StuVa Les 2

StuVa Les 2

Leerdoelen

Aan het eind van de les;

• Ken ik de afkortingen van alle vakken.
• Ken ik de afkortingen voor in mijn agenda.
• Kan ik de afkortingen toepassen in mijn agenda.

Noem 5 afkortingen voor vakken op school die je al kent.

Noem 3 afkortingen voor in je agenda die je al kent.

Wat is de afkorting van het vak: Drama.

1. Dr
2. Drm
3. D
4. Dra

Wat is de afkorting van het vak: Loopbaan Oriëntatie Begeleiding?

Van welk vak is de afkorting N&G

1. Natuur en Biologie
2. Verzorging en Gezondheid
3. Natuur en Gezondheid
4. Natuurlijk en Gedaan

Hoe schrijf je zo kort en duidelijk mogelijk deze toets op in je agenda?

Natuur en Gezondheid hoofdstuk 3 paragraaf 1 tot6

1. N&G H3 par 1 t/m 6
2. H3 1 t/m 6
3. Natuur en gezondheid hoofdstuk 3 paragraaf 1 t/m 6
4. Natuur H3 paragraaf 1 t/m 6

Hoe schrijf je in je agenda:

Maken voor Wiskunde bladzijde 30, opdracht 7 tot en met 14

1. M. Wi. 7 t/m 14
2. Wiskunde: blz. 30 M. opdracht 7 tot 14.
3. Blz. 30 0pdr. 7 t/m 14 M Wi
4. Wi: Blz. 30 M. opdr. 7 t/m 14.

Hoe schrijf je in je agenda:
Toets hoofdstuk 5 paragraaf 1 tot en met 3.

1. Toets! Hoofdstuk 5, par. 1 t/m 3.
2. T. Hfd. 5 Par. 1 t/m 3
3. Par. 1 t/m 3 Hfd 5 Toets
4. T. Par. 1 tot en met 3

Tips voor jouw planning!

 ✔ Noteer je huiswerk op de dag dat het af moet zijn!

✔ Kijk altijd twee weken vooruit.

✔ Bekijk op vrijdag wat je voor maandag af moet hebben.

✔ Maak een weekplanning in je agenda: verdeel de dingen die     moet doen over de dagen die je hebt!

✔ Het is beter om elke dag een klein beetje te doen, dan  in 1     keer heel veel!

Stuva

•  Pak je agenda
•  en een pen/potlood

• Staat er al huiswerk voor jou in voor morgen en de komende week?

• Zorg dat je je agenda aan het eind van iedere les erbij pakt om huiswerk op te schrijven.

Maak ruimte voor je planning

• Het bovenste deel is om je huiswerk te noteren. Het   moet dan op die dag af zijn.

• Het tweede deel, onder de streep, is je ‘to do’ lijst van   die dag. Hier schrijf je de planning op.

Plan je huiswerk/leerwerk

1. Schrijf per dag op wát je gaat maken/leren.
2. Begin met het huiswerk wat als eerste af moet.
   
3. Ga na of je het moet verdelen in kleinere taken.
4. Ga verder met het plannen voor het volgende vak. 
5. Doe dit net zo lang tot alles is ingepland.

Wat gaan we doen:

1. Schrijf voor volgende week, alle vakken op met afkortingen.
2. Doe dit voor iedere dag van de week ma t/m vr.
3. Schrijf daarbij huiswerk op als je dat al hebt.
4. Gebruik hier ook de afkortingen voor.
5. Klaar? Ga door naar de week daarna.
6. Plan 5 weken vooruit tot de herfstvakantie.
7. Schrijf de Herfstvakantie ook in je agenda: 19 t/m 27 okt.

Ik ken de afkortingen en kan ze toepassen in mijn agenda.

Ja, ik ken ze allemaal.

Ja, ik ken ze bijna allemaal.

Ja, maar ik moet er nog wel meer mee oefenen.

Nee, ik ken ze nog niet en ik moet er nog veel mee oefenen.

Hoe goed ging de les?
Heb je de doelen behaald?

😒🙁😐🙂😃

Leerdoelen

Aan het eind van de les;

• Ken ik de afkortingen van alle vakken.
• Ken ik de afkortingen voor in mijn agenda.
• Kan ik de afkortingen toepassen in mijn agenda.