leçon 11_imparfait

BONJOUR
1 / 18
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

BONJOUR

Slide 1 - Slide

Le programme:

        Aujourd'hui (=vandaag) :
  • Pratiquer les dialogues dans le supplément 
  • Réviser le passé composé
  • Apprendre l'imparfait
leçon 11

Slide 2 - Slide

Pratiquer les dialogues

  • Dialogue 1 page 8
  • Dialogue 2 page 9
  • Dialogue 1 page 23

Slide 3 - Slide

Voor in en naar bij aardrijkskundige namen gebruik je: en/au/aux/à
 Landennamen die met een klinker beginnen of die vrouwelijk zijn 
(l'/la)
mannelijk landenammen
(le)
namen in het meervoud
(les)
Steden of dorpjes
 France,  Italie 
etc.
Portugal, 
 Royaume-Uni etc.
Pays-Bas,  États-Unis etc.
 Paris, 
 Rotterdam etc

Slide 4 - Slide

Voor in en naar bij aardrijkskundige namen gebruik je: en/au/aux/à
 Landennamen die met een klinker beginnen of die vrouwelijk zijn 
(l'/la)
mannelijk landenammen
(le)
namen in het meervoud
(les)
Steden of dorpjes
EN
 France,  Italie 
etc.
Portugal, 
 Royaume-Uni etc.
Pays-Bas,  États-Unis etc.
 Paris, 
 Rotterdam etc

Slide 5 - Slide

Voor in en naar bij aardrijkskundige namen gebruik je: en/au/aux/à
 Landennamen die met een klinker beginnen of die vrouwelijk zijn 
(l'/la)
mannelijk landenammen
(le)
namen in het meervoud
(les)
Steden of dorpjes
EN
AU
 France,  Italie 
etc.
Portugal, 
 Royaume-Uni etc.
Pays-Bas,  États-Unis etc.
 Paris, 
 Rotterdam etc

Slide 6 - Slide

Voor in en naar bij aardrijkskundige namen gebruik je: en/au/aux/à
 Landennamen die met een klinker beginnen of die vrouwelijk zijn 
(l'/la)
mannelijk landenammen
(le)
namen in het meervoud
(les)
Steden of dorpjes
EN
AU
AUX
 France,  Italie 
etc.
Portugal, 
 Royaume-Uni etc.
Pays-Bas,  États-Unis etc.
 Paris, 
 Rotterdam etc

Slide 7 - Slide

Voor in en naar bij aardrijkskundige namen gebruik je: en/au/aux/à
 Landennamen die met een klinker beginnen of die vrouwelijk zijn 
(l'/la)
mannelijk landenammen
(le)
namen in het meervoud
(les)
Steden of dorpjes
EN
AU
AUX
À
 France, Italie 
etc.
Portugal, 
Royaume-Uni etc.
Pays-Bas,  États-Unis etc.
 Paris, 
 Rotterdam etc

Slide 8 - Slide

Hoe maak je de passé composé? Geef een voorbeld.

Slide 9 - Slide

Attention!!! (Let op!!)
De volgende voltooid deelwoorden moet je uit je hoofd leren:




Het hulpwerkwoord blijft wel avoir

  • avoir?
  • avoir =  eu 
  • être?
  • être =  été 
  • faire?
  • faire = fait
  • prendre?
  • prendre = pris

Slide 10 - Slide

Welke 3 werkwoorden hebben être als hulpwerkwoord?
  1. aller = gaan
  2. arriver = aankomen
  3. rester = blijven
(supplément page 16)

Slide 11 - Slide

Imparfait (onvoltooid verleden tijd)

Supplément, page 55: we gebruiken de imparfait alleen oom een gewoonte of een toestand in het verleden tijd te beschriven.

De imparfait bestaat uit:
- een stam
- een uitgang

Slide 12 - Slide

Hoe maak je de imparfait? (1)
de stam
  • bedenk de nous-vorm van de présent
  • haal  –ons eraf

                  Enige uitzondering: bij être gebruik je ét- als stam 

Slide 13 - Slide

Hoe maak je de imparfait (2)
de uitgang
je                  -ais
tu                 -ais
il/elle/on   -ait
nous           -ions
vous           -iez
ils/elles    -aient

Slide 14 - Slide

Imparfait: un exemple
regarder => nous regardons => stam = regard
Nu nog de goede uitgang bij de gevraagde vorm.

 ils regardaient
 tu regardais
 nous regardions

Slide 15 - Slide

L'imparfait
Faire l'exercice A

Slide 16 - Slide

Exercice A 
  • 1. écoutons
  • 2. écout
  • 3. j'écoutais = ik luisterde, ik zat te luisteren
  •  tu écoutais
  •  il - elle écoutait
  •  nous écoutions
  •  vous écoutiez
  •  ils - elles écoutaient

Slide 17 - Slide

Les devoirs:

Breng oordopjes! 

Slide 18 - Slide