Spreekvaardigheid taak 6 1H

BESTAL!
Boeken Etui Schrift Takenklapper Agenda Leesboek

1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

BESTAL!
Boeken Etui Schrift Takenklapper Agenda Leesboek

Slide 1 - Slide

Lees in je leesboek. 
Boek vergeten?
Lees dan een stukje fictie of gedicht
uit het leerwerkboek.
timer
15:00
Leg je schrift/boek open op tafel, zodat ik de weektaak kan aftekenen.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Lesplanning
week 9
Les 1
- 3.6 introductie + opdrachten maken
- woordweb spreekbeurt 

Les 2
- planning spreekbeurt 
- informatie verzamelen

Les 3
- informatie samenvoegen
- spreekbeurt voorbereiden
- fictiedossier inleveren (vrijdag 28 feb.)

Slide 6 - Slide

3.6 spreken, kijken, luisteren
Start:
Maak opdracht 1ABC op blz. 171 opdracht 2 op blz. 171

Eerst individueel, daarna uitwisselen in tafelgroepen
timer
10:00

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Zo bereid je een informatieve spreekbeurt goed voor





Zoek informatie over je onderwerp:
 

• Maak bij je Griekse god een woordweb. Daarin staat wat je al weet over het onderwerp. Bekijk welke woorden bij elkaar horen. Zo bepaal je de deelonderwerpen van je spreekbeurt;
• Zoek en lees/bekijk/beluister informatie over jouw onderwerp en deelonderwerpen;
• Noteer per deelonderwerp de nieuwe informatie in steekwoorden.

Stap 1
Maak (samen) een woordweb en bepaal jullie deelonderwerpen.

Slide 9 - Slide

Stap 2: maak een spreekplan
Zet de informatie in een logische volgorde in een spreekplan:

• inleiding met een binnenkomer, zodat je publiek geïnteresseerd raakt (bijvoorbeeld: een persoonlijke ervaring, een grapje, een voorbeeld of iets uit het nieuws);
• een overzicht van de inhoud van je spreekbeurt:
- de kern met de deelonderwerpen
- een slot met:
• een samenvatting van de kern;
• een afsluiting;
• de mogelijkheid tot vragen stellen.

Slide 10 - Slide

Stap 3: bedenk wat er nog meer nodig is
• Bedenk bij elk onderdeel welke hulpmiddelen (filmpjes of voorwerpen) je kunt gebruiken;
• Maak van elk onderdeel in het spreekplan een samenvatting in steekwoorden op spreekkaartjes die je gebruikt bij je spreekbeurt. Je kunt deze steekwoorden ook in een PowerPoint of Prezi verwerken;
• Oefen je spreekbeurt en laat iemand je commentaar geven;
• Verbeter je spreekbeurt met het commentaar.

Slide 11 - Slide

3.6 spreken, kijken, luisteren
- hoe je een informatieve spreekbeurt voorbereidt;
- hoe je een informatieve spreekbeurt uitvoert;
- hoe je een spreekplan gebruikt
- wat het effect is van je stem en lichaamstaal bij een spreekbeurt.

Slide 12 - Slide

Structuur in je verhaal?
Inleiding:
Maak duidelijk waar je over gaat vertellen en waarom.

Middenstuk:
Werk puntsgewijs. Niet van de hak op de tak. Nieuw deelonderwerp = duidelijk vertellen waar je het over gaat hebben. Je mag ter ondersteuning een PowerPoint of soortgelijks gebruiken.

Slot
Vat je verhaal nog even samen. Geef een leuke eindzin en maak duidelijk dat je verhaal klaar is, zonder te zeggen: 'Nou, dat was mijn spreekbeurt'.

Slide 13 - Slide

stemgebruik en lichaamstaal
Bij een spreekbeurt kun je met je stem en lichaamstaal de aandacht van je luisteraars vasthouden. Dat doe je door:
• je stemgebruik te variëren – praat niet monotoon, maar levendig. Vaak lukt dat automatisch als je je spreekbeurt niet letterlijk uit je hoofd leert. Gebruik daarom steekwoorden op spreekkaartjes of in een PowerPoint;
• rustig te spreken – geef jezelf tijd om te ademen en je publiek tijd om echt te horen wat je zegt. Durf een pauze te laten vallen;
• je luisteraars aan te kijken – kies niet één punt waar je naar staart, maar kijk rustig rond, zodat je iedereen ziet;
• rechtop te staan – dan heb je meer mogelijkheid om te bewegen..

Slide 14 - Slide

Zelfstandig werken 
Maak de opdrachten van 3.4:
opdr. 2, 3 en 4



                            
                                      


                                          
Snap je een opdracht niet? 
- lees de vraag nog een keer; wat             staat erboven? 
- lees de leertekst op blz. 158 en 159
- sla anders eerst over en werk verder. 
- stel de vraag in je tafelgroep.

timer
10:00
Werk in je schrift!
Begin op een nieuwe bladzijde en schrijf 3.4 schrijven erboven

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Lesplanning
vrijdag 31 januari
Deze les:

- Nakijken opdrachten H3.4 en 4.4

- Invullen schrijfplan

- Schrijven alinea

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

1.4 blz. 29

Slide 20 - Slide

Inleiding
Introductie op de tekst. Noem onderwerp en begin met een aandachtstrekker. 
Lay out
- Zorg voor witregels tussen de alinea's. 
- Zet boektitels tussen aanhalingstekens of maak ze cursief. 

Slide 21 - Slide



Verdwalen in de wereld van de Maximonsters, op avontuur met Lampje en de spannende thrillers van Mel Walles de Vries. In deze leesautobiografie schets ik een beeld van mijn leeservaringen. Van mijn eerste herinnering aan voorgelezen worden tot aan de boeken die ik nu lees. 
Inleiding 

Ik ben vroeger veel voorgelezen door mijn beide ouders voordat ik naar bed ging. Ik werd vooral voorgelezen uit boeken van Roald Dahl, zoals: De GVR, Mathilda, en Sjakie en de chocoladefabriek. Die boeken heb ik nog steeds wel thuis, maar ze worden niet meer echt gelezen of voorgelezen. Vroeger vond ik het altijd heel fijn/leuk als ik voorgelezen word voor ik ging slapen, en daarom zou ik als ik later misschien kinderen heb ze ook zeker willen voorlezen. Ook uit boeken van Roald Dahl omdat, ik dat vroeger ook heel leuk vond.

Slide 22 - Slide

Deelonderwerpen kerntekst
Inleiding - onderwerp noemen + binnenkomer 
(vraag, anekdote of voorbeeld)

KA 1 - de voorleesperiode 
KA 2 - de basisschoolperiode 
KA 3 - leestips 
KA 4 - Boekenlijst top 3
KA 5 - Persoonlijke leessmaak
  
Slot - samenvatting of conclusie geven

Slide 23 - Slide

Leesautobiografie (her)schrijven
(Her)schrijf je leesautobiografie:
- zorg voor een goede tekstopbouw
- gebruik witregels tussen de alinea's
- zet boektitels tussen "aanhalingstekens"
- denk om hoofletters en interpunctie
- wissel korte en langere zinnen af
- gebruik verwijswoorden/synoniemen

Slide 24 - Slide