Doelgroep kennismaken SD

Doelgroep opfris & kennismaken SD- check in
NAH
ADD/ ADHD
ASIELZOEKERS, VLUCHTELINGEN, COA
DAK EN THUISLOZEN
VERSLAVINGSZORG
1 / 75
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 75 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

Items in this lesson

Doelgroep opfris & kennismaken SD- check in
NAH
ADD/ ADHD
ASIELZOEKERS, VLUCHTELINGEN, COA
DAK EN THUISLOZEN
VERSLAVINGSZORG

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

NAH = niet aangeboren hersenletsel
Wat zijn zichtbare gevolgen bij NAH?
A
overprikkeling vermoeidheid verlamming
B
verlamming, epilepsie, spraakstoornissen , evenwichtsstoornissen
C
incontinentie, koorts vermoeidheid
D
vermoeidheid, niet kunnen onthouden, minder mobiel

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Niet-aangeboren hersenletsel

Veel mensen kunnen na hersenletsel slechter zien. Dat komt niet door een beschadiging aan het oog, maar door beschadiging van een deel van de hersenen dat betrokken is bij de verwerking van visuele informatie.

A
WAAR
B
NIET WAAR
C
geen idee
D
zullen zien

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Niet aangeboren hersenletsel (NAH) kan NIET ontstaan door...
A
Auto ongeluk
B
Zuurstoftekort door verdrinking
C
Aangeboren afwijking
D
Herseninfarct

Slide 4 - Quiz

NAH kan ontstaan door een oorzaak buiten het lichaam of in het lichaam. het kan leiden tot beperkingen in bewegen, denken, en zelf in karakterveranderingen
Samuel zat op de HAVO, toen hem een ernstig ongeluk met zijn fiets overkwam
 waarbij hij een grote klap tegen zijn hoofd aan kreeg. Zijn leven werd gered. Het is nu zes jaar later en Samuel is nu 24 jaar oud. Je ziet niks aan hem, maar door de klap is zijn leven helemaal veranderd: hij heeft hersenletsel overgehouden aan het ongeluk. Voor het ongeluk kon hij goed leren. Nu lukt dat niet goed meer; hij kan dingen slecht onthouden. Hij is heel snel moe en hij kan niet tegen lawaai. Hij is sneller boos. De ene dag gaat het beter dan de andere. Samuel kan niet zelfstandig wonen. Hij zegt: “Wat ik het moeilijkst vind: mensen kunnen niks aan me zien. Ze begrijpen mijn problemen niet. Vroeger kon ik alles doen. Nu kan dat niet meer.”

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Karen is 58 jaar oud.
 Vorig jaar kreeg ze een beroerte: een deel van de hersenen werkte opeens niet
meer. Ook zij kreeg hersenletsel. Ze vindt de vermoeidheid het moeilijkst. Ze kan minder goed praten. Voor het hersenletsel had ze een drukke baan. 

Dat gaat nu niet meer. Haar kinderen zeggen: “Onze
moeder is compleet veranderd. Het lijkt wel of we een andere moeder hebben gekregen.”

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Link

This item has no instructions

Begeleiding na NAH
Interaktcontour is een grote organisatie in deze regio op gebied van NAH:
wonen-begeleiden groep en thuis-behandelen-begeleiden arbeidsre-integratie- mantelzorgMatch.
Tevens bieden ze een behandelprogramma HERSENZ aan:

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Link

This item has no instructions

Slide 10 - Video

This item has no instructions


Een afasie kan een gevolg zijn van een CVA. Wat is een afasie?
A
taalstoornis
B
onvermogen om objecten te herkennen
C
problemen met de volgorde van handelingen
D
verminderd vermogen om nieuwe informatie te leren

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Bij Afasie ...
A
kun je woorden niet meer vinden
B
Begrijp je de ander niet
C
weet je niet wat je met het voorwerp moet
D
weet je niet welke volgorde je moet

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Wat is jullie ervaring met doelgroep NAH? Wie in je omgeving heeft dit en wil je hierover vertellen?

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

ADD en ADHD
kennismaken doelgroep
kenmerken
vooroordelen
begeleiding

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Ik weet precies wat ADHD en ADD inhoud
A
JA
B
NEE
C
BEETJE
D
WAT IS ADD?

