OSP - les 3

Vak: Ondersteuningsplan (OSP)
Fase: 3
Docenten: Fatine Bouchlaghem, Frank van Aken
1 / 16
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Vak: Ondersteuningsplan (OSP)
Fase: 3
Docenten: Fatine Bouchlaghem, Frank van Aken

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Opening 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Doelen
  • Je kunt een keus maken uit een aantal verschillende ordeningsmodellen om je eindopdracht te maken

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Terugblik op vorige week
Vorige week hebben we het gehad over eigen regie en SMART-doelen. Wat weet je er nog van?

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wat is zelfbeschikkingsrecht?
A
Het recht om te mogen stemmen
B
Het recht om zelf te bepalen wat je wil
C
Het recht om bezwaar aan te tekenen tegen iets dat je niet bevalt
D
Het recht om je mening te uiten

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Geldproblemen, ruzie met je partner en stress op school zijn voorbeelden van
A
Draagkracht
B
Draaglast

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Noem een voorbeeld van draagkracht

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Het doel ‘Willem kan over een maand elke dag minimaal 2 ADL-activiteiten (algemene dagelijkse levensverrichting) uitvoeren’ is bijna SMART. Op welk punt is het doel NIET SMART?
A
Specifiek
B
Meetbaar
C
Acceptabel / Realistisch
D
Tijdsgeboden

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Het huiswerk van vorige week was:
1. Werk aan stap 1 tot en met 4 van de eindopdracht
2. Lees uit het boek 'Methodisch begeleiden' thema's 1 , 4 en 7.

Wat heb jij hiervan gedaan?
A
Ik heb opdracht 1 gedaan
B
Ik heb opdracht 2 gedaan
C
Ik heb allebei de opdrachten gedaan
D
Ik heb geen opdrachten gedaan

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Vragen naar aanleiding van leeswerk
Zijn er vragen naar aanleiding van het lezen van thema's 1, 4 of 7?

Slide 10 - Slide

Klassengesprek
1) Wat verstaan jullie onder eigen regie?
2) voor wie geldt eigen regie?
3) Wanneer kan/mag je in Nederland eigen regie voeren
4) Waarom is eigen regie belangrijk denk je?
Theorie ordeningsmodellen

In de eerste les hebben we het kort gehad over ordeningsmodellen. Wat is daarvan blijven hangen?

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Ordeningsmodellen
Om de beginsituatie van je client in kaart te brengen, gebruik je een ordeningsmodel. Een ordeningsmodel heeft als doel om de situatie van een client zo goed mogelijk in beeld te brengen. Drie belangrijke modellen zijn:

  1. Model van de leefgebieden
  2. Model van de ontwikkelingsgebieden
  3. Model van de positieve gezondheid

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Model van leefgebieden
Dit model ordent de informatie van je beginsituatie op basis van 7 leefgebieden. Zie de website van Movisie voor meer informatie: klik hier

  1. Zingeving
  2. Wonen
  3. Financien
  4. Sociale relaties
  5. Lichamelijke gezondheid
  6. Psychische gezondheid
  7. Werk en activiteiten

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Model van de ontwikkelingsgebieden
Het model van de ontwikkelingsgebieden ordent de informatie uit een beginsituatie onder de verschillende ontwikkelingsgebieden die er zijn:



  • Lichamelijke ontwikkeling
  • Geestelijke ontwikkeling
  • Cognitieve ontwikkeling
  • Sociale ontwikkeling
  • Emotionele ontwikkeling
  • Seksuele ontwikkeling

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Model van de positieve gezondheid
Dit model ordent de informatie van je beginsituatie waarbij ze rekening houdt met wat mensen nog kunnen in plaats van wat ze niet (meer) kunnen. Het houdt rekening met 6 dimensies:
  1. Lichaamsfuncties
  2. Mentaal welbevinden
  3. Meedoen
  4. Zingeving
  5. Dagelijks functioneren
  6. Kwaliteit van leven

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Opdracht ordeningsmodellen
Je hebt de keus uit twee opdrachten. Je gaat ongeveer 20 minuten aan de slag. De opdrachten mag je individueel of in groepjes (maximaal 4) doen.

  1. Je krijgt een casus van de docent. Je ordent de informatie uit de casus aan de hand van een ordeningsmodel. Je mag zelf kiezen welk ordeningsmodel je gebruikt.
  2. Of je gebruikt een cliënt van jouw praktijksituatie en vult de ordeningsmodellen in.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions