par 2: De Russische Revolutie

Hoofstuk 3:

De Sovjet Unie









1 / 47
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Hoofstuk 3:

De Sovjet Unie









Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je herkennen en uitleggen wat de oorzaken van de Russische Revolutie waren, hoe de communisten de macht veroverden en hoe de Sovjet-Unie bestuurd werd. 

Slide 3 - Slide

Wat weet jij eigenlijk
van Rusland?

Slide 4 - Mind map


De Sovjet-Unie



De Sovjet-Unie is de naam voor Rusland (met een aantal andere landen) tussen 1922 en 1991, toen het land een communistische dictatuur was.

Een sovjet is een raad van boeren, arbeiders en soldaten.
Het bestuur van Sovjet-Unie zou in handen van deze sovjets moeten zijn...

Slide 5 - Slide

economisch/politieke situatie in Rusland rond 1900
1. veelvolkerenstaat.
2. groot leger, slecht georganiseerd.
3. tsaar en adel oppermachtig; Doema (1905) weinig macht.
4. veel verpauperde boeren (80 % van de bevolking).
5. industrialisatie laat begonnen.
Economisch/ politieke situatie in Rusland rond 1900
1. Veel verschillende volken in een land

2. Groot leger, maar slecht georganiseerd

3. Tsaar en adel oppermachtig. Het parlement (de Doema) had weinig macht

4. Veel arme boeren (80% vd bevolking)

5. Industrialisatie laat begonnen

Slide 6 - Slide

Rusland voor 1917
  • Keizerrijk (Russische keizer is een tsaar, die alle macht heeft)

  • Grote verschillen tussen arm en rijk.

  • Bondgenoot van Engeland en Frankrijk vóór en tijdens de Eerste Wereldoorlog (tot 1917).

  • Zeer slecht geïndustrialiseerd.

Slide 7 - Slide

Tsaar Nicolaas II
Heerser van een veelvolkeren staat.
Tsaar en adel maken dienst uit in
Rusland waar
bureaucratie erg hoog is.
Kritiek uiten gevaarlijk -->
geheime dienst.
Rusland kende slechte economie,
volk was arm en kende geen eenheid.



Slide 8 - Slide

Oorzaken Russische revolutie
  • Volk heeft het slecht: armoede, gebrek aan alles, ook aan inspraak

  • Verlies Russisch-Japanse oorlog (1904-1905)

  • Bloedig neerslaan van opstand (1905): Bloedige zondag

  • Grote verliezen in de Eerste Wereldoorlog

Slide 9 - Slide

Bloedige Zondag 1905
De Russische bevolking wil tijdens een demonstratie
de tsaar duidelijk maken dat het niet zo goed gaat in het land 
én om hem te ondersteunen: de meeste demonstranten
zijn helemaal niet tegen de tsaar!
Gevolg Bloedige Zondag: invoering doema (parlement). Weinig invloed!

Slide 10 - Slide

Grote verliezen in WO I
Het Russische leger is groot, 
maar zwak en slecht uitgerust.
Soms hebben soldaten niet eens een wapen

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Geestelijke onderdrukking
Hoge belastingen betalen
Tsaar
absolutisme
Ministers
Fysieke onderdrukking
leger
adel en burgerij
Grootgrondbezitters
armoede

Slide 13 - Drag question

Wat doet tsaar Nicolaas II wanneer het volk de petitie komt indienen, 1905?
A
Hij aanvaardt de petitie
B
Ontvangt de leiders van de betoging
C
Hij stuurt de betogers gewoon weg
D
Het leger schiet op de betogers

Slide 14 - Quiz

Wat was het gevolg van het oprichten van de doema?
A
Niets: de tsaar evenveel macht
B
Volk had inspraak: situatie verbetert economisch
C
Volk had inspraak, maar duurt lang voor iets beslist wordt
D
Geen vertegenwoordigers derde stand in doema

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Video

Wat is communisme? (1)
  • Arbeiders aan de macht

  • Alle rijkdommen (ook de fabrieken en de machines) naar de arbeiders

  • Omdat 'rijken' en fabrikanten dit niet zomaar zullen laten gebeuren zal er een revolutie van arbeiders komen, mét geweld.

Slide 17 - Slide

Wat is communisme? (2)
  • Einde aan de klassenmaatschappij (indeling van de maatschappij naar economische positie)

  • Mensen hebben evenveel bezit: economische gelijkheid

  • Tegen kapitalisme (ergens geld in stoppen met als doel meer geld te verdienen: winst maken). 


Slide 18 - Slide

 Vijf fases
*concentratie/ cumulatie 
*verelendung
*revolutie
*dictatuur van het proletariaat
*Communistische/marxis- tische heilstaat

Slide 19 - Slide

Communisme in Rusland
  • Russische communist Lenin paste de leer van Marx aan.
  • Rusland had namelijk geen fabrieksarbeiders.
  • Volgelingen van Lenin noem je Bolsjewieken.
  • Zij werden door de geheime politie van de tsaar flink bestreden. 
  • Geen spontane arbeidersrevolutie maar geleid door voorhoede. 

Slide 20 - Slide

Februari 1917
  • Voedselrellen en stakingen
  • Demonstraties tegen de tsaar
  • Er komt een voorlopige (democratische) regering o.l.v. de mensjewieken (sociaaldemocraten)
  • Taken: verkiezingen voorbereiden, grondwet opstellen en een einde maken aan de oorlog (gebeurt niet!)

