3HV 6.1 rekenen met procenten

Paragraaf 5 slaan we over
Paragraaf 6 is wel belangrijk!
1 / 11
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Paragraaf 5 slaan we over
Paragraaf 6 is wel belangrijk!

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Bereken de stijging, groei, afname, daling in procenten.
De formule is:
A
nieuw-oud : oud x 100=
B
(nieuw-oud):oud x 100=
C
(oud-nieuw) : 100=
D
(deel:geheel) x 100

Slide 3 - Quiz

Hoeveel is deze breuk in procenten?
A
75%
B
25%
C
40%
D
4%

Slide 4 - Quiz

Wat is 1/5 van 1/4 in procenten?
A
50%
B
5%
C
0,5%
D
0,05%

Slide 5 - Quiz

In 2007 kwamen er 1.509 Spanjaarden naar Nederland op vakantie.
In 2017 kwamen er 2.755 Spanjaarden naar Nederland op vakantie.

Wat is de toename in procenten?

A
45,2 %
B
54,7 %
C
82,6 %
D
96,6 %

Slide 6 - Quiz

In 2017 waren er 12 apen in de dierentuin. In 2014 waren het er 8. Wat is de groei in procenten?
A
25%
B
50%
C
75%
D
150%

Slide 7 - Quiz

De dieselprijs per liter is in een week tijd gestegen
van € 1,32 naar € 1,40.
Hoeveel is de dieselprijs gestegen in procenten?
A
5,3%
B
7,8%
C
6,1%
D
8,4%

Slide 8 - Quiz

Een bepaald album gaat per 1 oktober meer kosten. De prijs stijgt van € 19,95 naar € 22,50.
Hoeveel % stijgt de prijs?
A
11,5%
B
12,8%
C
13,9%
D
14,1%

Slide 9 - Quiz

Huiswerk: 
volgende les
doornemen 
paragraaf 1.6
maken alle
opdrachten paragraaf 1.6

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video