This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
6.2: Rechten van het parlement GT
Slide 1 - Slide
planning:
- Nieuws
- Uitleg 6.2: de rechten van het parlement
- Opdrachten 6.2
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Wetgevende taken:
Stemrecht: stemmen voor/tegen wetsvoorstellen
Recht van initiatief
(Kamerleden kunnen zelf met een wetsvoorstel komen i.p.v. de minister)
Recht van amendement
(wetsvoorstellen aanpassen)
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Controlerende rechten van de Eerste- en Tweede Kamer
Recht om het kabinet vragen te stellen (mondeling of schriftelijk)
Recht van interpellatie
minister ter verantwoording roepen; 30 kamerleden moeten dit steunen en dan moet de minister dingen uit komen leggen.
Recht van onderzoek (parlementaire enquete)
(tot op de bodem uitzoeken van een bepaalde zaak)
Slide 8 - Slide
Controlerende rechten van de Eerste- en Tweede Kamer
Recht van budget
(goed- of afkeuren van de jaarlijkse begroting)
Recht om een motie in te dienen: Kamerleden geven hun mening over het beleid en verzoeken een minister te doen (wordt over gestemd). De motie wordt dan aangenomen of verworpen.
Als de Kamer de minister niet meer vertrouwd kan hij hem/haar vragen op te stappen: motie van wantrouwen.
Slide 9 - Slide
Als de problemen zo groot worden kan zelf het hele kabinet aftreden: kabinetscrisis.
Er komen dan nieuwe verkiezingen.
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Maken GL
Alle opdrachten:
Blz 69
Blz 71
timer
1:00
Slide 12 - Slide
lessonup quiz
Slide 13 - Slide
Het recht om een motie in te dienen hoort bij
A
De wetgevende taak
B
De controlerende taak
Slide 14 - Quiz
Een wijziging van een wetsvoorstel indienen.
A
Recht van amendement
B
Recht van Interpellatie
C
Recht van initiatief
D
Recht van motie
Slide 15 - Quiz
Welk recht hoort bij de wetgevende taak?
A
recht van initiatief
B
recht van enquete
C
motierecht
D
recht van interpellatie
Slide 16 - Quiz
Een Kamerlid wil graag dat een minister in zijn wetsvoorstel een wijziging aanbrengt. Van welk recht maakt het Kamerlid gebruik?
A
Recht van interpellatie.
B
Recht van amendement.
C
Stemrecht.
D
Recht van initiatief.
Slide 17 - Quiz
Het recht van interpellatie houdt in dat de Tweede Kamer:
A
een motie van wantrouwen tegen een minister mag indienen.
B
het recht heeft een minister in een spoeddebat om uitleg te vragen.
C
wetsvoorstellen in mag dienen.
D
een wetsvoorstel van een minister mag afkeuren.
Slide 18 - Quiz
De Kamerleden keuren een wetsvoorstel van een minister goed. Van welk recht maken de Kamerleden gebruik?