Woordenschat les 1

Woordenschat
Vandaag leer je vijf (nieuwe) woorden bij het thema: 
Vrije Tijd

Schrijf het woord op en ook de betekenis.

1 / 18
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Woordenschat
Vandaag leer je vijf (nieuwe) woorden bij het thema: 
Vrije Tijd

Schrijf het woord op en ook de betekenis.

Slide 1 - Slide

de activiteit
  • iets waar je mee bezig bent
  •  iets wat je kunt doen
  • veel mensen en veel drukte
  • Zin: Voor de leerlingen waren er veel activiteiten georganiseerd.
  • Zin: Koekhappen is een activiteit die kinderen erg leuk vinden.

Slide 2 - Slide

cultureel
  • wat te maken heeft met de cultuur
  •  kan ook te maken hebben met een geloof
  • cultuur: de manier waarop een groep mensen leeft
  • Zin: Wij gaan morgen een cultureel uitstapje maken.
  • Zin: Kijken naar schilderijen, kan heel cultureel zijn.

Slide 3 - Slide

de filmster
  • iemand die beroemd is door het spelen in films
  • beroemde filmspeler of filmspeelster
  • meervoud:  filmsterren
  • Zin: Brooke Shields is een beroemde Amerikaanse filmster.
  • Zin: In de film Titanic spelen veel beroemde filmsterren.

Slide 4 - Slide

het korps

  • een groep mensen die samen een activiteit hebben, bijvoorbeeld muziek maken
  •  het kan ook een afdeling van een leger zijn
  • meervoud: de korpsen
  • Zin: Het muziekkorps uit het dorp speelde gezellige muziek.
  • Zin: Fanfare  is een ander woord voor korps.

Slide 5 - Slide

trendy
  • modern, helemaal van deze tijd
  • het tegengestelde van ouderwets
  • kleding of meubels kunnen trendy zijn
  • de laatste mode
  • Zin: Mijn vriendin draagt een trendy spijkerbroek met gaten.
  • Zin: Wij hebben een trendy huis, met moderne spullen.

Slide 6 - Slide

Wat betekent :
cultureel
A
heeft niets te maken met cultuur
B
heeft niet te maken met geloof
C
zijn bloemen en bomen
D
heeft te maken met hoe mensen leven

Slide 7 - Quiz

Geef een ander woord voor het woord :
korps
A
fanfare
B
veel dieren
C
sportteam
D
een persoon

Slide 8 - Quiz

Als je trendy bent, dan ben je........
A
ouderwets
B
oud
C
modern
D
jong

Slide 9 - Quiz

Welke activiteit doe jij na schooltijd?

Slide 10 - Mind map

Wie is jouw favoriete filmster?

Slide 11 - Open question

Opdracht: welk woord hoort in de zin?
Welk woord hoort in de zin? Schrijf alleen het woord op, niet de hele zin!

Slide 12 - Slide

Wij hebben een .................... bedacht om te doen met de hele klas.

Slide 13 - Open question

.... .................... heeft veel prijzen gewonnen met die nieuwe film.

Slide 14 - Open question

Wij gaan met de klas naar een museum, dit is een ................... uitstapje.

Slide 15 - Open question

Mevrouw Femke heeft altijd ......... kleding aan. Helemaal kleding van deze tijd!

Slide 16 - Open question

Hij speelt muziek en heeft altijd bij .... ...... willen spelen!

Slide 17 - Open question

Zinnen maken

Het rad draait een naam. Zie je jouw naam? Dan maak je 1 zin met één of meer woorden: 
de activiteit, cultureel, de filmster,
het korps en trendy


Slide 18 - Slide