jouw geboorteland? En welke gewoonten?

5 Wat heeft koningin Máxima gezegd over 'de' Nederlander? Ben je het eens met haar?

Kan je nu ook de vragen hieronder beantwoorden?

Je mag de tekst gebruiken.

Slide 15 - Slide

Eerst ieder voor zich - daarna klassikaal met beurtstokjes

Leesvragen 1 tulpen, molens en drop, 2 gele kazen, stroopwafels, hagelslag, pindakaas en poffertjes, 3 -, 4 -, 5 ‘De’ Nederlander bestaat niet.

Bron: ‘Vlot Nederlands’ van Fros van der Maden (Edutekst 2018/2019). p. 155-156.

klik hier

In deze oefening herhaal je een aantal formuleringen die je dit jaar hebt geoefend. Leef je in in de situaties. Wat zeg je? Klik op de oefening. Trek om de beurt een kaart.