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Wat is ADHD?
A
Aandacht tekort Hyperactiviteit stoornis
B
Gedragsstoornis waarbij kinderen heel druk kunnen zijn
C
Attention Deficit Hyperactivity Disorder
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het verschil tussen ADD en ADHD
A
Er is geen verschil
B
Bij ADD ontbreekt de hyperactiviteit.
C
Bij ADD gaat het niet over alle dagen
D
ADD -ers hebben moeite om op gang te komen

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel % van van de kinderen tussen de leeftijd 5-14 jaar heeft ernstige symptomen van ADD en ADHD?
A
5%
B
10%
C
2%
D
3%

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Bij wie komt ADHD/ADD
het meest voor?
A
Jongens
B
Meisjes
C
volwassen
D
creatieve mensen

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Slide 20 - Video

This item has no instructions

Zoek organisaties/ coaching/ instanties in onze (jouw) buurt die begeleiding bieden op gebied van ADHD/ADD

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

EMMER LOOPT OVER..
Door wat  of wanneer (of misschien wel door wie?) raakt jouw emmer snel te vol???

 maak de Individuele opdracht.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Wie heeft er geen ADHD?
A
B
C
D

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Voor een diagnose ADD/ADHD moet dit gedrag al voor het 7e levensjaar te zien zijn. Ook moet het kind op tenminste 2 plekken dit gedrag laten zien, bv op school en thuis.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Wanneer iemand gediagnosticeerd is met ADHD, ADD dan heeft men een vorm van een
A
lichamelijke beperking
B
Sociale beperking
C
Verstandelijke beperking
D
Geen beperking

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Kinderen met ADHD/ADD lopen meer risico op verslaving/gedragsstoornissen

A
Waar
B
Niet waar

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

ADHD is een
A
leerstoornis
B
gedragsstoornis

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Bij ADD / ADHD is er soms sprake van ''hyperfocus''.. wat wordt hiermee bedoeld?
A
Belemmering in het kunnen focussen voor lange tijd
B
Hoog kunnen presteren met weinig concentratie
C
Belemmering in de focus en hierdoor 'hyper' gedrag vertonen
D
Bij interesse, zich verliezen in hetgeen en er helemaal in op gaan

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Wat is volgens jou van belang bij het begeleiden van mensen met een VB en ADD of ADHD
A
Regelmaat, duidelijkheid, positieve aandacht, ruimte om actief te zijn
B
Regelmaat, duidelijkheid, grenzen aangeven met negatief gevolg, afremmen van bewegingsdrang.
C
Regelmaat, duidelijkheid, positieve aandacht, afremmen van bewegingsdrang
D
Regelmaat, duidelijkheid, grenzen aangeven met negatief gevolg, ruimte om actief te zijn.

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Met welke andere stoornissen komt ADHD/ADD (vaak) samen voor?
A
DCD
B
Dyslexie
C
ASS
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Cliënten met een sociale hulpvraag en onze rol als MZ begeleider
COA - AZC
Dak en thuislozen
Verslavingszorg

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Tijdens de asielprocedure verblijven asielzoekers in een asielzoekerscentrum. (AZC)
 Die procedure kan heel lang duren; soms wel anderhalf jaar. Als er geen ruimte is in de azc’s, worden vluchtelingen opgevangen in de noodopvang. Dat zijn heel eenvoudige plekken met weinig faciliteiten en amper privacy.

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Spreidingswet

Op 1 februari 2024 is de Spreidingswet ingegaan. Deze wet moet op termijn zorgen voor meer structurele opvangplekken en een betere verdeling van asielzoekers over Nederland. 

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Slide 35 - Video

This item has no instructions

Op welke gebieden begeleid jij als COA medewerker de asielzoekers?

Slide 36 - Open question

This item has no instructions

Als C0A medewerker ga je in gesprek om hun begeleidingsbehoefte te achterhalen.

Hoe gaat het met hen en waarbij kunnen wij helpen? Hiervoor gebruiken we het 6 domeinen/ leefgebieden instrument.

We kijken in welke mate asielzoekers zelfredzaam zijn in 6 leefgebieden:

zelfzorg
dag structuur
sociaal netwerk
persoonlijk welbevinden
externe contacten
toekomstplanning

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

zelfzorg
dag structuur
sociaal netwerk
persoonlijk welbevinden
externe contacten
toekomstplanning
Voor elk leefgebied hebben ze  3 vaardigheden beschreven. Vaardigheden die asielzoekers moeten hebben om op een COA-locatie te wonen en zich voor te bereiden op hun toekomst.
Bedenk een vaardigheid per 
leefgebied.
 


Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Slide 39 - Link

This item has no instructions

Ga naar de website van COA 
https://www.coa.nl/nl/begeleiding-voorbereiden-op-de-toekomst

bekijk de verschillende begeleidingsvormen en trainingen 

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Slide 41 - Video

This item has no instructions

Wat doet het COA?
A
Opvang en begeleiding
B
Identificatie
C
Beslissen of je mag blijven in NL
D
Juridische bijstand

Slide 42 - Quiz

This item has no instructions

Een asielzoeker is iemand die:
A
vlucht in eigen land
B
is een vreemdeling die in een ander land dan het thuisland bescherming tegen gevaar en vervolging vraagt
C
vlucht vanwege een natuurramp
D
zoekt een asiel voor zijn hond

Slide 43 - Quiz

This item has no instructions

Hoe groot is het percentage mannelijke asielzoekers ten opzichte van vrouwelijke asielzoekers?
A
75 % man & 25 % vrouw
B
50 % man & 50 % vrouw
C
75 % vrouw & 25 % man
D
65% man & 35 % vrouw

Slide 44 - Quiz

This item has no instructions

Instroom

 Asielzoekers die in Nederland aankomen, melden zich altijd eerst bij een aanmeldcentrum. 
Na het aanmeldgehoor van de IND
(IMMIGRATIE-EN NATURALISATIEDIENST)  gaan ze naar een opvang locatie van het COA. Dit is de instroom van asielzoekers.


Uitstroom

Als asielzoekers de opvang verlaten, is er sprake van uitstroom. 

Ze gaan als statushouder naar een woning in een gemeente, 
keren terug naar het land van herkomst 
of vertrekken met onbekende bestemming.

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Wie zou er misschien in de toekomst willen werken voor de COA? en waarom? (niet)

Slide 46 - Open question

This item has no instructions

Dak en thuislozen
opvang en begeleiding
instanties
stageplekken 

Slide 47 - Slide

This item has no instructions

Op 21 juni 2021 heeft de EU een verklaring ondertekend. Daarin beloven de lidstaten dakloosheid te beëindigen. In deze verklaring  
– de ‘Lisbon declaration to combat homelessness’ –  staat dat:
niemand buiten hoeft te slapen door gebrek aan goede opvang;
niemand langer dan nodig in de opvang hoeft te verblijven;
niemand de gevangenis of het ziekenhuis verlaat zonder adequate huisvesting;
zo min mogelijk mensen uit hun huis gezet worden en niemand uit huis gezet wordt zonder ondersteuning naar een passende huisvesting;
en dat mensen die dakloos zijn, daar niet om worden gediscrimineerd.

Slide 48 - Slide

This item has no instructions

Slide 49 - Video

This item has no instructions

Welke soorten opvang is er voor dak en thuislozen?
A
Dagopvang, nachtopvang, en crisisopvang
B
Herstart, crisisopvang en blijf van mij lijf huizen
C
Dagopvang, herstart en begeleid wonen
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 50 - Quiz

This item has no instructions

Over het algemeen vragen dak en thuislozen niet zelf om hulp, instanties gaan actief op zoek om met hen in contact te komen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 51 - Quiz

This item has no instructions

Welke problematiek komt het meest voor onder dak- en thuislozen?
A
Psychische problematiek
B
Geweld
C
Lichamelijke problematiek
D
Verslavingsproblematiek

Slide 52 - Quiz

This item has no instructions

Een dak- of thuisloze wordt sneller verslaafd omdat...
A
Het wordt gezien als oplossing van de problemen
B
Je meer wordt blootgesteld aan middelen op straat
C
Het de pijn verzacht (lichamelijk en psychisch) van je situatie
D
Het als coping- en overlevingsstrategie wordt gebruikt

Slide 53 - Quiz

This item has no instructions

Dak en thuisloze, eventueel verslaafd, hebben het volgende nodig
A
Meer middelen om de pijn te verzachten
B
Aandacht en vertrouwen, zonder einddatum
C
Een huis, zodat ze opnieuw kunnen beginnen met een schone lei
D
Niks, hebben ze zelf voor gekozen, dus eigen verantwoordelijkheid

Slide 54 - Quiz

This item has no instructions

Welke eigenschappen en vaardigheden heb je nodig als je met dak- en thuislozen werkt?
A
Geduldig en gestructureerd
B
Gestructureerd en perfectionistisch
C
Geduldig en flexibel
D
Introvert en behoudend

Slide 55 - Quiz

This item has no instructions

Veel dak- en thuisloze jongeren hebben een verleden in de jeugdzorg.
A
juist
B
onjuist

Slide 56 - Quiz

This item has no instructions

Opdracht: 
https://www.opvangatlas.nl
bezoek de site vul je postcode in en bekijk welke opvang er in je buurt mogelijk is.

