Casus 1: Gedragsproblemen
Je bent aan het werk op de groep in een kinderopvang als een pedagogisch medewerker. Er zit een kind met gedragsproblemen in de klas. Het kindje heeft best wel een temperament en krijgt driftbuien, zodra hij zijn zin niet krijgt. Er wordt opgemerkt dat dit invloed heeft op de rest van de groep. Ook is toenadering tot zijn moeder vinden niet mogelijk en zijn vader heeft vaak operaties. De pedagogische medewerker weet niet meer wat ze moet doen en komt naat jou toe als coach. Wat doe jij?