H1.1. tot en met 1.5 lezen

Planning
  • Welkom!
  • Quizvragen : herhaling toetsstof
  • Groepsopdracht: formuleer een toetsvraag!
  • Aan de slag!
  • evaluatie




1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Planning
  • Welkom!
  • Quizvragen : herhaling toetsstof
  • Groepsopdracht: formuleer een toetsvraag!
  • Aan de slag!
  • evaluatie




Slide 1 - Slide

Tekstdoel van jouw sollicitatiebrief voor een stageplek?
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Amuseren
D
Instrueren

Slide 2 - Quiz

Bekijk de uitspraken over betrouwbaarheid van een tekst.
1. Als de schrijver de bron vermeldt, is de tekst betrouwbaar.
2. Als de tekst niet meer actueel is, is de tekst onbetrouwbaar.

Welke uitspraak over betrouwbaarheid van een tekst is juist?
A
Alleen uitspraak 1 is juist.
B
Alleen uitspraak 2 is juist.
C
Beide uitspraken zijn juist.
D
Beide uitspraken zijn onjuist.

Slide 3 - Quiz

Wat is de hoofdgedachte
van een tekst?
A
een paar gedachten over het onderwerp
B
het belangrijkste van een tekst in één zin samengevat
C
de mening van de schrijver over het onderwerp

Slide 4 - Quiz

Een inleiding kan verschillende functies hebben. Wat is geen functie van een inleiding?
A
onderwerp aangeven
B
voorbeeld geven
C
vraag stellen
D
samenvatting geven

Slide 5 - Quiz


Wat is een tekststructuur?
A
Een opbouw van een tekst met tussenkopjes.
B
Een opbouw van tekst met titel, plaatjes en tussenkopjes.
C
Een vaste opbouw/indeling van inleiding, middenstuk en slot.
D
Een opbouw waarbij alle alinea's met elkaar te maken hebben

Slide 6 - Quiz

Tekststructuur van een betoog:
A
voor- en nadelen
B
standpunt-argument
C
beschrijving
D
verklaring

Slide 7 - Quiz

Staat hier een feit, mening of argument?

Hij heeft goede standpunten.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 8 - Quiz

Tussen het standpunt en het argument kun je het volgende woord zetten:
A
toch
B
want
C
omdat
D
vervolgens

Slide 9 - Quiz

Wat is een functie van de inleiding?
A
Een opsomming geven
B
De aandacht trekken
C
De lezer veel informatie geven
D
Antwoord op een vraag geven

Slide 10 - Quiz

Waar of niet waar?

Argumenten onderbouwen een standpunt.
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quiz

Voor het vak Burgerschap moet je een tekst schrijven over een onderwerp dat met het verkeer te maken heeft. Jij vindt dat we in Nederland veel te hard mogen rijden op de snelweg.
Door goede argumenten te verzinnen hoop je je medestudenten te overtuigen van jouw mening.
Welke tekstsoort past hier het beste bij?
A
advertentie
B
betoog
C
informatief artikel
D
recensie

Slide 12 - Quiz