1.4 Procenten en grote getallen

H1 Procenten
1.2 Procentuele toename/afname
1.3 Procenten en grote getallen

1 / 12
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

H1 Procenten
1.2 Procentuele toename/afname
1.3 Procenten en grote getallen

Slide 1 - Slide

succescriteria
  • Rekenen met procentuele toename en afname


  • Rekenen met procenten en grote getallen 

Slide 2 - Slide

Procentuele  toename/afname  
In de tabel zie je dat de neerslag in Nederland steeds toeneemt.
De stijging van periode I naar periode II is 
799 − 733 = 66 mm. Dit is de absolute toename.

Vaak wordt de toename in procenten berekend. Dat is de procentuele toename. 
Procentuele toename wordt ook wel relatieve toename genoemd.


Slide 3 - Slide

Procentuele  toename/afname  
Opgave
Met hoeveel procent is de neerslag in periode II gestegen vergeleken met periode I?

Slide 4 - Slide

Grote getallen
1 duizend =
1 miljoen =
1 miljard =

Slide 5 - Slide

Voorbeeld 1
Nederland heeft in 2013 ongeveer 17,1 miljoen inwoners.
Van deze Nederlanders volgt 24% onderwijs.
Hoeveel miljoen Nederlanders volgen onderwijs? Rond af op 1 decimaal.

Slide 6 - Slide

Voorbeeld 2
Tokio heeft in 2017 ongeveer 7,9 miljoen inwoners. Hiervan komt 1,8% uit China. Hoeveel Chinezen wonen in Tokio? Schrijf je antwoord met alleen cijfers.

Slide 7 - Slide

Aan het werk...
Zie studiewijzer

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Aan het werk...
b:60, 61, 62, 63, 64 + nakijken
m: 60, 63, 64, 65, 66 + nakijken
u: 60, 65, 66, 69 + nakijken

Slide 11 - Slide

Huiswerk 
- 67, 68 + nakijken
- PTA H1: 15 september

Slide 12 - Slide