Industrie en diensten

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo k, t
• Leerjaar 3

Van het platteland, naar de fabriek, naar de dienstverlening..

De vorige les:

• Twee voorbeelden van Industriële revolutie in Nederland?

• Welke drie redenen waarom Nederland achterliep tijdens de Industriële Revolutie?

• Wat deed men om de achterstand in te halen?

• Wat is de rol van Pieter Caland?

Lesdoelen:

Leerdoelen:

• Wat is industrialisatie? 
• Hoe zag het maken van producten eruit voor de Industriële Revolutie? En erna?
  
• Benoem de twee uitvindingen die relevant zijn.
  
• Hoe komt het dat industrialisatie meer banen oplevert?
  

Wat is industrialisatie?

• De overgang van handmatig gemaakte goederen naar machinaal gemaakte goederen.
• Grote verandering voor arbeiders en sociale verhoudingen.
• Voorbeeld: Kleine werkplaats --> Fabriek
• Voorbeeld: Zelfstandige boer/wever --> loondienst

 

NedCar opent in 1967 een fabriek in Born om auto's te fabriceren. Dit is een vorm van..

1. Ambacht
2. Massaproductie
3. Industrialisering
4. Dienstensector

Voor industrie:

• Het maken van textiel (kleding etc.) door weefgetouwen en spinnewielen. 
• Toen werd er een machine uitgevonden waarmee het 8 keer sneller ging. (zie afbeelding )
• Deze machine loopt nog zonder stoomkracht.

Waarom zou een fabriekseigenaar niet tevreden zijn met alleen 'The Spinning Jenny'?

1. Hij had teveel werknemers nodig om deze te bedienen.
2. 'The Spinning Jenny' was te gevaarlijk.
3. 'The Spinning Jenny' kon niet genoeg produceren voor meer winst.
4. The Spinning Jenny was te moeilijk om te besturen.

Tijdens de industrie:

• Uitvinding stoommachine door James Watt
• Wat voor effect heeft deze uitvinding?

Waarom is deze stoommachine zo belangrijk?

1. Machines hadden minder onderhoud nodig en dat scheelde de fabriekseigenaar veel geld.
2. Omdat de stoommachines een vorm van industrie zijn en daardoor industrie op gang komt.
3. De stoommachine zorgt ervoor dat fabrieken milieuvriendelijker worden.
4. Machines hoefden niet meer handmatig worden aangedreven, ze konden nu op een hoger tempo produceren en op een plek.

Waarom was deze afbeelding een gevaar voor huisnijverheid?

1. Twentse huisnijverheid was tegen de onveiligheid van de fabriek.
2. Veel huisnijverheid op het platteland verhuist naar de stad.
3. De fabriek kon het sneller en goedkoper produceren. Mensen schakelen niet meer huisnijverheid in, maar de fabriek.
4. Huisnijverheid zijn ook bedrijven. Zij verloren werknemers aan fabrieken.

Fabrieken leidden tot meer banen?

Een fabriek heeft nodig:

• Toezichthouders
• Boekhouders (administratie)
• Verzekeringen
• Telefooncentrales
• Post/vervoermaatschappij
• Om hun op te leiden --> Leraren

Met welk begrip uit paragraaf 1 kunnen we een telefoniste aan een centrale het beste omschrijven?

1. Communicatie
2. Dienstensector
3. Telecom
4. Mechanisatie

Tot slot:

Leerdoelen:

• Hoe zag het maken van producten eruit voor de Industriële Revolutie? En erna?
• Benoem de twee uitvindingen die relevant zijn.
• Hoe komt het dat industrialisatie meer banen oplevert?
• Noem twee voorbeelden van deze nieuw gecreëerde banen.

Spinning Jenny

Opleiden van arbeiders

Weefmachines op stoomkracht

Thuis zelf fabriceren

Massaproduceren op een plek

Industrie

Na 1750

Huisnijverheid

Voor 1750

Dienstensector