  • Tsaar Nicolaas II treedt af 

Slide 21 - Slide


Aprilstellingen van Lenin
april 1917











Alle grond aan de boeren
Alle macht aan de sovjets
Alle fabrieken aan de arbeiders
Vrede met Duitsland

Slide 22 - Slide

Oktober 1917
  • Onrust in Rusland blijft

  • Duitsland(!) helpt Lenin, Rusland binnen te smokkelen (april 1917)

  • Communisten o.l.v. Lenin grijpen de macht en de voorlopige regering wordt afgezet

Slide 23 - Slide

Wat is GEEN eis van Lenin?
A
Grond aan de boeren
B
Geen burgerij aan de macht
C
Sovjets moeten alle macht hebben
D
Verderzetting WOI

Slide 24 - Quiz


Vrede van Brest-Litovsk
maart 1918





Het communistische Sovjet-Rusland (later: Sovjet-Unie) sluit vrede met Duitsland
en laat zijn oude bondgenoten, Engeland en Frankrijk, in de steek

Slide 25 - Slide

Aan welke kant vocht Rusland in WOI?
A
Geallieerden
B
Centralen

Slide 26 - Quiz

Wat was geen kenmerk voor Rusland tijdens WOI?
A
Hongersnood
B
Veel gebiedswinst
C
Heel veel slachtoffers
D
Slecht bewapend

Slide 27 - Quiz

De Romanovs

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Burgeroorlog 1918-1922
Burgeroorlog:
- Witten
(Mensjewieken, tegenstanders Oktoberrevolutie, aanhangers tsaar) 
VECHTEN TEGEN
- Roden 
(Bolsjewieken, aanhangers Lenin)

Slide 30 - Slide

Rusland/ SU na de burgeroorlog
  • 1922 overwinning Rode leger.
  • Rusland wordt Sovjet-Unie.
  • Eenpartijstaat: alleen de Communistische Partij was toegestaan
  • Lenin was de leider
  • Iedereen is gelijk
  • Mannen en vrouwen deden hetzelfde werk en verdienden hetzelfde loon. 
  • Steeds meer scholen, gratis onderwijs
  • Gratis gezondheidszorg

Slide 31 - Slide

Revolutie in Februari en Oktober
Zoek in H3 par 2 wat de directe gevolgen waren van de februarirevolutie en de oktoberrevolutie en noteer dat kort voor jezelf

Slide 32 - Slide

Wat waren directe gevolgen van de Februarirevolutie?

Slide 33 - Open question

Wat waren de gevolgen van de Oktoberrevolutie?

Slide 34 - Open question

Slide 35 - Slide

Belangrijke begrippen en personen
  • communisme
  • bolsjewieken
  • doema
  • Februarirevolutie
  • Oktoberrevolutie
  • Sovjet-Unie
  • eenpartijstaat
  • Tsaar Nicolaas II
  • Lenin 
  • Marx

Slide 36 - Slide

Wat is een oorzaak voor de Februarirevolutie?
A
De slechte leefomstandigheden voor de bevolking
B
De standenmaatschappij
C
Het leven in de steden
D
Het leven op het platteland

Slide 37 - Quiz

Wat was het resultaat van de eerste revolutie van 1917?
A
Tsaar wordt vermoord, nieuwe regering
B
Tsaar wordt afgezet, voorlopige regering

Slide 38 - Quiz

Wie zit er in de Voorlopige Regering?
A
Burgerij en adel
B
Bolsjewieken en Mensjewieken
C
Burgerij en Mensjewieken
D
Socialisten en Bolsjewieken

Slide 39 - Quiz

Wie komt terug naar Rusland om de strijd verder te zetten?
A
Lenin - leider Mensjewieken
B
Lenin - leider Bolsjewieken
C
Stalin - leider Mensjewieken
D
Stalin - leider Bolsjewieken

Slide 40 - Quiz

Welk land steunde hem zodat hij kon terugkeren?
A
Rusland
B
Frankrijk
C
Duitsland
D
België

Slide 41 - Quiz


Wat is fout?
A
De Februarirevolutie werd georganiseerd door Lenin
B
De Februarirevolutie startte in Sint-Petersburg
C
Soldaten kozen de kant van de demonstranten in de Februarirevolutie
D
De tsaar trad af als gevolg van de Februarirevolutie.

Slide 42 - Quiz

Wat is een gevolg van de Februarirevolutie?
A
Er ontstond een economische crisis
B
De Bolsjewieken kregen alle macht in handen
C
De tsaar moest afstand doen van de troon
D
De Sovjet Unie werd een eenpartijstaat

Slide 43 - Quiz


Waar of niet waar?
Duitsland speelde een belangrijke rol in de aanloop naar de Oktoberrevolutie. 
A
Waar
B
Niet waar

Slide 44 - Quiz


Welke omschrijving past het best bij de oktoberrevolutie?
A
Het was een spontane volksopstand, waarna de communisten de macht grepen.
B
Het was een georganiseerde staatsgreep van de communisten.
C
Het was een spontane volksopstand, waarna de Voorlopige Regering de macht greep.
D
Het was een georganiseerde staatsgreep van de Voorlopige Regering.

Slide 45 - Quiz

Welke politieke veranderingen waren er in de Russische revolutie?

Slide 46 - Open question

Welke economische veranderingen zie je in de Russische revolutie?

Slide 47 - Open question