Formatieve toets drogredeneringen (1) 5H

Log eerst in in je klas
viwqx
1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5,6

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Log eerst in in je klas
viwqx

Slide 1 - Slide

Ben je goed voorbereid op argumentatie- en drogredeneringsvragen? (deze kunnen voorkomen in de tekstbegripstoets in de toetsweek en/of het CSE Nederlands)
A
ja, heel goed voorbereid
B
ja, een beetje voorbereid
C
nee, nauwelijks voorbereid
D
nee, nog helemaal niet voorbereid

Slide 2 - Quiz

Toelichting
Je krijgt straks telkens een nieuwe drogredenering voorgeschoteld. Kies uit de namen van de drogredeneringen steeds de best passende benaming.

Slide 3 - Slide

Ben je geen deel van de oplossing, dan ben je deel van het probleem.

A
Cirkelredenering
B
Vertekenen van het standpunt
C
Vals dilemma
D
Persoonlijke aanval

Slide 4 - Quiz

U bent door het rode licht gereden. Helemaal niet, Bewijst u dan maar eens dat dat niet zo is.

A
Onjuist beroep op een kenmerk of eigenschap
B
Bespelen van het publiek
C
Onjuist beroep op autoriteit
D
Ontduiken van bewijslast

Slide 5 - Quiz

Jij vindt dat je te weinig verdient met 2 euro per uur? Ik verdiende dat vroeger nog niet eens op een dag.
A
Overhaaste generalisatie
B
Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
C
Overdrijven van de voor- of nadelen
D
Verkeerde vergelijking

Slide 6 - Quiz

Ik kom altijd op tijd op school sinds ik een scooter heb.
A
Overhaaste generalisatie
B
Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
C
Overdrijven van de voor- of nadelen
D
Verkeerde vergelijking

Slide 7 - Quiz

Je wilt niet mee naar het feest? Je gaat dus liever saai in je eentje thuis op de bank zitten.

A
Cirkelredenering
B
Vertekenen van het standpunt
C
Vals dilemma
D
Persoonlijke aanval

Slide 8 - Quiz

Je denkt toch niet dat wij een van school gestuurde leerling geloven?

A
Cirkelredenering
B
Vertekenen van het standpunt
C
Vals dilemma
D
Persoonlijke aanval

Slide 9 - Quiz

Bewijst u maar eens dat u daar niet te hard reed.

A
Onjuist beroep op een kenmerk of eigenschap
B
Bespelen van het publiek
C
Onjuist beroep op autoriteit
D
Ontduiken van bewijslast

Slide 10 - Quiz

Hij kan nou wel zeggen dat iedereen financieel moet inleveren, maar hij heeft zelf zijn studie economie niet afgemaakt.

A
Cirkelredenering
B
Vertekenen van het standpunt
C
Vals dilemma
D
Persoonlijke aanval

Slide 11 - Quiz

Ik wil graag met mijn handen eten. In de natuur eet men toch ook niet met mes en vork?
A
Verkeerde vergelijking
B
Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
C
Overdrijven van de voor- of nadelen
D
Overhaaste generalisatie

Slide 12 - Quiz

Als Nederland het gebruik van softdrugs zal legaliseren, zal het aantal drugsverslaafden verveelvoudigen. Ons land zal als een onbetrouwbare narcostaat beschouwd worden en zijn aanzien en invloed in de Europese Unie verkwanselen.
A
Verkeerde vergelijking
B
Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
C
Overdrijven van de voor- of nadelen
D
Overhaaste generalisatie

Slide 13 - Quiz

Marieke zal vast een goede ruiter zijn, want ze kan goed met dieren omgaan.

A
Onjuist beroep op een kenmerk of eigenschap
B
Bespelen van het publiek
C
Onjuist beroep op autoriteit
D
Ontduiken van bewijslast

Slide 14 - Quiz

Ik ben de baas want ik zeg wat er moet gebeuren.
A
Cirkelredenering
B
Vertekenen van het standpunt
C
Vals dilemma
D
Persoonlijke aanval

Slide 15 - Quiz

De man van het Chinese restaurant begreep mij niet. Nederlands is blijkbaar moeilijk voor Chinezen.
A
Verkeerde vergelijking
B
Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
C
Overdrijven van de voor- of nadelen
D
Overhaaste generalisatie

Slide 16 - Quiz

Er zijn tegenwoordig veel computers op school, daardoor weten de leerlingen nu minder.
A
Verkeerde vergelijking
B
Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
C
Overdrijven van de voor- of nadelen
D
Overhaaste generalisatie

Slide 17 - Quiz

Dus u bent in aanraking geweest met justitie? Denkt u nu echt dat we u kunnen geloven?
A
Cirkelredenering
B
Vertekenen van het standpunt
C
Vals dilemma
D
Persoonlijke aanval

Slide 18 - Quiz

Ga jij niet mee naar de wedstrijd? Dus jij gaat je lekker zitten vervelen in je eentje?
A
Cirkelredenering
B
Vertekenen van het standpunt
C
Vals dilemma
D
Persoonlijke aanval

Slide 19 - Quiz

Alleen een zieke geest zal protesteren tegen deze maatregel.

A
Onjuist beroep op een kenmerk of eigenschap
B
Bespelen van het publiek
C
Onjuist beroep op autoriteit
D
Ontduiken van bewijslast

Slide 20 - Quiz

1. Bent u het niet met mij eens? Kom dan eerst maar eens met argumenten!

A
Onjuist beroep op een kenmerk of eigenschap
B
Bespelen van het publiek
C
Onjuist beroep op autoriteit
D
Ontduiken van bewijslast

Slide 21 - Quiz


In de Bijbel staat dat X verboden is, dus X moeten we verbieden.
A
Onjuist beroep op een kenmerk of eigenschap
B
Bespelen van het publiek
C
Onjuist beroep op autoriteit
D
Ontduiken van bewijslast

Slide 22 - Quiz


Deze huizen zijn ongetwijfeld erg gewild, want ze zijn onder architectuur gebouwd.
A
Onjuist beroep op een kenmerk of eigenschap
B
Bespelen van het publiek
C
Onjuist beroep op autoriteit
D
Ontduiken van bewijslast

Slide 23 - Quiz

Sinds ik mijn autogordels omdoe, maak ik een stuk minder ongelukken.
A
Verkeerde vergelijking
B
Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
C
Overdrijven van de voor- of nadelen
D
Overhaaste generalisatie

Slide 24 - Quiz

Deze auto is van mij, want ik ben de eigenaar
A
Cirkelredenering
B
Vertekenen van het standpunt
C
Vals dilemma
D
Persoonlijke aanval

Slide 25 - Quiz

Italianen zijn een gevaar op de weg. Ik heb in Rome twee keer in een taxi gezeten en ik was blij dat ik er levend uitkwam.
A
Verkeerde vergelijking
B
Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
C
Overdrijven van de voor- of nadelen
D
Overhaaste generalisatie

Slide 26 - Quiz

Waarom ga je niet mee naar het restaurant? Je vergaat dus liever van de honger.
A
Cirkelredenering
B
Vertekenen van het standpunt
C
Vals dilemma
D
Persoonlijke aanval

Slide 27 - Quiz

Nederland moet niet zoveel geld uitgeven aan zijn waterhuishouding, want andere landen doen dat ook niet.
A
Verkeerde vergelijking
B
Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
C
Overdrijven van de voor- of nadelen
D
Overhaaste generalisatie

Slide 28 - Quiz