This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Fantastische Freizeit
Slide 1 - Slide
Lernziele
Ik ken nieuwe woorden rondom het thema "Freizeit";
Ik kan een luistertekst over vrije tijd in het Duits begrijpen.
Slide 2 - Slide
Was machst du gerne in deiner Freizeit?
Slide 3 - Mind map
Slide 4 - Video
Veel Duitse woorden lijken op hun Nederlandse vertaalwoorden. Vooral op het gebied van sport zul je veel overeenkomsten zien. Je gaat met een quiz nu een aantal woorden leren.
Slide 5 - Slide
A
reiten
B
joggen
C
schwimmen
D
malen
Slide 6 - Quiz
A
joggen
B
malen
C
singen
D
tanzen
Slide 7 - Quiz
A
Schlittschuh laufen
B
Rad fahren
C
malen
D
reiten
Slide 8 - Quiz
A
Volleyball spielen
B
Fußball spielen
C
Minigolf spielen
D
Schlittschuh laufen
Slide 9 - Quiz
A
reiten
B
Schi fahren
C
Rad fahren
D
malen
Slide 10 - Quiz
A
Rad fahren
B
Ski fahren
C
Schlittschuh laufen
D
tanzen
Slide 11 - Quiz
A
gewinnen
B
üben
C
trainieren
D
singen
Slide 12 - Quiz
A
Schlittschuh laufen
B
Ski fahren
C
reiten
Slide 13 - Quiz
Je hebt net nieuwe Duitse woorden geleerd. Weet je nog welke er waren? Schrijf zo veel op als jij je kan herinneren.
timer
0:40
Slide 14 - Open question
Slide 15 - Video
Wat doen de jongeren van het fragment in hun vrije tijd? Schrijf op wat je gehoord hebt!
Slide 16 - Mind map
Auf die Plätze, fertig, los!
Je gaat nu in je boek aan de slag!
Was? Wortschatz: Aufgabe 4-5-6-7
Wie? selbständig
Hilfe? dein(e) Nachbar(in) + Lernliste Seite 26
Zeit? 20 Minuten
Diese Aufgaben sind Hausaufgaben!
Slide 17 - Slide
Lernziele checken
Ik ken nieuwe woorden rondom het thema "Freizeit";
Ik kan een luistertekst over vrije tijd in het Duits begrijpen.
Slide 18 - Slide
Ik heb .. nieuwe woorden geleerd rondom het thema "Freizeit".
A
veel
B
weinig
C
geen
Slide 19 - Quiz
Ik kon het fragment over "Freizeit" in het Duits goed begrijpen.
A
ja
B
nee
C
een beetje
Slide 20 - Quiz
Hausaufgaben
Kapitel 6:
machen: Aufgabe 4 t/m 7 (Seite 14-15)
lernen:
Lernliste B Wortschatz t/m "naar muziek luisteren"
Lernliste A Hören (= herhaling)
Vorausblick: maandag 19 september 8e uur SO Kapitel 6 - Lernliste ABC (Seite 26)