This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Welkom studenten!
Wat fijn dat jullie er zijn.
Slide 1 - Slide
Doel voor dit blok
Je mening kunnen geven.
Je mening kunnen opschrijven
Luistervaardigheid extra oefenen
Slide 2 - Slide
Dictee
Je krijgt een blaadje en een pen pak je.
Nummer onder elkaar de cijfers 1 t/m 10
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Wat weet je al
over het schrijven van een tekst?
Slide 5 - Mind map
Slide 6 - Video
Wat is een argument (reden)?
A
Een uitleg waarmee je een feit verdedigt.
B
Een uitleg waarmee je een mening verdedigt.
C
Een uitleg waarmee je een reden verdedigt.
D
Iets wat je moet controleren.
Slide 7 - Quiz
Wat is een mening (standpunt)?
A
Wat iemand ergens van vindt. Controleerbaar.
Je bent het ermee eens.
B
Wat iemand ergens van vindt. Controleerbaar.
Je bent het ermee oneens.
C
Wat iemand ergens van vindt. Niet controleerbaar.
Je kunt er eens of oneens mee zijn.
D
Wat iemand ergens van vindt. Niet controleerbaar.
Je kunt er niets van zeggen.
Slide 8 - Quiz
Wat is een feit?
A
Een uitspraak over iets wat waar of niet waar is. Controleerbaar.
B
Een uitspraak over iets wat waar of niet waar is.
Niet controleerbaar.
Slide 9 - Quiz
"Leerkrachten moeten worden vervangen door robots"
Bij elke mening kan je argumenten voor en tegen bedenken.
Slide 10 - Slide
"Bij mooi weer moeten scholen huiswerkvrij zijn"
Bij elke mening kan je argumenten voor en tegen bedenken.
Slide 11 - Slide
We maken de opdrachten
Blz 95 boek B Nu Nederlands.
opdracht 1 t/m 4
Dit mag je in een groepje doen.
Slide 12 - Slide
2F Een betoog:
heeft als tekstdoel overtuigen
is een tekst waarin de schrijver zijn mening geeft
is een tekst waarin de schrijver argumenten (redenen) geeft voor die mening
wordt geschreven naar aanleiding van een stelling
Slide 13 - Slide
inleiding
Je vertelt waar de tekst over gaat en
geeft kort je mening.
Slide 14 - Slide
middenstuk
Je geeft een argument.
Dit argument legt jouw mening uit.
Slide 15 - Slide
slot
Vat je tekst kort samen.
Je herhaalt jouw mening in andere worden.
Slide 16 - Slide
Gesprekken oefening
Je gaat een sollicitatiegesprek voeren met een medewerker Personeelszaken van het bedrijf. De rol van de medewerker wordt door een ander student gespeeld.
Opdracht:
Stel jezelf voor en vertel over je motivatie
Leg uit waarom jij de juiste persoon bent voor deze vacature
Vraag je beleefd foor naar de belangrijkste arbeidsvoorwaarden
Geef duidelijk antwoord op de vragen van de medewerker.
Slide 17 - Slide
Dit hebben we gedaan
We hebben jullie woordenschat geactiveerd (dictee)
We hebben mening geven behandeld
Misschien weten jullie al meer over feiten en meningen
We hebben het examen onderdeel gesprekken geoefend.
Slide 18 - Slide
Hoe ging de les dictee, mening geven en gesprekken?