Trede 8.1

1 / 22
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Doelen in de portal
Klik op een onderdeel. Hier kan je de doelen zien, de uitleg bekijken en de oefeningen maken. 
Dit geeft je informatie of je de doelen al beheerst.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Isa huurt een een boot. Ze betaalt per dag 50 euro. Ze moet ook borg betalen van 135 euro.

Wat is het vaste deel? En wat is het variabele deel?

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

aantal dagen x 5 + 10 = kosten in €

Wat is het vaste deel? En wat is het variabele deel?

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Voorbeelden woordformules
Voorbeeld 1:
Kosten schoolreisje = 50 + 7,50 x aantal leerlingen

Voorbeeld 2:
Lengte kaars = 12 - 2 x brandtijd



Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Rekenen met woordformules.. 
Vergeet de rekenvolgorde niet...
Voorbeeld 1:
Kosten schoolreisje = 50 + 7,50 x aantal leerlingen

Dus stap 1:
7,50 x aantal leerlingen 

Stap 2:
50 + je antwoord bij stap 1



Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Rekenen met woordformules.. 
Vergeet de rekenvolgorde niet...
Voorbeeld 2:
Lengte kaars = 12 - 2 x brandtijd

Dus stap 1:
2 x brandtijd 


Stap 2:
12 - je antwoord bij stap 1

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

De pijlenketting: Zodat de volgorde altijd goed gaat!

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

PIJLENKETTING
FORMULE

Slide 11 - Drag question

This item has no instructions

Wat 
is
wat???
pijlenketting
formule
tabel
grafiek

Slide 12 - Drag question

This item has no instructions

Maak de pijlenketting bij het formule:
7,50 + 12 x aantal dagen = kosten
x 12
+ 12
+ 7,50
Aantal dagen 
kosten

Slide 13 - Drag question

This item has no instructions

=
Voorin de pijlenketting komt de variabele te staan
Bij de pijlen zetten we de berekeningen neer.
Houd rekening met de rekenvolgorde !!
De variabele voor het =-teken komt achteraan de pijlenketting
...
Boete
Snelheidsoverschrijding
x 5
+ 20

Slide 14 - Drag question

This item has no instructions

=
...
Kosten
Aantal dagen
x 10
- 5

Slide 15 - Drag question

This item has no instructions

De baas van de klusbus berekent voor één uur werken 37,50 euro. Daarnaast berekent hij 20,00 euro aan voorrijkosten. Maak een pijlenketting.

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

Antwoord
440

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Kosten = 20 + 2,50 x aantal uren
Hoeveel moet ik betalen voor 5 uur?

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

3.7 Letters in formules
Bij het huren van een spelcomputer hoort de woordformule: 
huurprijs = 15 + 5 ∙ aantal dagen.

Dit kan korter! Vervang het 'aantal dagen' door een letter 'd'

huurprijs = 15 + 5 ∙ d 
Voorbeeld:
Formules met letters zijn kortere woordformules.
huurprijs = 15 + 5 ∙ d  en huurprijs = 15 + 5d zijn 

formules met letters.
De punt tussen 5 en d laten we weg!
Dat mag want 5 is een cijfer en d is een letter.
1
2
3

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Van woordformule naar.... (Rood)
Inkomsten in € = 2,50 x tijd in uren

Inkomsten = 2,50 x t

I = 2,50 x t

                                                      I = 2,50t                         (letterformule)

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Voorbeelden van letterformules
150 + 20a = b 
3,5t = h 
w = 15 + 6a
We willen minder schrijven! 
Er staat nog hetzelfde
 als bij de woordformules! 

Slide 21 - Slide

Geef bij iedere letterformule ook de benoemen van de letters. Denk aan maanden en bedrag bij de eerst en tijd en hoogte bij de tweede. 
Maak van deze woordformule een letterformule:
Kosten in € = 15 + 5 x uren

Slide 22 - Open question

This item has no instructions