22-05-23 - Tiere - les 4

1 / 15
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Herzlich Willkommen!

Slide 2 - Slide

Was machen wir heute?
  • Planung letzte Periode
  • Rückblick: vorige Woche & Hausaufgaben
  • Die Lernziele dieser Stunde
  • Vorkenntnisse besprechen
  • Erklärung & Instruktion
  • Selbständig arbeiten
  • Lernziele checken + Abschluss der Stunde

Slide 3 - Slide

Planung letzte Periode

Montag, den 5. Juni: Lees- en luistertoets

Donnerstag, den 15. Juni: Inleveren praktische opdracht Kapitel 4

Slide 4 - Slide

Afspraak inhaalopdrachten/toetsen


Sten: SO Lernliste Kapitel 2 
Jalinde: toets Kapitel 3 


Slide 5 - Slide

Rückblick: Hausaufgaben

Kapitel 4:
Aufgabe 18-19-20-22 (Seite 114-117)
nagekeken via Teams: 4 t/m 8
Lernen: Lernliste A + B (t/m "de vacht")


Slide 6 - Slide

Die Lernziele
Lernziele (Leerdoelen):

  • Ik kan Duitse werkwoorden in de tegenwoordige tijd gebruiken;
  • Ik weet, wat "tegenwoordige tijd" is;
  • Ik weet wat een "werkwoord" is.

Slide 7 - Slide

Ich _____ meine Hausaufgaben.
A
mache
B
machst
C
machen

Slide 8 - Quiz

______ du deine Hausaufgaben?
A
Mache
B
Machst
C
Macht

Slide 9 - Quiz

Meine Schwester _____ ihre Katze.
A
liebe
B
liebst
C
liebt
D
lieben

Slide 10 - Quiz

Wir _______ gerne mit dem Hund.
A
spielst
B
spielt
C
spielen

Slide 11 - Quiz

Instruktion

Slide 12 - Slide

Ik kan Duitse werkwoorden in de tegenwoordige tijd gebruiken;
Ik weet, wat "tegenwoordige tijd" is;
Ik weet wat een "werkwoord" is.

Was?                               Grammatik E: 23 t/m 25 (eigen leerroute)
Hilfe?                              Uitleg: groene deel Seite 115
Fertig?                           Lernen: Seite 115
Dann fertig?                Lernen: Lernliste A + B (Kapitel 4)


Slide 13 - Slide

Die Lernziele checken
Lernziele (Leerdoelen):

  • Ik kan Duitse werkwoorden in de tegenwoordige tijd gebruiken;
  • Ik weet, wat "tegenwoordige tijd" is;
  • Ik weet wat een "werkwoord" is.

Slide 14 - Slide

Wat weet ik nog over Duitse werkwoorden in de tegenwoordige tijd?

Slide 15 - Mind map