Leren onderzoeken

Leren onderzoeken
1 Je kunt een onderzoeksvraag maken en uitleggen wat een onderzoeksvraag is.
2 Je kunt een hypothese maken en uitleggen wat een hypothese is.
3 Je kunt een werkplan schrijven.
4 Je kunt een conclusie maken en uitleggen wat een conclusie is.

timer
5:00
Wat heb je nodig?
  • Pen/potlood
  • Schrift

1 / 19
next
Slide 1: Slide
NatuuroriëntatieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Leren onderzoeken
1 Je kunt een onderzoeksvraag maken en uitleggen wat een onderzoeksvraag is.
2 Je kunt een hypothese maken en uitleggen wat een hypothese is.
3 Je kunt een werkplan schrijven.
4 Je kunt een conclusie maken en uitleggen wat een conclusie is.

timer
5:00
Wat heb je nodig?
  • Pen/potlood
  • Schrift

Slide 1 - Slide

Onderzoek
Bij een onderzoek ga je dingen onderzoeken. Je hebt een vraag en wilt hier graag een antwoord op weten.

Slide 2 - Slide

Onderzoeksvraag
Wanneer je weet wat je wil gaan onderzoeken, bedenk je eerst een vraag waar je antwoord op wilt vinden. De onderzoeksvraag is dus altijd een vraag.
Bij welke temperatuur lost een suikerklontje het snelst op?

Slide 3 - Slide

Hypothese
Soms kun je al een antwoord verzinnen op de onderzoeksvraag. Je geeft dan de hypothese; een mogelijk antwoord op de onderzoeksvraag.
Ik denk dat een suikerklontje sneller oplost bij 100 graden Celsius

Slide 4 - Slide

Werkplan
In het werkplan staat precies wat de stappen zijn die je gaat uitvoeren. Ook beschrijf je daar de benodigdheden.
Benodigdheden
• Water van 100 graden Celsius
• Water van 75 graden Celsius
• Water van 50 graden Celsius
• Water van 20 graden Celsius
• Vier bekers
• Vier suikerklontjes
• Stopwatch

Stappenplan
1. Vul de vier bekers met 100mL van de verschillende temperaturen water.
2. Stop in iedere beker een suikerklontje en start de stopwatch.
3. Kijk goed waar de suikerklontjes oplossen. Noteer de tijd die nodig is.


Slide 5 - Slide

Uitvoering
Je gaat nu het onderzoek uitvoeren en houd je zo best mogelijk aan het gemaakte werkplan. 

Slide 6 - Slide

Resultaten
Terwijl je onderzoek doet, houd je alle dingen bij die gebeuren. Je beschrijft je waarnemingen (wat je ziet) en je gegevens. Deze waarnemingen en gegevens noem je de resultaten. Deze resultaten verwerk je meestal netjes in een tabel of grafiek.

Slide 7 - Slide

Conclusie
In de conclusie geef je antwoord op je onderzoeksvraag. Je gebruikt hiervoor je resultaten. Je laat dan ook zien of je hypothese juist was.
Het suikerklontje lost het snelst op bij 100 graden Celsius. Mijn hypothese klopt.

Slide 8 - Slide

Even oefenen...

Slide 9 - Slide

Ik denk dat het water gaat koken bij 100 graden Celsius
A
Onderzoeksvraag
B
Hypothese
C
Werkplan
D
Conclusie

Slide 10 - Quiz

Zullen de zaadjes gaan kiemen als ze in een gesloten zak zitten?
A
Onderzoeksvraag
B
Hypothese
C
Werkplan
D
Conclusie

Slide 11 - Quiz

Benodigdheden
A
Onderzoeksvraag
B
Hypothese
C
Werkplan
D
Conclusie

Slide 12 - Quiz

Ik zie dat er belletjes ontstaan tijdens het koken.
A
Resultaten
B
Hypothese
C
Werkplan
D
Conclusie

Slide 13 - Quiz

Ik denk dat pasta na zeven minuten koken gaar is.
A
Resultaten
B
Hypothese
C
Werkplan
D
Conclusie

Slide 14 - Quiz

Er zijn geen zaadjes gaan kiemen in de gesloten zak. Mijn hypothese was juist.
A
Resultaten
B
Hypothese
C
Werkplan
D
Conclusie

Slide 15 - Quiz

Zal het T-shirt in de zon sneller drogen dan in de schaduw?
A
Onderzoeksvraag
B
Hypothese
C
Werkplan
D
Conclusie

Slide 16 - Quiz

Zelf aan de slag
Je gaat nu zelf aan de slag met je onderzoek.
Je werkt in tweetallen.
Gebruik je blad "opdrachtenblad" voor je onderzoek.

Klaar?
(vul dit zelf aan!)
timer
1:00:00

Slide 17 - Slide

Afsluiten

" Wat hebben jullie ontdekt? "

Slide 18 - Slide

Afsluiten
Invullen van de vragenlijst.

Ga naar: gosocrative.com
Code: BOLHUIS6468

Klaar? Laptop dicht

Slide 19 - Slide