Temperatuur en monsters verzamelen

Temperatuur en 
monsters verzamelen
1 / 30
next
Slide 1: Slide
VerzorgendeMBOStudiejaar 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Temperatuur en 
monsters verzamelen

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Hoe verliest ons lichaam warmte?

Slide 3 - Open question

Slide 4 - Slide

Tussen de 36 en 37,5 graden
Hoger dan 38 graden
Tussen de 37,6 en 38 graden
Koorts
Verhoging
Normale lichaamstemperatuur

Slide 5 - Drag question

Wat zijn koortsstuipen?

Slide 6 - Open question

Slide 7 - Slide

Wat is een koude rilling?

Slide 8 - Open question

Slide 9 - Slide

Onderkoelingsverschijnselen

Slide 10 - Mind map

Blaarvorming en stekende pijn
Roodheid en bleek grijze huidverkleuring
Spierwitte en harde huid
Afsterven van een lichaamsdeel
1e graad bevriezing
2e graad bevriezing
3e graad bevriezing

Slide 11 - Drag question


Wat is de betekenis van hypothermie?

A
Een toestand waarbij de lichaamstemperatuur hoger is dan 38 graden.
B
Een toestand waarbij de lichaamstemperatuur lager is dan 34 graden.
C
Een toestand waarbij het slachtoffer een rode huid heeft.
D
Een toestand waarbij het slachtoffer een zeer snelle hartslag heeft.

Slide 12 - Quiz

Hyperthermie
A
Onderkoeling, waarbij de lichaamstemperatuur lager dan 35°C
B
Het gelijk blijven van de lichaamstemperatuur bij wisselende omstandigheden
C
Verhoogde lichaamstemperatuur die ontstaat doordat het lichaam de warmte niet goed kwijt kan

Slide 13 - Quiz

Monsters verzamelen

Slide 14 - Slide

Soorten monsters

Slide 15 - Mind map

Overige:
  • sputum
  • wondkweek
  • hielprik

Slide 16 - Slide

Aandachtspunten verzamelen van monsters

Slide 17 - Mind map

Kennis en vaardigheden
voorbereiding client/voorlichting

juiste aanvraagformulier

op de juiste wijze afnemen van het monster

Hoelang kan ik een monster bewaren, wat is handige afnametijd?

Enige kennis over de uitslagen van een monster (normaalwaardes)

Slide 18 - Slide

Wat is glucoserie?
A
Als er glucose uitgeplast word
B
Als glucose ophoopt in de nieren
C
Als glucose niet uitgescheiden word
D
Als er glucose in de urine zit

Slide 19 - Quiz

Hoe noem je vet in de urine?
A
glucosurie
B
aceton urine
C
ketonurie

Slide 20 - Quiz

Wat zijn indicaties voor urine onderzoek?

Slide 21 - Mind map

Slide 22 - Slide

Bij een urinekweek wordt gekeken naar de aanwezigheid van..
A
Bacteriën
B
Rode bloedcellen
C
Beide bovenstaande
D
Geen van bovenstaande

Slide 23 - Quiz

wat is het verschil tussen een urinesediment en een kweek?

Slide 24 - Open question

waarop kun je feces onderzoeken?
welke virussen enz ken je?

Slide 25 - Open question

Feces
bacteriën: salmonella

virussen: norovirus, rota

kankermarkers: bevolkingsonderzoek darmkanker

Slide 26 - Slide

Bloed
vingerprik, hielprik, venapunctie

  • Hb, Ht, natrium, kalium, calcium, glucose, bloedgas
  • leukocyten, erytrocyten, creatinine
  • CRP, bezinking

Slide 27 - Slide

wat is de hielprik? wat onderzoek je?

Slide 28 - Mind map

Slide 29 - Link

VRAGEN
Vragen

Slide 30 - Slide