Grammar E- past simple- present perfect

Goal

I can use past simple, present perfect and past continuous in a sentence. 
1 / 14
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Goal

I can use past simple, present perfect and past continuous in a sentence. 

Slide 1 - Slide

past simple
  • past simple = verleden tijd
  • helemaal voorbij

  • Je maakt de past simple (meestal) door -ed achter het werkwoord te zetten.
  • work > worked
  • Als er al een -e staat, zet je alleen een -d achter het werkwoord.
  • hike > hiked

Slide 2 - Slide

past simple
  • past simple = verleden tijd
  • helemaal voorbij

  • Ook in het Engels heb je te maken met onregelmatige werkwoorden, deze hebben een eigen vorm.
  • Je kunt alleen weten of een werkwoord onregelmatig   is door de lijst uit je hoofd te leren.
  • Op p. 145 tb voor de lijst, het 2e rijtje is de past simple.

Slide 3 - Slide

past continuous
  • past continuous = verleden tijd
  • bezig op een bepaald moment in het verleden
  • duurde een tijdje in het verleden

  • Je maakt de past continuous met:                                  to be (was/were) + w.w.+ing

  • sing > was/were singing

Slide 4 - Slide

present perfect
  • present perfect = verleden tijd
  • begonnen in het verleden, nu nog zo
  • gebeurd in the verleden, nu nog zichtbaar

  • Je maakt de present perfect met:  
  • have/has + voltooid deelwoord

  • Juf Zahra has been a teacher for 9 years.

Slide 5 - Slide

past simple
vs.
past continuous
vs.
present perfect

Slide 6 - Slide



            past simple

Gebruik: voorbij
Duur: kort
Vorm: w.w.+ed/eigen vorm(2e rij)



           past continuous

Gebruik: was bezig
Duur: lang
Vorm: was/were+w.w.+ing
past simple vs. past continuous vs. present perfect

Gebruik: verleden begonnen nu nog zo/merkbaar
Duur: verleden tot nu
Vorm: have/has + w.w.+ed/eigen vorm (3e rij)
Tip: FYNE JAS
present perfect

Slide 7 - Slide

Sleep de signaal woorden naar de juiste tijd:
Past Simple
Present perfect
for
in 2015
two months ago
yesterday
since
already

Slide 8 - Drag question

Yesterday, I ... my mother when I ... a spider.
A
was calling saw
B
was calling, was seeing
C
called saw
D
called was seeing

Slide 9 - Quiz

Last year I ....... to Japan.
A
traveled
B
have traveled
C
was traveling
D
had traveled

Slide 10 - Quiz

While we ...... the picnic, it ...... to rain.
A
had- started
B
were having- started
C
was having-started
D
had- was starting

Slide 11 - Quiz

Ginny ... ... (paint) her room, it's still wet.

Slide 12 - Open question

I lived in London two years ago.
I have lived in Liverpool for two years.
Present Perfect
Past Simple

Slide 13 - Drag question

Homework
Do: Exercise  12-13, page 59-60 Workbook B




Slide 14 - Slide