carnaval

'n carnavalsquizke
Hoe 'n goeie carnavaller ben de gij?
1 / 46
next
Slide 1: Slide
MentorlesMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

'n carnavalsquizke
Hoe 'n goeie carnavaller ben de gij?

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Ronde 1: ken uw omgeving
Je krijgt tien plaatsen te zien met de carnavalsnaam. 
Noteer de 'normale' naam van het dorp.
Je krijgt steeds 30 seconden de tijd. 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Oeteldonk
timer
0:30

Slide 3 - Open question

This item has no instructions

Leutekom
timer
0:30

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Diedeldam
A
Doetinchem
B
Didam
C
Hummelo
D
Silvolde

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Waskupenstad
A
Doetinchem
B
's Heerenberg
C
Gaanderen
D
Zelhem

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Plaggendorp
A
Gaanderen
B
Zelhem
C
Halle
D
's Heerenberg

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Lees het gedicht goed door,

wat betekenen de woorden?
Alaaf, alaaf, alaaf
in de verte
maken wagens zich op
om als ‘n lange sliert te trekken
door feestvierdersland

klinkt hoempapamuziek
die carnavalsgasten
in stemming brengt
voor drie dagen jolijt

wordt problematiek
op kritische wijze
onder de loep genomen
hilarisch uitgedost

zetelt de prins met zijn gevolg
hoogverheven
om spijkers met koppen te slaan
bij witte schuimkragen

brengen onderdanen
een veelvuldig alaaf als groet
aan het koninkrijk der zotten
tot ontnuchtering zich aandient

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Wat wordt bedoeld met 'spijkers met koppen slaan'?

A
iemand met de hamer op het hoofd slaan
B
goede afspraken maken
C
het juiste gereedschap gebruiken
D
doortastend optreden

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent 'jolijt'?
A
vrolijkheid
B
dronkenschap
C
chagarijn
D
vriendschap

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Wat wordt bedoeld met 'onder de loep genomen'?
A
een vergrootglas
B
speciale carnavalssoep
C
onder de bar kijken
D
uitpluizen

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

witte schuimkragen

Slide 12 - Mind map

This item has no instructions

muziekronde 1
Je krijgt fragmenten van carnavalsnummers te horen.

Noteer de titel van het nummer

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Fragment 2
timer
1:00

Slide 15 - Open question

https://www.muziekweb.nl/Link/U00000724433/POPULAR/Er-staat-een-paard-in-de-gang

Bovenstaande link geeft toegang tot een aantal carnavalshits.
Fragment 3
timer
1:00

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

Fragment 4
timer
1:30

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Fragment 5
timer
1:30

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

Fragment 6
timer
1:30

Slide 19 - Open question

Ronde 2: witte gij 't 
  • weetjes rondom carnaval
  • je krijgt een aantal meerkeuzevragen

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Wanneer start carnaval?
timer
0:45
A
11 weken na Kerstmis
B
11 weken voor Hemelvaart
C
40 dagen voor Pasen
D
40 dagen na Kerstmis

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Waar is de term carnaval van afgeleid?
timer
0:45
A
carne levare: weghalen van vlees
B
van het Italiaanse carni vales dat in Venetië werd gevierd
C
de wagen in de optocht is de kar na de val
D
carrus navalis: de scheepswagen in de optocht

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de achterliggende gedachte van carnaval?
timer
0:45
A
de omgekeerde wereld beleven
B
reden om je te vergrijpen aan een ander
C
jaarlijkse zuippartij
D
laatste keer zondigen voor het vasten

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Waar vierde men de middeleeuwen carnaval?in
timer
0:45
A
op het marktplein
B
aan het hof
C
in de kerk
D
in de herberg

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Hoe noemde men destijds carnaval?
timer
0:45
A
de ommegang
B
vastelavond
C
vastenavond
D
polonaise

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Hoelang duurde carnaval oorspronkelijk?
timer
0:45
A
vier dagen: zaterdag tot en met dinsdag
B
drie dagen: zondag tot en met dinsdag
C
twee dagen: maandag en dinsdag
D
één dag: dinsdag

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Waarom is vastelavond veranderd in vastenavond?
timer
0:45
A
Het woord was te seksueel getint.
B
In de middeleeuwen sprak met de n uit als een l.
C
Door de taalverandering is de spelling aangepast.
D
Het woord is verbasterd.

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Waar is de term dweilen van afgeleid?
timer
0:45
A
van het dweilen dat veelvuldig moet gebeuren
B
van het enorme consumeren van eten en drinken
C
van het doelloos, dronken op straat rondlopen
D
van de dweilbands die jaarlijks optreden

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Waarom verkleedt men zich met carnaval?
timer
0:45
A
om onherkenbaar te zijn
B
vanwege de sociale omkering
C
om de ander angst aan te jagen
D
vanwege de gelijkheid

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de symboliek van het getal 11?
timer
0:45
A
de 11/11 is 11 weken voor carnaval
B
de 11/11 is het startschot voor carnaval
C
11 is het gekkengetal
D
er waren 11 apostelen in de Bijbel

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Waarom krijgt de Raad van elf de sleutel van de stad?
timer
0:45
A
vanwege de sociale omkering
B
de burgemeester heeft dan vrij
C
om aan te geven dat het carnaval is
D
de Raad van elf krijgt het gezag over de stad

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Waar komt Prins Carnaval vandaan?
timer
0:45
A
De bisschop van de kerk werd zo genoemd
B
Deze komt uit Keulen: held carnaval
C
Deze is geïntroduceerd door Karel V
D
De burgemeester werd zo genoemd tijdens vastelavond

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Waarom startte men met de carnavalsoptocht?
timer
0:45
A
om de nieuwe baas van Keulen voor gek te zetten
B
om de Raad van elf jaarlijks te introduceren
C
om de sociale omkering van de stad te benadrukken
D
om carnaval te openen

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Hoe moet de oorspronkelijk Alaaf (carnavalsgroet)?
timer
0:45
A
de vingertoppen van de rechterhand tegen de linkerslaap
B
de vingertoppen van de linkerhand tegen de rechterslaap
C
de vingertoppen van de rechterhand tegen de rechterslaap
D
de vingertoppen van de linkerhand tegen de linkerslaap

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Waarom dragen ze in veel Brabantse dorpen en steden de kiel?
timer
0:45
A
vanwege de Bredase invloed
B
vanwege het platteland
C
vanwege de nivellering
D
vanwege het spotten met de vlinderdas

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Hoe ziet de oorspronkelijke polonaise eruit?
timer
0:45
A
je rechterhand op de schouder van de voorganger
B
je handen om de heupen van je voorganger
C
je rechterhand omklemt de rechterhand van je voorganger
D
je neus bij de kont van je voorganger

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

muziekronde 2
Je krijgt fragmenten van carnavalsnummers te horen.

Noteer de titel van het lied. 

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Fragment 1
timer
1:30

Slide 38 - Open question

This item has no instructions

Fragment 2
timer
1:30

Slide 39 - Open question

This item has no instructions

Fragment 3
timer
1:30

Slide 40 - Open question

This item has no instructions

Fragment 4
timer
1:45

Slide 41 - Open question

Fragment 5
timer
1:30

Slide 42 - Open question

This item has no instructions

Slide 43 - Video

This item has no instructions

Wat is tonpraoten?

Slide 44 - Open question

This item has no instructions

Slide 45 - Video

This item has no instructions

Slide 46 - Slide

This item has no instructions