3H Les 4 - H5.1

Planning
  • Huiswerk

  • Herhaling H4.2 + H5.2

  • Uitleg H5.1

  • Aan de slag
1 / 36
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Planning
  • Huiswerk

  • Herhaling H4.2 + H5.2

  • Uitleg H5.1

  • Aan de slag

Slide 1 - Slide

Huiswerk
  • Zijn er vragen over het huiswerk?? 

Slide 2 - Slide

Verbranden van aardgas is:
A
exotherm
B
endotherm

Slide 3 - Quiz

Natriumhydroxide en Zoutzuur van 18°C worden samengevoegd. Na de reactie is de temperatuur 23°C
A
deze reactie is exotherm, want er is warmte nodig
B
deze reactie is endotherm, want er is warmte nodig
C
deze reactie is exotherm, want er komt warmte vrij
D
deze reactie is endotherm, want er komt warmte vrij

Slide 4 - Quiz

Wanneer salmiak in water opgelost wordt, daalt de temperatuur van de oplossing.
A
deze reactie is exotherm, want er is warmte nodig
B
deze reactie is endotherm, want er is warmte nodig
C
deze reactie is exotherm, want er komt warmte vrij
D
deze reactie is endotherm, want er komt warmte vrij

Slide 5 - Quiz

Welke coefficienten moet je invullen om de reactie kloppend te maken?

....P(s)+....Cl2....PCl5
A
1 - 2 - 5
B
2 - 5 - 2
C
2 - 2 - 5
D
1 - 5 - 2

Slide 6 - Quiz

De reactie hiernaast is een:
A
Verbrandingreactie
B
Vormingsreactie
C
Ontledingsreactie
D
Neerslagreactie

Slide 7 - Quiz

Elektrolyse van water is:
A
Exotherm
B
Endotherm

Slide 8 - Quiz

Ontleding door middel van licht noemen we:
A
Thermolyse
B
Elektrolyse
C
Fotolyse
D
Fotosynthese

Slide 9 - Quiz

Verbranding is een reactie met:
A
Zuurstof
B
Stikstof
C
Koolstofdioxide
D
Vuur

Slide 10 - Quiz

Waarom ontbrand een lucifer niet spontaan?

Slide 11 - Open question

Hiernaast zie je de verbrandingsfactoren.

Welke mist?
A
Ontbrandingstemperatuur
B
Warmte
C
Brandstof
D
Benzine

Slide 12 - Quiz

Aan het einde van de les weet je:
  • Wat je nodig hebt voor een verbranding
  • Hoe je een verbranding kunt stoppen
  • Welke 2 soorten verbrandingen er zijn
  • Welke stoffen er ontstaan bij een verbranding
  • Hoe je een verbrandingsreactie kunt opstellen

Slide 13 - Slide

Uitleg
Verbranding

Slide 14 - Slide

Uitleg
Verbranding
-> Stoppen door  1 van de 3
     weg te halen.

Blusmiddelen

Slide 15 - Slide

Uitleg
Verbranding
= Reactie met zuurstof

Brandstof + Zuurstof --> ... oxide

Slide 16 - Slide

Uitleg
2 soorten verbrandingen:
  1. - Volledig
  2. - Onvolledig

Slide 17 - Slide

Uitleg
2 soorten verbrandingen:
  1. - Volledig = Voldoende zuurstof aanwezig
  2. - Onvolledig - Onvoldoende zuurstof aanwezig

Slide 18 - Slide

Uitleg
2 soorten verbrandingen:
  1. - Volledig = Voldoende zuurstof aanwezig
  2. - Onvolledig - Onvoldoende zuurstof aanwezig

Bij verbranding ontstaan de oxides van de aanwezige atoom(soort)en in de brandstof

Slide 19 - Slide

Uitleg
Ontstaande oxides:

Slide 20 - Slide

Uitleg (Tabel 5.6 boek)

Slide 21 - Slide

Uitleg
Bij verbranding ontstaan de oxides van de aanwezige atomen in de brandstof

Verbranding van methaan:
 

Slide 22 - Slide

Uitleg
Bij verbranding ontstaan de oxides van de aanwezige atomen in de brandstof

Verbranding van methaan: 
 
CH4

Slide 23 - Slide

Uitleg
Bij verbranding ontstaan de oxides van de aanwezige atomen in de brandstof

Verbranding van methaan: 
Volledig:

Onvolledig:
CH4

Slide 24 - Slide

Uitleg
Bij verbranding ontstaan de oxides van de aanwezige atomen in de brandstof

Verbranding van methaan: 
Volledig:

Onvolledig:
CH4
CH4+2O2CO2+2H2O

Slide 25 - Slide

Uitleg
Bij verbranding ontstaan de oxides van de aanwezige atomen in de brandstof

Verbranding van methaan: 
Volledig:

Onvolledig:
CH4
CH4+2O2CO2+2H2O
4CH4+5O22CO+2C+8H2O

Slide 26 - Slide

Uitleg
Zijn er vragen?

Door naar Checkvragen

Slide 27 - Slide

Wat is onvolledige verbranding?
Een verbranding met ........
zuurstof
A
te veel
B
te weinig
C
geen
D
genoeg

Slide 28 - Quiz

H₂0 en CO₂ komen vrij bij...
A
Volledige verbranding
B
Onvolledige verbranding
C
Volledige- en Onvolledige verbranding
D
Bij beiden niet.

Slide 29 - Quiz

Bij een volledige verbranding ontstaat roet.
A
waar
B
niet waar

Slide 30 - Quiz

Ethanol + zuurstof --> koolstofdioxide + roet + water

Deze reactie is een:
A
Volledige verbranding
B
Onvolledige verbranding
C
Geen verbranding

Slide 31 - Quiz

Welke producten ontstaan er bij de volledige verbranding van:
C2H5O2N
A
CO+H2O+NO2
B
CO+HO+NO2
C
CO2+HO+NO2
D
CO2+H2O+NO2

Slide 32 - Quiz

Welke producten ontstaat bij de onvolledige verbranding van:
C2H6
A
CO2
B
CO
C
CO+C+H2O
D
CO2+C

Slide 33 - Quiz

Welke stoffen worden er gevormd bij de volledige verbranding van koolstofmonosulfide (CS)?
A
H2O+CO2
B
C+S
C
CO2+SO2
D
CO+SO2

Slide 34 - Quiz

Nu weet je:
  • Wat je nodig hebt voor een verbranding
  • Hoe je een verbranding kunt stoppen
  • Welke 2 soorten verbrandingen er zijn
  • Welke stoffen er ontstaan bij een verbranding
  • Hoe je een verbrandingsreactie kunt opstellen

Slide 35 - Slide

Aan de slag 
Nu: 
- Doorlezen  §5.1 
- Maken §5.1 - opdr.: 1, 2, 3, 5, 6, 7

Slide 36 - Slide