Les 8 Bijzondere meervoudsvormen

Bijzondere meervoudsvormen
Doel:
Je leert dat sommige woorden een bijzonder meervoud hebben en hoe je ze moet schrijven. 
1 / 16
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Bijzondere meervoudsvormen
Doel:
Je leert dat sommige woorden een bijzonder meervoud hebben en hoe je ze moet schrijven. 

Slide 1 - Slide

Lees de tekst op het bord. Welke twee zelfstandige naamwoorden in het meervoud zie je?

Slide 2 - Open question

Welke zelfstandig naamwoorden?
Windstoten met snelheden van 130 km/u

Slide 3 - Open question

Welke zelfstandig naamwoorden?
Musici protesteren tegen bezuinigingen kabinet

Slide 4 - Open question

Welke zelfstandig naamwoorden?
Nooit meer verstopte poriën dankzij nieuw wondermiddel

Slide 5 - Open question

Welke zelfstandig naamwoorden?
Schepen in moeilijkheden door harde wind

Slide 6 - Open question

Welke zelfstandig naamwoorden?
Kinderen klimmen op daken

Slide 7 - Open question

Welke zelfstandig naamwoorden?
Prachtige melodieën op grachten van Amsterdam

Slide 8 - Open question

Slide 9 - Slide

Belangrijk!
De meeste zelfstandig naamwoorden hebben een meervoud op -en of -s (zie les 7). 
Sommige woorden hebben een bijzondere meervoudsvorm
In deze les:
  • woorden met -ie, woorden met -ee, woorden met -heid of -lid aan het eind. 
  • Meervouden met -eren en meervouden met -ici

Slide 10 - Slide

Woorden die eindigen op -ee schrijf je in het meervoud met 
-eeën.
bv. idee - ideeën en fee - feeën

Slide 11 - Slide

Bij sommige woorden verandert de klinker:
  • heid > heden, bv. moeilijkheid - moeilijkheden
  • lid > leden, bv. gezinslid - gezinsleden

stad - steden
schip - schepen

Slide 12 - Slide

Sommige meervoudsvormen schrijf je met -eren:

lam - lammeren
ei - eieren
kind - kinderen
blad - bladeren (aan een boom)
rund - runderen

Slide 13 - Slide

Nog meer bijzondere meervoudsvormen:
-icus > ici, bv. musicus - musici en technicus - technici

koe - koeien

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

En nu ga je zelf aan de slag!!

Je maakt opdracht 8, 10, 11, 12 en 13

Als je klaar bent kun je het nakijken! Het antwoordblad vind je in Magister Learn. 

Slide 16 - Slide