Ik kan Duitse werkwoorden in de tegenwoordige tijd gebruiken;
Ik weet, wat "tegenwoordige tijd" is;
Ik weet wat een "werkwoord" is.
Was? Grammatik E: 23 t/m 25 (eigen leerroute)
Hilfe? Uitleg: groene deel Seite 115
Fertig? Lernen: Seite 115
Dann fertig? Lernen: Lernliste A + B (Kapitel 4)