Les 2 Kwaliteiten

Loopbaanbegleiding
Entree opleiding
Fase 3
Kwaliteiten 2

1 / 16
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Loopbaanbegleiding
Entree opleiding
Fase 3
Kwaliteiten 2

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

     Check in

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Terugblik:
Wat zijn kwaliteiten?

Slide 3 - Open question

This item has no instructions

'Kwaliteiten zijn vaak vanaf de geboorte bepaald'
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Kwaliteiten
Kwaliteiten zijn persoonlijke eigenschappen die op een positieve manier aangeven wie jij bent en waar jij goed in bent.
 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Loopbaanbegleiding
Entree opleiding
Fase 3
Kwaliteiten

Wat gaan we deze les leren:
Ontdekken wat jouw kwaliteiten zijn. Kwaliteiten bij anderen zien en daar voorbeelden bij geven.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Kwaliteiten

Startopdracht

Je krijgt van jouw docent een kaartje met een kwaliteit. Bedenk iemand die deze kwaliteit heeft. Dat kan iemand zijn die je kent, maar het kan ook een beroemd persoon zijn.

Slide 7 - Slide

Hier mag je gebruik maken van de kwaliteitenkaartjes. Je kan ook gebruik maken van het kwaliteitenkaartjes op teams. Deze moet je wel zelf uitknippen!
Kwaliteiten

Bespreek: 
 
 A. Bij welke persoon vind jij de kwaliteit op het kaartje passen?
  
B. Leg met een voorbeeld uit dat deze persoon die kwaliteit heeft. 
 
C. Wat heb je eraan om deze kwaliteit te hebben?
 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Terugblik:
Wat zijn kwaliteiten?

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

'Kwaliteiten zijn vaak vanaf de geboorte bepaald'
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Kwaliteitenspel
1. Pak per groep een stapeltje met kwaliteiten.

2. Iedere speler krijgt 3 kaartjes, de rest gaat op de stapel.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Spelregels

1. De jongste begint.
2. Pak een kaartje van de stapel.
3. Lees de kwaliteit. Bij wie past deze? Geef het aan de juiste persoon.
4. Leg met een voorbeeld uit waarom je dit kaartje bij de ander vindt passen.


5. Deze persoon heeft nu 4 kaartjes. Hij/zij moet er één doorgeven.
6. Past het kaartje bij niemand? Leg het dan apart en pak een nieuwe.
7. Ga door tot iedereen 3 kaartjes heeft die bij hem of haar passen. 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Welke kaartjes heb jij
gekregen?

Waarom passen deze kwaliteiten
bij jou? 

Slide 13 - Slide

Opdrachten kwaliteitenspel - Teams

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Benoem jouw belangrijkste kwaliteit

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

Hoe vond je deze les?
0 = saai             8= te gek en leuk!
-28

Slide 16 - Poll

This item has no instructions