Wij hebben vrienden!

Van oorlog naar oorlog

4.1 Een land om trots op te zijn.
Geschiedenis
Kader 2 - periode 3


1 / 27
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Van oorlog naar oorlog

4.1 Een land om trots op te zijn.
Geschiedenis
Kader 2 - periode 3


Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat heb je nodig vandaag?
Leer en werkboek, map, pen, telefoon voor LessonUp.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...
Ken het begrip bondgenootschap. (R)
Kan je uitleggen welke vier  oorzaken er zijn voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. (T)


Slide 3 - Slide

Leerdoelen dia. Wat gaan de leerlingen deze les leren? 
Maak hierin ook een onderscheid tussen RTTI.
Herhaling
- Militarisme
- Nationalisme

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wat is nationalisme?
A
Trots zijn op alles wat met het leger te maken heeft.
B
Je erg trots voelen op je land.
C
Het maken van nieuwe wapens, zoals tanks en handgranaten.
D
Macht en aanzien van je land vergroten door meer gebieden te veroveren.

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Wat is militarisme?
A
Trots zijn op het eigen leger.
B
Je erg trots voelen op je land.
C
Een erg groot leger hebben.
D
Een erg klein leger hebben.

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

In 1871 kwam er een nieuw groot land bij in Europa: Duitsland. 
Duitsland wilde net als andere landen in Europa veel koloniën hebben. Ze wilde hiermee hun macht en aanzien vergroten. Dat wordt imperialisme genoemd.

Koloniën
Een gebied van een land buiten het eigen land.
Imperialisme
Macht en aanzien van je land groter maken door meer gebieden te veroveren.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Door het militarisme wilden veel mensen graag oorlog voeren. Sommige landen sloten vriendschap met elkaar: bondgenootschappen.
Bevriende landen hadden afgesproken elkaar te helpen.
Bondgenootschap
Twee of meer landen die hebben afgesproken om elkaar economisch en militair te helpen. Een soort vriendschap tussen landen.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Bondgenootschappen
Groen: Engeland, Frankrijk en Rusland.
De Geallieerden

Bruin: Duitsland, Oost-Hongarije en Italië.
De Centralen

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Duitsland ligt tussen twee grote landen in. Welke landen zijn dat?
A
Frankrijk en Engeland.
B
Engeland en Rusland.
C
Frankrijk en Rusland.
D
Rusland en Turkije.

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Europa was verdeeld in twee partijen.


Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Oorzaken voor het uitbreken van een Wereldoorlog in 1914.
- Trots op je eigen land. 
- Trots op je leger. 
- Samenwerking.
- Een groot wereldrijk.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Waarom begonnen Europese landen in 1914 een wereldoorlog?
Trots zijn op je eigen land.
Trots zijn op je leger.
Samenwerking
Een groot wereldrijk.
militarisme
Bondgenootschappen
Imperialisme
Nationalisme

Slide 13 - Drag question

This item has no instructions

Wat is een bondgenootschap?
A
Twee of meer landen die oorlog met elkaar voeren.
B
Twee of meer landen die hebben afgesproken om elkaar nooit te helpen.
C
Een land dat extreem trots is op alles wat met oorlog te maken heeft.
D
Twee of meer landen die hebben afgesproken om elkaar te helpen.

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Jaartallen uit deze les
  • 1871 De eenwording van Duitsland.
  • 1914 Uitbreken van de Eerste Wereldoorlog.

Slide 15 - Slide

Als het relevant is jaarallen noemen.
Begrippen uit deze les
  • Militarisme
  • Nationalisme
  • Imperialisme
  • Bondgenootschap

Slide 16 - Slide

Opsomming maken van alle begrippen die deze les geleerd zijn. Dik gedrukt zijn begrippen. Schuin zijn moeilijke woorden. 
Huiswerk
Leren begrippen: Militarisme, nationalisme, imperialisme en bondgenootschap.
Leren: werkboek vraag 7 blz. 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Wat is militarisme?
A
Trots zijn op het eigen leger.
B
Je erg trots voelen op je land.
C
Een erg groot leger hebben.
D
Een erg klein leger hebben.

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Vul het ontbrekende woord in.
Aan het begin van de Tijd van wereldoorlogen was er in veel Europese landen .... en militarisme.

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

Als je oorlog wilt voeren, heb je vrienden nodig. Hoe noem je de vriendschap die sommige landen met elkaar sloten?

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

Wat is een bondgenootschap?
A
Twee of meer landen die oorlog met elkaar voeren.
B
Twee of meer landen die hebben afgesproken om elkaar nooit te helpen.
C
Een land dat extreem trots is op alles wat met oorlog te maken heeft.
D
Twee of meer landen die hebben afgesproken om elkaar te helpen bij een oorlog.

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Een oorzaak is een reden waarom iets gebeurt. Welke twee oorzaken zijn er?
Er zijn twee antwoorden goed!
Tip: Kijk op blz. 63 van je leerboek.
A
Plotselinge oorzaak
B
Indirecte oorzaak
C
Directe oorzaak
D
Snelle oorzaak

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

In Europa ontstonden twee grote bondgenootschappen. Dat is een directe oorzaak voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog.
Tip: Kijk op blz. 63 van je leerboek.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Duitsland ligt tussen twee grote landen. Welke landen zijn dat?

Slide 24 - Open question

This item has no instructions

Waarom was het niet gunstig voor Duitsland als er een oorlog zou komen?

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

Welk begrip past bij de afbeelding?
A
Nationalisme
B
Militarisme
C
Bondgenootschap
D
Imperialisme

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Waarom begonnen Europese landen in 1914 een wereldoorlog?
Trots zijn op je eigen land.
Trots zijn op je leger.
Samenwerking
Een groot wereldrijk.
militarisme
Bondgenootschappen
Imperialisme
Nationalisme

Slide 27 - Drag question

This item has no instructions