4.1 + 4.2 ontwikkeling van het leven op aarde

Thema 4 Ordening
§4.1 Ontwikkeling en §4.2 Organismen ordenen
1 / 51
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 3

This lesson contains 51 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Thema 4 Ordening
§4.1 Ontwikkeling en §4.2 Organismen ordenen

Slide 1 - Slide

Goedemorgen
  • Pak je boek erbij blz. 240 
  • Je latop heb je pas nodig na de uitleg dus laat deze nog maar even in je tas.

Slide 2 - Slide

Planning
  • Start thema Ordening

  • Uitleg basisstof 1 + 2
  • Vragen LessonUp
  • Opdrachten maken (vanaf blz. 246)

Slide 3 - Slide

45.000 soorten levende wezens




Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Leerdoel §4.1
  • Je kunt een tijdbalk van het leven op aarde en een stamboom van organismen aflezen.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Ontwikkelingen van het leven op aarde
Geologische tijdschaal

Deze is onderverdeeld in tijdperken

De tijdperken zijn weer onderverdeeld in perioden 

Slide 8 - Slide

Ontwikkelingen van het leven op aarde
  • Soorten die een gemeenschappelijke voorouder hebben, vertonen verwantschap

  • Hoe jonger de gemeenschappelijke voorouder in een stamboom zit, hoe verwanter groepen zijn.
Stambomen en verwantschap

Slide 9 - Slide

Ontwikkelingen van het leven op aarde
De mens stamt niet af van de apen, maar apen en mensen hebben dezelfde gemeenschappelijke voorouder

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

vragen
VRAGEN 

Slide 14 - Slide

Een geologische tijdschaal is ingedeeld in tijdperken
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quiz

Wat betekent het als groepen organismen verwant zijn?
A
Ze hebben hetzelfde leefgebied
B
Ze hebben gemeenschappelijke voorouders
C
Ze lijken uiterlijk op elkaar

Slide 16 - Quiz

Wat kwam er als eerst op aarde?
A
Bacteriën
B
Zuurstof
C
Dieren
D
Eencellige planten

Slide 17 - Quiz

Hoe herken je in een stamboom een bloeiperiode van een groep organismen (dat er heel veel van zijn)?
A
De lijnen worden dikker
B
De lijnen worden dunner
C
De lijnen veranderen van kleur

Slide 18 - Quiz

Welke soort is het meest recent ontstaan:
A of C?


A
A
B
C

Slide 19 - Quiz



Soort B toont het meeste verwantschap met
soort: A of C?
A
A
B
C

Slide 20 - Quiz

Er worden twee uitspraken gedaan

1- De lippenbeer is meer verwant aan de
bruine beer dan aan de brilbeer.
2- De voorouders van de reuzenpanda
begonnen hun ontwikkeling als aparte groep
meer dan 24 miljoen jaar geleden.

zijn deze uitspraken juist?
A
geen van beide zijn juist
B
beide zijn juist
C
alleen de 1e is juist
D
alleen de 2e is juist

Slide 21 - Quiz

Wat is het verschil tussen familiestamboom en een evolutionaire stamboom?
A
het is hetzelfde
B
familiestamboom: erfelijke eigenschappen evol. stamb.: verwantschap
C
Ze lijken uiterlijk op elkaar
D
evol. stamb.: erfelijke eigenschappen. familiestamb.: verwantschap

Slide 22 - Quiz

Wat je minimaal moet doen om het leerdoel te behalen?
Lezen b1 Ontwikkeling van het leven op aarde blz 240
Kennisopdrachten: 1 – 2 – 3 blz 242

Wat moet je doen om meer inzicht te krijgen?
Inzichtopdrachten: 5 – 6 – 7 blz 244

Wat kun je doen om te checken of je het deeldoel begrepen hebt?
Test Jezelf b1 

Slide 23 - Slide

De eerste mens
3 miljoen jaar geleden de eerste mensachtige in Afrika
150 000 jaar geleden de eerste mens

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Geologische tijdschaal
Een geologische tijdschaal is een indeling van de geschiedenis van de aarde in geologische tijdperken.

Een geologische tijdschaal is verdeeld in tijdperken (era). In deze tijdperken heeft het leven zich op aarde ontwikkeld.
Elk tijdperk is onderverdeeld in periodes. Periodes kunnen weer zijn opgedeeld in tijdvaken

In een geologische tijdschaal geven getallen de tijd aan in miljoenen jaren geleden.

In de geologische tijdschaal hiernaast zie je hoeveel miljoen jaar geleden een periode begon en eindigde.

Slide 26 - Slide

4.2 Organismen ordenen 

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

VRAGEN??

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Slide

Domein->Rijk->Stam->Klasse->1->2->3->4
Wat moet er op 1 staan?
A
Orde
B
Familie
C
Geslacht
D
Soort

Slide 44 - Quiz

Welke beweringen zijn juist?
1. De cellen van schimmels hebben een celkern
2. Om de cellen van schimmels bevinden zich celwanden
A
1
B
2
C
1 en 2
D
geen één

Slide 45 - Quiz

naam voor eencellige organismen
zonder celkern,
omgeven door een celwand
zonder bladgroenkorrels
A
plantencel
B
schimmel
C
bacterie
D
dierlijke cel

Slide 46 - Quiz

Van wie is welke cel?
Dier
Schimmel
Bacterie
Plant

Slide 47 - Drag question

- ja, een celkern
- ja, een celwand
- ja, bladgroenkorrels
A
bacterie
B
schimmel
C
plant
D
dier

Slide 48 - Quiz


Wat is waar?
A
Cel 1: plantaardige cel Cel 2: dierlijke cel
B
Cel 1: Bacterie Cel 2: dierlijke cel
C
Cel 1: dierlijke cel Cel 2: plantaardige cel
D
Cel 1: Schimmelcel Cel 2: plantaardige cel

Slide 49 - Quiz


De cellen van dit organisme hebben
A
wel een celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels
B
wel een celkern -GEEN celwand - GEEN bladgroenkorrels
C
GEEN celkern - wel een celwand - GEEN bladgroenkorrels
D
GEEN celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels

Slide 50 - Quiz

zelf aan de slag
Maken §4.1: opdracht 1 t/m 8
Maken §4.2: opdracht 1 t/m 8
                                        



timer
10:00

Slide 51 - Slide