thema 'de gezondheid' les 1

Thema 'de gezondheid'
les 1
1 / 27
next
Slide 1: Slide
NT2Voortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Thema 'de gezondheid'
les 1

Slide 1 - Slide

woordenschatlessen op A2-niveau ter voorbereiding op het inburgeringsexamen.
de gezondheid
Mijn gezondheid is goed: ik ben nooit ziek.
de huisarts
De huisarts verwijst mij door naar de specialist.

Slide 2 - Slide

De leerlingen schrijven de woorden in een woordenschrift en zetten eventueel de vertaling erbij. 

het recept
De huisarts schrijft een recept.
de pil / de pillen
Je moet de pillen innemen, zegt de dokter.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

de apotheek
Ik haal de medicijnen bij de apotheek.
de drogist
Ik koop pleisters bij de drogist.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

het medicijn
Welk medicijn heb je bij de apotheek gehaald?
de verpleegster
De verpleegster verzorgde de wond.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

de kanker.
Mijn oma heeft kanker.
de patiënt.
De patiënt moet 3 dagen in het ziekenhuis blijven.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

de zorg
De zorg voor zijn vader is zwaar.
de pijn
Als je ziek bent, heb je vaak ergens pijn.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

de verzekering.
Hij heeft een verzekering voor zijn auto.
de zorgverzekering
Hij heeft een zorgverzekering bij CZ.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

het spreekuur
Komt u dinsdag maar op het spreekuur.
de ziekte
De dokter weet niet wat de oorzaak is van zijn ziekte.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

de controle
Ik ga 2 keer per jaar naar de tandarts voor een controle.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

de operatie
Hij krijgt een operatie aan zijn buik.
de specialist

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

de operatie
Hij krijgt een operatie aan zijn buik.
de specialist
Deze specialist weet alles over het hart.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

betekenissen

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

betekenissen

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Wat is dit?

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

Wat is dit?

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

Wat is dit?

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Wat is dit?

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

Welk woord hoort niet in het rijtje?

A
de huisarts
B
het spreekuur
C
de gezondheid
D
het recept

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Welk woord hoort niet in het rijtje?

A
de specialist
B
de operatie
C
het recept
D
de controle

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Maak een zin met
"de apotheek".

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

Maak een zin met
"het spreekuur".

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

Maak een zin met
"de pijn".

Slide 23 - Open question

This item has no instructions

Maak een zin met
"het recept".

Slide 24 - Open question

This item has no instructions

Maak een zin met
"de drogist".

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

Werkvorm 1 - in duo's
Je krijgt van de docent een stapel kaartjes met plaatjes.
Je draait om de beurt een kaartje om en vertelt wat er op het kaartje staat. Je geeft ook de betekenis van het woord en een voorbeeldzin.

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Werkvorm 2 - mix en ruil
Iedereen krijgt van de docent een kaartje met een plaatje. 
Als de docent zegt: 'start!' loopt iedereen door de klas.
Als de docent zegt; 'stop!' dan sta je stil en bespreekt met de persoon die bij jou in de buurt staat wat op je kaartje staat. Je geeft ook de betekenis van het woord en een voorbeeldzin.
Ben je klaar? Ruil de kaartjes en wacht totdat de docent weer zegt: 'start!'

Slide 27 - Slide

This item has no instructions