Wat: Opdracht 2,4,5,6 en 10 voor de volgende les. Op pagina 30 t/m 33.
Hoe: Fluisterend in 2-tallen.
Hulp: Eerst je buurman dan de leraar.
Tijd: Tot 5 min voor het einde van de les
Klaar: Maak opdracht 8 en 9 op pagina 33. Anders aan een ander vak werken.