WEEK 51 1TH klas 1 D quiz de noël en lire

aujourd'hui

quiz de noël
comment épeler en français?
doornemen lesstof SO week 02

Lire: lezen : je begrijpt een uitnodiging


1 / 34
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1,2

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

aujourd'hui

quiz de noël
comment épeler en français?
doornemen lesstof SO week 02

Lire: lezen : je begrijpt een uitnodiging


Slide 1 - Slide

les absents
Tu habites où? J'habite à Meppel....

Quelle est ta nationalité? Je suis neerlandais(e)


Slide 2 - Slide

Quiz de Noël
jeudi le 19 décembre

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

le père Noël
le traîneau
les rennes

Slide 5 - Drag question

In Frankrijk eet men met kerst een 'bûche de Noël' als dessert. Wat is dat?
A
B
C
D

Slide 6 - Quiz

Op welke dag is het Noël in Frankrijk?
A
le vingt-quatre décembre
B
le vingt-six décembre
C
le vingt-cinq décembre
D
le vingt-trois décembre

Slide 7 - Quiz

Welke décorations heeft deze kerstboom NIET?
A
des bougies
B
des étoiles
C
des boules
D
des guirlandes

Slide 8 - Quiz

Wat hoort NIET bij
Saint-Sylvestre in Frankrijk?
A
bisous et voeux
B
champagne
C
dîner
D
beignets

Slide 9 - Quiz

Welke land heeft meer
'feu d'artifice' bij
Saint-Sylvestre?
A
La Hollande/Les Pays-Bas
B
La France

Slide 10 - Quiz


Bij welk feest hoort 'une église'?
A
Noël
B
Saint-Sylvestre

Slide 11 - Quiz

Op welke dag wordt
in Frankrijk
Noël NIET gevierd?
A
le vingt-quatre décembre
B
le vingt-cinq décembre
C
le vingt-six décembre

Slide 12 - Quiz

Wie is 'le père Noël'?
A
de papa die Noël heet
B
de pastoor
C
sinterklaas
D
de kerstman

Slide 13 - Quiz

0

Slide 14 - Video

Welk bedrijf in Japan lanceerde een traditioneel kerstmenu?
A
McDonalds
B
KFC
C
Subway
D
Burger King

Slide 15 - Quiz

dernière question...

Slide 16 - Slide

Welke letters ontbreken?
Jo..eux Noël
&
Bonne A..ée
A
j - n
B
y - n
C
y - nn
D
j - nn

Slide 17 - Quiz

Nog even oefenen met woordjes van la famille.....

Slide 18 - Slide

Voila.....
A
les grands-parents
B
les soeurs
C
les frères
D
les filles

Slide 19 - Quiz

vertaal: la soeur
A
de zus
B
de broer
C
de moeder
D
de nicht

Slide 20 - Quiz

vertaal: de vader

Slide 21 - Open question

vertaal: de dochter

Slide 22 - Open question

vertaal: de zoon

Slide 23 - Open question

le cousin is
A
mannelijk
B
vrouwelijk

Slide 24 - Quiz

dernière question...

Slide 25 - Slide

vertaal: de oom

Slide 26 - Open question

1F
Comment épeler en français?

Slide 27 - Slide

alphabet
schrijf de uitspraak op van de letters die afwijken

Slide 28 - Slide

in 2/3 tallen
Spel je voornaam (prénom) en je achternaam (nom de famille) in het Frans. De anderen in jullie 2/3 tal checken of het goed is..

Slide 29 - Slide

En nu met Franse woorden..

Slide 30 - Slide

De lesstof voor de SO
zie week 02

Slide 31 - Slide

lire
doornemen vocabulaire lire
Maak de leesopdrachten die klaarstaan in Learnbeat


Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

les nombres 0-20
kahoot/bingo

Slide 34 - Slide