Lees het formulier altijd eerst goed door. Ga daarna pas invullen.
Gebruik blokletters. Blokletters schrijf je los van elkaar.
Toevoeging: bij een huisnummer hoort soms een letter →nummer 18A. A = toevoeging
Tussenvoegsel: dat zijn de kleine woordjes tussen je voornaam en je achternaam: de, van, van de, el
Werk netjes. Schrijf duidelijk leesbaar.
Je hoeft op een formulier soms niet alles in te vullen. Soms moet je vragen overslaan.
Let op het verschil tussen voorletter en voornaam.
Lees goed wat je moet doen: kruisje zetten X, doorstrepen of omcirkelen
Vul bij “datum” onderaan het formulier de datum in waarop je het formulier invult.