De Romeinen in Nederland les 1

• Geschiedenis
• Basisschool
• Groep 7

De Romeinen in Nederland

• In deze les bespreken we allerlei feiten over de Romeinen en het Romeinse rijk.
• In deze les bespreken we welke invloed de Romeinen in onze geschiedenis gehad hebben.

Wat weet je al over de Romeinen?

De tijdbalk

Wanneer waren de Romeinen in Nederland?

Waar was het Romeinse Rijk?

Wie waren de Romeinen?

Feiten over de Romeinen

• Het Romeinse rijk begon vanuit Rome en dat bleef het centrum van de macht, de woonplaats van de keizer.
• Er woonden veel verschillende volken in het rijk, die ieder hun eigen gewoontes en manier van leven hadden.
• De gezamelijke taal werd het Latijn.
• De Romeinse cijfers werden gebruikt om te rekenen.
• Veel volken gingen de Romeinse gewoontes overnemen en gebruiken in hun eigen manier van leven (integratie).

Wat waren de nieuwe gewoontes van de Romeinen?

• De Romeinen hadden slaven voor al het werk, zoals het eten koken, het vlees snijden en schoonmaken.
• De Romeinen aten liggend met hun rechterhand of met bestek.
• De Romeinen vonden politiek belangrijk, maar waren ook handelaars en landheren.
• De Romeinen ontspanden met bezoeken aan het badhuis of aan de arena om bijv. naar de gladiatorengevechten te kijken

"Mens sana in corpore sano!"

(een gezonde geest in een gezond lichaam)

Fit  blijven door te: 

• worstelen
• speelwerpen
• hardlopen
• verspringen
• discuswerpen

Wat leerden de mensen hier van de Romeinen?

• De mensen leerden lezen en schrijven.
• De mensen leerden rekenen.
• De mensen leerden nieuwe bouwtechnieken zoals het maken van bogen.
• De mensen leerden hoe ze hun huizen konden verwarmen en versieren met mozaïek.

Boogconstructie

Het alfabet van Latium

Welke Latijnse woorden herken je in onze taal? 

1. Patrem et matrem
   
2. Amor
   
3. Audio
   
4. Salaris
   
5. Aquaduct
6. Castellum
   
7. Sol
   
8. Aprillis
9. Humanus
   
10. Vinum

Bespreken van de woorden

1. Patrem et matrem =  de vader en de moeder
2. Amor = de liefde
3. Audio = horen)
4. Salaris : het geld dat je verdient, oorspronkelij het zout
5. Aquaduct
6. Castellum:  oorspronkelijk het fort en later het kasteel
7. Sol = de zon
8. Aprillis = de maand April
9. Humanus : woord dat je gebruikt om te praten over 'de mens'. 
10. Vinum  = de wijn

Jaartallen in Romeinse cijfers

Romeinse cijfers

Even rekenen als een Romein!

• VIII + II =    
• X + IV =   
• X - V =  
  
• XXIV - VI =   
• CCC + L =  
  
• M - D =      
• XC+ VI =      
• LX + VII =

      

Nakijken van de sommen.

VIII + II =  X ( 8 + 2 = 10 )

X + IV = XIV  ( 10 + 4 = 14 )

X - V = V ( 10 - 5 = 5 )

XXIV - VI = XVIII  ( 24 - 6 = 18 )

CCC + L = CCCL  ( 300 + 50 = 350)

M - D = D (1000- 500 = 500)

XC + VI = XCIV  ( 90 + 6 = 96)

LX + VII = LXVII  ( 60 + 7 = 67)

Welk voedsel hebben de Romeinen naar deze streek meegenomen?

1. brood en vlees
2. kaas en honing
3. groente en fruit
4. olijven en wijn

Welke kleding droegen de Romeinen?

1. een lange jurk
2. een toga
3. een broek met tuniek
4. een berenvel

Wat gebruiken we nog steeds dankzij de Romeinen?

1. vuursteen
2. een hunebed
3. een gesp
4. munten

Op welke manier integreerden de volken van ons land zich in het Romeinse rijk?