Themales 3.1

Thema 3 - Studentenleven
Themales 3.1


Wat leeft er op een cm2?
Rekenen met verhoudingen
1 / 18
next
Slide 1: Slide
WiskundeMBOStudiejaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Thema 3 - Studentenleven
Themales 3.1


Wat leeft er op een cm2?
Rekenen met verhoudingen

Slide 1 - Slide

Vorige les?
Toets thema 2
Een paar belangrijke dingen bespreken!

Toets inzien kan tijdens zelfstandig werken.

Slide 2 - Slide

Vul de verhouding tussen de kleuren verf in.
Rood staat tot groen staat tot geel verhoudt zich als

.    :    .    :    .


Verkleinen! Zo klein mogelijk!

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Een vrachtauto heeft een laadvermogen van 18 ton.
Hoeveel pallets cola mag hij maximaal laden?

Slide 5 - Slide

Rekendoelen
Je kunt een deel van een hoeveelheid in drie stappen berekenen,​

Je kunt drie delen van verschillende hoeveelheden vergelijken,​
Je kunt het geheel bepalen als je weet hoe groot het deel is en hoeveelste deel het is.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Micro-organismen zijn kleine, levende wezens die je met het blote oog niet ziet. Denk aan bacteriën, gisten of schimmels. Je kunt daar een vies gevoel bij krijgen, maar er zijn ook nuttige toepassingen.​

Dagelijks krijgen we micro-organismen binnen, of voedingsmiddelen die ontstaan zijn door micro-organismen: ​
Schimmels, bijvoorbeeld in schimmelkaas of paddenstoelen.​
Bacteriën, bijvoorbeeld in yoghurt, probiotica, Yakult of Vifit.​
Gist, bijvoorbeeld gebruikt om brood te laten rijzen of alcohol te bereiden.​



Slide 8 - Slide

Deel van een hoeveelheid in drie stappen berekenen
Bereken je een deel van een deel, of zelfs een deel van een deel van een deel? 
Bedenk steeds wat het geheel (100%) is waar je het deel van berekent.

Let op! Later kan dit deel een nieuw geheel zijn waarvan je een deel berekent.


Slide 9 - Slide

Deel van een hoeveelheid in drie stappen berekenen
Uit een onderzoekje op een ROC is gebleken dat in de zomervakantie de helft van de onderzochte studenten in de vakantie naar het buitenland gaat.
2/5deel daarvan gaat naar Spanje.
1 op de 3 studenten gaat in juli. 

Hoeveel studenten uit een klas van 30 studenten zouden er volgens dit onderzoek in juli naar Spanje gaan?​

Slide 10 - Slide

Hoeveelheden vergelijken

Wanneer je delen van verschillende hoeveelheden wil vergelijken, moet je eerst weten wat de vraag is. 

Gaat het om de precieze hoeveelheid van een groep? Of wordt er gevraagd naar de hoeveelheid in verhouding?​



Slide 11 - Slide

Drie delen van verschillende hoeveelheden vergelijken
In de klas van Thom heeft 1 op de 6 studenten een bril. Er zitten 36 studenten in de klas.​
In de klas van Elif heeft 1 op de 5 studenten een bril. Er zitten 20 studenten in de klas.​
In de klas van Stefan heeft 1/8 deel van de studenten een bril. Er zitten 32 studenten in de klas.​
a) In welke klas zitten de meeste studenten met een bril?​
b) In welke klas zitten naar verhouding de meeste studenten met een bril?

Slide 12 - Slide

Geheel bepalen
Mijn bed is 2 meter lang. Het bed neemt 2/3 deel van de lengte van de muur van mijn kamer in.

 
Hoe lang is de muur?

Slide 13 - Slide

Aan de slag (30 min)
Opdrachten themales 3.1

Klaar? test jezelf


Slide 14 - Slide

Extra oefenen

Slide 15 - Slide

Hoe gingen de thema opgaven?
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Poll

Wat hebben we geleerd?
Deel van geheel
Vergelijken
Geheel bepalen

Slide 17 - Slide

De volgende les
Klein wonen  - Meetkundige begrippen
Themales 3.2

Slide 18 - Slide