Grammatica 2.4 Taalcompleet B1

Grammatica 2.3 en 2.4  Taalcompleet B1
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NT2MBOStudiejaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 10 min

Items in this lesson

Grammatica 2.3 en 2.4  Taalcompleet B1

Slide 1 - Slide

om ... te
Waarvoor gebruik je shampoo?
Ik gebruik shampoo om mijn haar te wassen.

Slide 2 - Slide

Waarvoor gebruik je een pan?

Slide 3 - Open question

Waarvoor gebruik je een pen?

Slide 4 - Open question

Voltooid deelwoord
Ik heb een kast (maken).
Ik ben naar Rotterdam (zijn).

Slide 5 - Slide

Werkwoord zijn
Staat er een richting in de zin? Ik ben naar Utrecht gereden.
 
Werkwoorden van verandering:
Beginnen, gaan, gebeuren, groeien, komen, lukken, opstaan, overlijden, scheiden, slagen, sterven, stoppen, trouwen, vallen, veranderen, vertrekken, wennen, worden, zakken


Slide 6 - Slide

Bij werkwoorden blijven en zijn:

Ik ben thuis gebleven.
Ik ben naar Utrecht geweest. 

Slide 7 - Slide

Zij ......... gekookt
A
heeft
B
is

Slide 8 - Quiz

Wij ........ gelopen
A
zijn
B
hebben

Slide 9 - Quiz

Wij ....... naar het centrum gelopen.
A
zijn
B
hebben

Slide 10 - Quiz

Hij ......... taart gebakken
A
heeft
B
is

Slide 11 - Quiz

Zij ....... geboren
A
heeft
B
is

Slide 12 - Quiz

Wij ........ gebleven
A
zijn
B
hebben

Slide 13 - Quiz

Ik ....... op school geweest
A
heeft
B
heb
C
is
D
ben

Slide 14 - Quiz

Gisteren .......... ik 20 kilometer gewandeld.
A
hebt
B
ben
C
heb
D
is

Slide 15 - Quiz

Gisteren ........ ik naar mijn vriendin gewandeld.
A
heb
B
ben
C
hebben
D
zijn

Slide 16 - Quiz