Slide 57 - Slide

This item has no instructions

Slide 58 - Video

This item has no instructions

Zo’n 12.500 jongeren zijn dak- en thuisloos. Eén van de oorzaken is dat de hulp van jeugdzorg stopt zodra zij achttien jaar zijn, waardoor zij uit het oog van alle instanties verdwijnen. 

Dit gebeurt bij zo’n 20.000 jongeren per jaar, waardoor een deel op straat komt te staan.

Slide 59 - Slide

This item has no instructions

Meer kennis nodig over zorg aan 18-plus jongeren
Een goed realiseerbaar toekomstplan en een professioneel of vrijwillig maatje.....
WAT GUN JE IEMAND DIE 18 WORDT? WAT HEEFT DEGENE VOLGENS JOUW NODIG?

Slide 60 - Open question

This item has no instructions

Wat zijn onze stageplekken met deze doelgroep?
Humanitas 
leger des heils?
bpv buro vragen voor meer toelichting uitleg

Slide 61 - Slide

This item has no instructions

Verslavingszorg 
Specialistische kennis doelgroep
Tactus 
BPV plekken

Slide 62 - Slide

This item has no instructions

Wat is mijn verslaving?
A
Mijn Mobiel
B
Redbull
C
Roken
D
Netflix

Slide 63 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn de oorzaken van een verslaving?
A
Erfelijkheid
B
Persoonlijkheid
C
Sociaal milieu/opvoeding
D
Stress

Slide 64 - Quiz

This item has no instructions

Zou je willen werken in de verslavingszorg?
A
Ja
B
Nee
C
Weet ik nog niet

Slide 65 - Quiz

This item has no instructions

Zijn er afkickklinieken voor gameverslavingen?
A
Ja
B
Nee

Slide 66 - Quiz

This item has no instructions

Welke van deze verslavingen past het minst bij geestelijke verslaving
A
Alcohol
B
Drugs
C
Sporten
D
Roken

Slide 67 - Quiz

This item has no instructions

Bij verslavingszorg worden de criteria uit de ........
gebruikt om een stoornis in het gebruik van middelen vast te stellen.

A
DSM-X
B
KAS-V
C
PSV-6
D
DSM-V

Slide 68 - Quiz

This item has no instructions

Is vapen verslavend?
A
Ja, een beetje.
B
Ja, net zo verslavend als gewone sigaretten.
C
Nee, totaal niet.
D
Nee, alleen als je het vaak doet.

Slide 69 - Quiz

This item has no instructions

Het Centrum Verslaving & LVB is gespecialiseerd in diagnostiek en behandeling van volwassenen vanaf 18 jaar met verslavingsproblemen die een lichte verstandelijke beperking (LVB) hebben of zwakbegaafd zijn.

Slide 70 - Slide

This item has no instructions

Slide 71 - Link

This item has no instructions

Bij hoeveel uur per week gamen spreken we van een gameverslaving?
A
12 uur of meer
B
30 uur of meer
C
21 uur of meer
D
28 uur of meer

Slide 72 - Quiz

This item has no instructions

Maar wanneer is gamen nog gezond vermaak en niet iets wat je uit de werkelijke wereld trekt?

De volgende signalen kunnen wijzen op een gameverslaving:
A
Je denkt vaak aan het gamen, ook wanneer je niet aan het gamen bent
B
Je wordt onrustig en angstig wanneer je niet gamet.
C
Je krijgt lichamelijke klachten zoals vermoeidheid en hoofdpijn.
D
Je wordt boos en geïrriteerd als iemand je stoort bij het gamen.

Slide 73 - Quiz

This item has no instructions

BPV plekken verslavingszorg

(Persoonlijke begeleider/ nv 4 )
De Wonde (Aveleijn)
Tactus wonen
................check BPV kantoor

Slide 74 - Slide

This item has no instructions

Slide 75 - Slide

This item has no instructions